Introduction: Different models of frameworks for dietetic care are used in Europe. There is a substantial need for a consistent framework to compare research results and to cooperate on an international level. Therefore, one of the goals of the EU-funded project IMPECD was the development of a unified framework Dietetic Care Process (DCP) in order to foster a shared understanding of process-driven dietetic counselling. Materials and Methods:: Based on a literature review and in-depth analysis of different frameworks an iterative and incremental development process of finding solutions for decision-making within the consortium consisting of dietetic experts from 5 European HEI was passed. The developed DCP model was integrated in an online training course including 9 clinical cases (MOOC) to train students. The draft versions and the concluding final version DCP model were evaluated and re-evaluated by teachers and 25 students at two Intensive Study Programmes. Results:: The DCP model consists of five distinct, interrelated steps which the consortium agreed on: Dietetic Assessment, Dietetic Diagnosis, Planning Dietetic Intervention, Implementing Dietetic Intervention, Dietetic Outcome Evaluation. A standardized scheme was developed to define the process steps: dedication, central statement, aim and principles, and operationalization. Discussion:: Existing different process models were analyzed to create a new and consistent concept of a unified framework DCP. The variety within the European countries represented by the consortium proved to be both a challenge in decision-making and an opportunity to integrate multinational perspectives and intensify the scientific discourse. The development of a standardized scheme with precise definitions is a prerequisite for planning study designs in health services research. Besides, clarification is essential for establishing process-guided work in practice. The evaluated MOOC is now implemented in study programmes used by 5 European HEI in order to keep approaches and process-driven action comparable. The MOOC promotes the exchange of ideas between future professionals on an international level.
DOCUMENT
De Gedragscode MKB Financiers heeft ervoor gezorgd dat er een richtlijn bestaat waartoe non-bancaire mkb financiers zich verhouden. Hierdoor ontstaan best practices, maar worden ook verschillen tussen financiers duidelijk. Over een code moet worden gesproken en dat is momenteel aan de gang. In de markt signaleren non-bancaire financiers en financieel adviseurs van het mkb goed en minder goed gedrag. Dit is een grote en niet te onderschatten winst van de invoering van de code. De code leeft!Toch is de gedragscode ook nog relatief onbekend en weinig dwingend. Er is weinig druk op non-bancaire mkb-financiers om hun werkwijze te verbeteren door twee redenen; (1.) mkb-ondernemers - de eindgebruikers - hebben weinig kennis van de complexiteit van non-bancaire financiering, doordat de meeste ondernemers maar beperkt met non-bancaire financieringsvragen in contact komen; (2.) doordat er weinig publieke schandalen zijn, staat de kwaliteit van non-bancaire mkb-financiers nog maar beperkt op de agenda bij politici en andere beleidsmakers. Politici op nationaal niveau hebben tot nu toe niet besloten tot verdere regulering of andere maatregelen om naleving van de code af te dwingen. Daardoor blijft er vrijblijvendheid bestaan.Om de effectiviteit van de code te versterken kan worden gewerkt aan een betere governance van de Stichting MKB Financiering. Nu vertegenwoordigt de Stichting MKB Financiering verschillende belangen, zowel van financiers, adviseurs als de controle van de codes op dat gebied. Dit zou uit elkaar gehaald moeten worden. Een andere bestuursstructuur – mogelijkerwijs met verschillende organisaties, bijvoorbeeld een stichting en vereniging - maakt het versterken van de audit bij houders van het keurmerk veel beter mogelijk. Een sterkere onafhankelijke toetsing versterkt het gezag van de code. Hiervoor moeten dan wel financiële mogelijkheden worden gevonden. Momenteel heeft de Stichting MKB Financiering nog te weinig deelnemers1 - en daarmee te weinig financiële middelen - om dit goed te organiseren. Maar ook als de Stichting MKB Financiering veel meer deelnemers zou krijgen, is het zeer de vraag of de deelnemers - vaak zelf ook mkb-bedrijven - deze hele infrastructuur zelf kunnen betalen.Verder zou kunnen worden gestreefd om de Gedragscode MKB Financiers en de Gedragscode Kort Zakelijk Krediet op termijn samen te voegen, mogelijk zelfs samen met de code die de Nederlandse Vereniging van Banken hebben ontwikkeld – Gedragscode Kleinzakelijke Financiering. Dit is een uitdaging, maar misschien zouden ministeries en toezichthouders hier een stimulerende rol in kunnen spelen.Kortom, op beleidsmatig terrein is er nog veel winst te boeken om het effect van deze code te versterken. Op inhoudsniveau zou bijvoorbeeld een Uniform Krediet Overzicht (UKO) prominenter in de code mogen komen, een gestandaardiseerd overzicht van de kosten van een krediet. De Gedragscode Kortzakelijke Financiering is hier een best practice. Verder blijft er onduidelijkheid bestaan rond de kosten van financiering, met name aangaande provisies.De code verwoordt het algemene maatschappelijke belang van een gezonde markt voor mkb-financiering. Toch dreigt voortdurend het risico dat het algemene belang niet verder wordt ontwikkeld door gebrek aan commitment van alle belanghebbenden, doordat het hen individueel aan macht of middelen ontbreekt. Mogelijk kan de overheid deze rol voor de lange termijn borgen.
DOCUMENT
Met ingang van de Omgevingswet op 1 januari 2024 wordt de ruimtelijke ordening geregeld doormiddel van de omgevingsplannen. Gemeenten hebben tot 2032 om over te stappen op het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO) en om een definitief omgevingsplan op te stellen. Nu is Archeologie Deventer, net als andere gemeenten zoals Leiden en Amersfoort, bezig met het voorbereiden van alle data en kaartmateriaal met betrekking tot het culturele erfgoed. Deze zullen samen met de omgangsregels overgezet worden naar het definitieve omgevingsplan. Dit project betreft een data-analyse, van de benodigde data, en een onderzoek naar de Omgevingswet en de DSO met betrekking tot het gereedstellen van de data en wat de eisen hieraan zijn. Aan het hand van dit onderzoek kan er antwoord gegeven worden op de hoofdvraag “Wat is een efficiënte manier om het proces van database naar erfgoedkaart met FME in te richten binnen de kaders van de Omgevingswet?”. Aan de hand van deze resultaten is er een gegevensmodel opgesteld, in het programma FME, dat alle datatabellen automatisch kan inlezen en omzetten tot complete kaartlagen voor de erfgoedkaart waar alle kaarten worden voorbereid.
MULTIFILE