Met dit onderzoek wordt beoogd studenten en docenten dusdanig toe te rusten met kennis en vaardigheden om stagediscriminatie tegen te gaan, opdat er in de toekomst minder sprake zal zijn van stagediscriminatie. En dat docenten en studenten gezamenlijk handvatten ontwikkelen om dit te realiseren.
MULTIFILE
Ontdek hier regelmatig nieuwe blogs over actuele thema’s binnen Talent in de Regio, deze keer geschreven door docent-promovendus Erik Merx over hoe werkgevers hun skillsvraag inzichtelijker kunnen maken.
DOCUMENT
Een innovatief idee dat de afgelopen jaren aandacht heeft gekregen binnen verschillende landelijke arbeidsmarktgeoriënteerde organen is het Skillspaspoort. Het Skillspaspoort zou een oplossing zijn voor het matchen en ontwikkelen van personeel. Het wordt gezien als een instrument waarin de verworven skills (kennis en vaardigheden), houding (persoonlijkheid), interesse en loopbaanverwachtingen (ambities) op een voor werkgevers en werknemers begrijpelijke, relevante en eenduidige manier zijn samengevat. Het Skillspaspoort zou door informatie te verschaffen aan werkgevers en werknemers, de informatieasymmetrie tussen werkgevers en werknemers verkleinen en daarmee de transitie, mobiliteit en allocatie op de arbeidsmarkt kunnen verbeteren. Deze aannames liggen ten grondslag aan het Skillspaspoort. Uit een verkenning die is uitgevoerd in 2019 blijkt dat het Skillspaspoort een complexe ontwikkelopgave is. In de verkenning worden verschillende ontwikkelingsaspecten benoemd waar nog geen kennis over is. Zo adviseren de onderzoekers o.a. dat er meer inzicht nodig is in de wensen en behoeften die werknemers en werkgevers hebben, en welke randvoorwaarden zij stellen bij een skillspaspoort. Het inzicht zou bijdragen aan de ontwikkelingen en implementatie van het Skillspaspoort. Dit rapport is een eerste verkenning naar het Skillspaspoort onder werkgevers en werknemers.
MULTIFILE
Als projectleiders van het mentorproject Social Work, voorheen Big Brother Big Sister genoemd, zijn we in de afgelopen jaren vaak gevraagd om onze ervaringen met mentoring te delen; op studiedagen of op verzoek van collega’s die wilden starten met mentoring. Er komt namelijk veel bij kijken om mentoring succesvol te laten zijn. Collega’s van Hogeschool Utrecht (HU) stelden vragen als: Hoe heb je het aangepakt?, Hoe ziet jullie training eruit?, Hoe kom ik aan mentoren? De HU heeft vanuit het diversiteitsbeleid ook ervaring opgedaan met mentoring. Ieder jaar gaan er nieuwe projecten van start. Bij het starten van nieuwe initiatieven kun je veel leren van de ervaringen van anderen. Daarom hebben we onze krachten gebundeld met dit handboek als resultaat. Hiermee geven we praktische handreikingen voor iedereen die met studentmentoring aan de slag wil gaan. Het handboek is tot stand gekomen met een bijdrage vanuit het Nieuw Beleid 2009-project mentoring, dat in opdracht van Bureau Talent is uitgevoerd.1 (zie voor voetnoten: pagina 50) Dit handboek is niet het eerste en zal ook niet het laatste zijn. In Nederland wordt de mentormethodiek immers op veel plaatsen toegepast, zoals in maatschappelijk werk en in het bedrijfsleven. In dit handboek spitsen we ons toe op mentoring binnen de onderwijscontext. We wensen je veel leesplezier en bovenal succesvolle en effectieve mentorprojecten
DOCUMENT
Jos Sanders (HAN), Melissa Selzener (Hanze) en Harm van Lieshout (Hanze) beschouwen de transformatie van een diplomagericht naar een skillsgericht ecosysteem van onderwijs en arbeidsmarkt. Ze zien binnen deze transformatie, indachtig het werk van nobelprijswinnares Elinor Ostrom (1990), ‘skills’ in onze samenleving als een zogenaamde ‘common’. Een common is een collectief goed dat zorgzaam wordt beheerd door een gemeenschap op basis van duidelijke afspraken en regels, gefundeerd in een duidelijk normen- en waardenpatroon. Ze zien het skillsgerichte ecosysteem van onderwijs en arbeidsmarkt als een ‘system of commons’ en gebruiken Ostrom’s acht principes voor ‘governing the commons’ (1990; 2000) om tot een realistisch toekomstperspectief te komen voor de verdere ontwikkeling van een succesvol skillsgericht ecosysteem van onderwijs en arbeidsmarkt. Zij roepen de overheid op om een veel actievere, aanjagende en coördinerende rol te pakken in deze transformatie: organiseer het skillsgerichte ecosysteem en zorg voor een goed geëquipeerde hoeder (‘marktmeester’) van dat ecosysteem.
