In dit rapport worden de maatschappelijke kosten en baten onderzocht van waterstof-elektrisch rijden voor vrachtverkeer. De keten van elektriciteitproductie, conversie naar waterstof, opslag en transport van waterstof, waterstoftankstation en waterstofvrachtwagen is gemodelleerd. De total cost of ownerschip en ook de levelised cost of driving van waterstof-elektrisch rijden zijn hoger dan de alternatieven diesel en batterijelektrisch rijden. Ten opzichte van batterijelektrisch rijden kent waterstof wel enkele operationele voordelen zoals de kortere tanktijd en het hogere bereik. Ook niet-monetaire effecten zijn geanalyseerd.
Het onderzoek Studentenwelzijn 2017-2018 is een eerste meting om in kaart te brengen hoe het gaat met de studenten van Hogeschool Inholland. Vanuit het Student Wellbeing Model zijn verschillende variabelen op het gebied van studentenwelzijn in kaart gebracht. We hebben gekeken naar energiebronnen, mate van stress, grootste stressoren en mogelijke stressreacties. Ook is onderzocht hoe studenten hun eigen gezondheid en levensstijl beoordelen en in welke mate zij bevlogen zijn. Tot slot is er aan studenten gevraagd wat er volgens hen kan worden gedaan om het welzijn van studenten te verbeteren. Er is gekozen voor een benadering waarbij het onderzoek werd afgenomen in de klas, tijdens de les, met als doel om in mindere mate een steekproef te trekken uit de onderzoekspopulatie. Op basis van deze eerste meting (0-meting) kunnen we geen harde conclusies trekken. Het onderzoek geeft echter wel enkele indicaties en in de onderzoeksresultaten is een paradox te zien.
In dit onderzoek hebben we relevante sociale factoren voor de wijk Boven Pekela Groningen in kaart gebracht. Dit hebben we gedaan aan de hand van een vragenlijst en aanvullend zijn er semigestructureerd interviews gehouden. Dit onderzoek vormt één van de cases in een breder project waarin meerdere cases bestudeerd worden. Het doel van dit bredere project is om, aan de hand van sociale factoren, inzicht te krijgen in de determinanten van succesvolle bewonersparticipatie op wijkniveau.
In de doelstellingen ten aanzien van CO2-reductie staat de verduurzaming van de energievoorziening centraal. Elektriciteit wordt daarbij gezien als de hoeksteen van de duurzame energievoorziening. Voor de opwekking van deze elektriciteit dient het aandeel uit variabele hernieuwbare bronnen sterk toe te nemen (zie bijvoorbeeld het recent afgesloten Energieakkoord tussen 40 nationale stakeholders, http://www.energieakkoordser.nl/energieakkoord.aspx). In grote lijnen zien we twee dominante ontwikkelingen: grootschalige windenergie (op land en op zee) en zonnepanelen, maar algemeen wordt onderkend dat de problematiek met betrekking tot de energietransitie dermate urgent is dat alle duurzame energiebronnen (dus ook die van kleine windturbines) moeten worden aangesproken. Kleine windturbines maken het mogelijk om windenergie te benutten voor de elektriciteitsopwekking op locaties waar dat met grote windturbines niet mogelijk is. Het gaat om locaties in gebouwde omgeving, industriegebieden en landelijke omgeving. De opgewekte elektriciteit wordt ter plekke verbruikt of terug geleverd in het net. In die zin zijn kleine windturbines vergelijkbaar met de zonnepanelen. Sterker nog, ze zijn heel wel aanvullend op zonnepanelen, omdat kleine windturbines elektrische energie opwekken wanneer zonnepanelen dat niet doen. Echter hebben kleine windturbines op dit moment geen eigen plek in de duurzame energieopwekking in Nederland, waardoor de Nederlandse industrie in deze sector nog kleinschalig is. De onderzoeksvraag luidt: Hoe kunnen we de prestaties van kleine windturbines substantieel verbeteren op het technische vlak en qua marktpositie, zodat kleine windturbines een bijdrage gaan leveren aan de duurzame-energiemix. In dit project wordt onderzocht hoe de bijdrage van kleine windturbines kan worden vergroot door te leren van: - enerzijds de technische ontwikkelingen van grote windturbines, en - anderzijds de marktontwikkeling van zonnepanelen. Daartoe is er samenwerkingsverband opgezet tussen: - mkb bedrijven: fabrikanten en importeurs van kleine windturbines en bedrijven die een toegevoegde waarde hebben voor de fabrikanten, zoals leveranciers van onderdelen en adviseurs - hogescholen: NHL Hogeschool en Hanze Hogeschool Groningen - branchevereniging Nederlandse Wind Energie Associatie (NWEA) - vereniging Noordenwind, een vereniging van particulieren die zich inzet voor de bevordering van duurzame energie in het algemeen en realisatie van burgerparticipatie in nieuwe projecten voor windenergie in het bijzonder. De inzichten op het gebied van marktontwikkeling en de productverbeteringen zijn noodzakelijke componenten voor het volwassen maken van de sector van kleine windturbines waarbij een volwassen industrie en markt weer een essentiële voorwaarde is voor een verdere ontwikkeling van de sector met meer en grotere partijen. Derhalve zal het project dienen als katalysator. Ook dient te worden opgemerkt dat de verbeterde producten ook de exportmogelijkheden van de Nederlandse industrie vergroten. Naast genoemde meerwaarde voor het bedrijfsleven beoogt dit project een verdere verankering van kennis en kunde in onderwijs en onderzoek van de hogescholen.