Het Protocol ERWD1 verscheen in 2011 als het Protocol voor het basisonderwijs, het speciaal basis-onderwijs en het speciaal onderwijs (Van Groene, Borghouts & Janssen, 2011). De ingezette lijn van ERWD1 is doorgetrokken naar het voortgezet onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs in ERWD2 en naar het middelbaar beroepsonderwijs in een afzonderlijke publicatie ERWD3 (Van Groenestijn, Van Dijken & Janson, 2012). ERWD2 en ERWD3 verschijnen tegelijkertijd. De uitgangspunten en de uitwerking van de drie protocollen sluiten geheel op elkaar aan. De lijn van ERWD start in het primair onderwijs. Hier heet het vak waar het gaat om ‘rekenen/wiskunde’. Dit verklaart de letters RW in de naam. De afkorting ERWD blijkt inmiddels al helemaal ingeburgerd. Daarom is deze benaming gehandhaafd, hoewel dit in het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs alleen met het woord ‘rekenen’wordt aangeduid. De inhoud van ‘rekenen’dekt echter dezelfde rekenwiskundige domeinen als ‘rekenen/wiskunde’in het primair onderwijs.
Het Protocol ERWD1 verscheen in 2011 als het Protocol voor het basisonderwijs, het speciaal basis-onderwijs en het speciaal onderwijs (Van Groene, Borghouts & Janssen, 2011). De ingezette lijn van ERWD1 is doorgetrokken naar het voortgezet onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs in ERWD2 en naar het middelbaar beroepsonderwijs in een afzonderlijke publicatie ERWD3 (Van Groenestijn, Van Dijken & Janson, 2012). ERWD2 en ERWD3 verschijnen tegelijkertijd. De uitgangspunten en de uitwerking van de drie protocollen sluiten geheel op elkaar aan. De lijn van ERWD start in het primair onderwijs. Hier heet het vak waar het gaat om ‘rekenen/wiskunde’. Dit verklaart de letters RW in de naam. De afkorting ERWD blijkt inmiddels al helemaal ingeburgerd. Daarom is deze benaming gehandhaafd, hoewel dit in het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs alleen met het woord ‘rekenen’wordt aangeduid. De inhoud van ‘rekenen’dekt echter dezelfde rekenwiskundige domeinen als ‘rekenen/wiskunde’in het primair onderwijs.
Kinderen en jongeren leren niet alleen op school, maar ook daarbuiten. Informele leeromgevingen kunnen ‘het verschil maken’ voor hun ontwikkeling, niet alleen door scholing van kennis en vaardigheden, maar ook als plaats waar jeugdigen nieuwe sociale rollen kunnen ervaren en hun identiteit ontwikkelen. De in dit rapport gepresenteerde studie onderzoekt de leeropbrengsten (kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming) van maakprogramma’s voor kinderen en het opleidingsprogramma voor maakplaats-coaches in Maakplaats 021. Gegevensverzameling bestaat uit documentanalyse, zelfevaluaties door kinderen en interviews met maakplaats-coaches. Uit de zelfevaluaties van kinderen en de interviews met maakplaats-coaches blijkt dat kinderen groeien op het gebied van technologie, socialisatie en persoonsvorming. Kinderen geven aan dat zij graag naar de maakplaats komen en er veel leren. De leeractiviteiten die zij zelf benoemen betreffen voornamelijk de technologie. Volgens coaches en ouders groeien de kinderen ook als persoon en ontwikkelen zij hun identiteit. Elkaar hulp geven en hulp vragen – een belangrijke vaardigheid die geoefend kan worden in informele leeromgevingen – blijft iets achter bij de andere leeropbrengsten.