DOCUMENT
Er is inmiddels geruime tijd aandacht voor de kansenongelijkheid op de Nederlandse arbeidsmarkt en in het bijzonder voor mbo-studenten en -afgestudeerden met een migratieachtergrond. Deze groep heeft aanzienlijk meer moeite om aansluiting te vinden op de arbeidsmarkt, zowel bij het vinden van een stageplek als bij het vinden van een baan na het afronden van de mbo-opleiding. En het bewustzijn van die ongelijke kansen vindt op diverse momenten plaats in het proces van het verkrijgen van een stageplek of werk. In vervolg op de uitwerking van module 1 door Verweij Jonker waarin werkzame mechanismen als het gaat om het voorkomen van stagediscriminatie van mbo-studenten centraal heeft gestaan, ligt in deze module (2) de focus op werkzame mechanismen als het gaat om het voorbereiden van mbo-studenten op de arbeidsmarkt.
DOCUMENT
In het gedecentraliseerde sociale domein speelt sociaal werk zich grotendeels in ‘de wijk’ af. Dit vraagt om een andere manier van werken, erop gericht burgers zodanig te ondersteunen (en los te laten) dat zij hun eigen sociale omgeving benutten, met zo min mogelijk professionele betrokkenheid. In deze publicatie gaan we op dit thema dieper in. Op basis van literatuurstudie en bestudering van het beleid in verschillende gemeenten, verkennen we in hoeverre deze ontwikkeling tot stand komt. Dit doen we vanuit het perspectief van het wijkteam en de wijkteamprofessional. Het document is als volgt opgebouwd: om te beginnen richten we ons in het eerste hoofdstuk op het definiëren en de typering van de ‘collectieve aanpak’. Daarna zetten we in hoofdstuk twee uiteen hoe we het in de praktijk in de wijkteams tegenkomen en wat de meerwaarde van de collectieve aanpak precies is. In hoofdstuk drie richten we ons op enkele wetenschappelijke beschouwingen die deze meerwaarde onderbouwen. Vervolgens beschrijven we in hoofdstuk vier de voornaamste uitdagingen die professionals de komende jaren tegen zullen komen toe en aantal professionele vaardigheden die hen daarbij kan helpen. We eindigen deze publicatie met een beschouwing; daarin brengen we de huidige stand van zaken in beeld en zetten we enkele gedachten met betrekking tot doorontwikkeling in de toekomst op een rij.
DOCUMENT
De vooronderstelling is dat, in het licht van deze transformatie van zorg er bij professionals en organisaties grote behoefte is aan kennis en handvatten om gerichte ondersteuning te geven aan informele zorg. Hoewel er al veel gepubliceerd is over mantelzorg, vrijwillige zorg en netwerkontwikkeling is deze kennis nog niet altijd bij uitvoerende instanties terecht gekomen. Tegelijkertijd zijn er goede praktijken waarbij de kennis niet verder reikt dan de eigen organisatie. Binnen het project Samenspel formele en informele zorg is door professionals, informele zorg en docent- en studentonderzoekers gewerkt aan het verzamelen en ontwikkelen van professionele kennis, vaardigheden en attitude om de professionele ondersteuning van informele zorg effectief te laten zijn en te weten aan welke voorwaarden voldaan moet worden. Binnen het project richten we ons op specifiek op de ondersteuning van informele zorg wanneer er sprake is van dementie, niet-aangeboren hersenletsel (NAH) of een licht verstandelijke beperking (LVB). We hebben daarbij gezocht naar overeenkomsten en verschillen tussen deze drie sectoren. In dit rapport zullen de resultaten worden beschreven. Hoewel we in het project uitgaan van een integrale benadering zullen er verschillende perspectieven worden uitgelicht
DOCUMENT
"Hoe bouwen we aan een samenleving waarin iedereen kan meedoen, tot zijn recht komt en zich veilig voelt? Hier doen de lectoraten praktijkgericht onderzoek van het Kenniscentrum Sociale Innovatie van Hogeschool Utrecht onderzoek naar, met en voor (aankomend) sociale professionals in het brede sociaal domein. Onze missie is om samen met partners uit praktijk, onderwijs en beleid bij te dragen aan ‘beter samen leven’ en het verkleinen van sociale ongelijkheid. Dit doen wij door praktijkgericht onderzoek, ontwikkeling en agendering van actuele maatschappelijke en sociale vraagstukken op het vlak van participatie, welzijn, zorg en ondersteuning, jeugdhulp, werk en inkomen, schuldenproblematiek, dak- en thuisloosheid, toegang tot recht, reclassering, sociale veiligheid, en deelname aan onderwijs, sport en cultuur. Gedurende de laatste maand van 2020 en de eerste maanden van 2021 is vanuit het Kenniscentrum voor Sociale Innovatie (KSI) van Hogeschool Utrecht (HU) onderzoek uitgevoerd naar en in goede samenwerking met de Werkwinkel in Utrecht Overvecht. De doelstelling van het onderzoek is om op basis van ervaringen van zowel klanten als professionals de succesfactoren van de Werkwinkel inzichtelijk te maken, om op basis daarvan een methodische werkwijze van de Werkwinkel te beschrijven en te ontwikkelen. Specifiek is daarbij aandacht voor de benodigde vaardigheden en competenties van de betrokkenen en voor de organisatorische randvoorwaarden die nodig zijn om activiteiten vanuit de Werkwinkel goed uit te kunnen voeren. Het huidige projectplan met daarin onder meer het concept, de leidende principes en aanpak van de Werkwinkel beschreven, dient daarbij als fundament voor de huidige werkwijze."
DOCUMENT