In 1524 publiceert Jan van Doesborch een bundel met refereynen. Een ervan gaat over een schetenwedstrijd tussen begijnen. Dit refereyn heb ik op 16e-eeuwse wijze voorgedragen op 21e-eeuwse muziek: http://itunes.apple.com/nl/album/wie-heeft-de-prijs-gewonnen-1/id512331302?i=512331322&ign-mpt=uo%3D4
Door de jaren heen heeft Nederland een grote intensieve veestapel verkregen. Hierdoor is er al decennia lang sprake van een fors volume aan mestoverschot, vanwege steeds stringentere wetgeving in de gebruikmaking van de mineralen in mest in de land- en tuinbouw. Daardoor worden meststoffen veelal getransporteerd naar het buitenland. Duurzame verwerking van het Nederlandse mestoverschot tot inpasbare marktconforme mineralen en organische stoffen bieden daarom een lonkend perspectief voor het stimuleren van circulaire land- en tuinbouw, met aansluiting op de contouren van het toekomstige mestbeleid. Echter, het gebruik van circulaire meststoffen in de Nederlandse land- en tuinbouw is nu nog beperkt. Primaire producenten beschikken over beperkte kennis, informatie en kansrijke voorbeelden. Tegelijkertijd zijn mestverwerkingsinitiatieven vaak aanbod gedreven geweest voor afzet in het buitenland, met als gevolg dat de verkregen eindproducten niet goed aansluiten op de wensen en eisen van de Nederlandse land- en tuinbouw. Dit project is er daarom op gericht om het gebruik van circulaire meststoffen en organische stoffen in de praktijk te stimuleren via praktijkonderzoek en kennisverspreiding. De centrale vraagstelling van dit project luidt: Welke bemestingsproducten, afkomstig van dierlijke mest en andere organische reststromen zijn waardevol voor de akkerbouwer of tuinder en hoe kan het gebruik hiervan in deze sectoren gestimuleerd worden? Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan de duurzame ontwikkeling van toekomstbestendige kringlooplandbouw, door het mestoverschot beter te verwerken en de eindproducten gebieds- of sector-specifiek af te zetten aansluitend op de praktijkeisen. Het project wordt uitgevoerd door een consortium van vier hogescholen, kennispartijen en bedrijven. Activiteiten zijn gericht op praktische toepassing van circulaire meststoffen in de huidige praktijk of nabije toekomst, en het ontwikkelen van duurzame en veerkrachtige handelingsperspectieven voor agrariërs. Het delen van kennis over optimale toepassing van circulaire meststoffen in open en bedekte teelten is daarom een centraal onderdeel van het project.
Fijnstof in de pluimveehouderij Aanleiding Fijnstof in de pluimveehouderij is een actueel onderwerp. Het is onduidelijk wat de fijnstof rondom pluimveestallen doet omdat er nog geen goed meetsysteem bestaat om rondom de stal continu te meten wat fijnstof doet en wat de invloed van elementen buiten de stal (omgeving, weer) doet. Het innovatieve pluimveebedrijf Kipster wil samen met het burgerinitiatief Behoud de Parel meer inzicht krijgen in de fijnstofconcentraties. GreenTechLab wilt een systeem ontwikkelen waarbij door combinatie van meerdere fijnstofmeetstations beter inzicht ontstaat van de fijnstofconcentraties rondom het bedrijf en er tevens data wordt verzameld van het buitenklimaat. Doel GreenTechLab en partners gaan gezamenlijk een proof of concept ontwikkelen van een realtime 24/7 fijnstofmeetsysteem voor de (pluim)veehouderij om op macroniveau (rondom stallen) fijnstofconcentraties te meten en dit middels te ontwikkelen slimme software te gaan combineren met andere data (weerstation) en bedrijfsactiviteiten (voeren, verlichting, aan- afvoer, instellingen luchtwassers en klimaatsystemen enz) en zodoende te kunnen experimenteren met bedrijfsactiviteiten die leiden tot minder fijnstof emissies. Beoogde resultaten Het project levert een proof of concept op van een fijnstofmeetsysteem, waarmee we realtime 24/7 fijnstofconcentraties voor de (pluim)veehouderij op macroniveau (rondom stallen) kunnen meten en dit middels slimme software combineren met andere data (weerstation) en bedrijfsactiviteiten (voeren, verlichting, aan- afvoer, instellingen luchtwassers en klimaatsystemen enz) om zodoende te kunnen experimenteren met bedrijfsactiviteiten die leiden tot minder fijnstof emissies. Op basis van deep learning technieken en met behulp van big-data is gemeten wat bepaalde aanpassingen aan parameters (actuaties) voor gevolg hebben op de uitstoot van fijnstof.
Kreupelheid is één van de hoofdoorzaken van een verminderd dierenwelzijn en -gezondheid bij melkvee. Een vraag vanuit klauwverzorgers en veterinairs uit het veld resulteerde in deze aanvraag. Klauwgezondheid onder melkvee is de afgelopen 30 jaar niet verminderd. Het doel van dit praktijkonderzoek is de oorzaken en behandelingen van klauwproblemen te onderzoeken. Naast het verminderen van het gebruik van antibiotica, wordt er getracht om dierenwelzijn en -gezondheid van de Nederlandse veestapel te verbeteren. Ook willen we gedragsverandering bewerkstelligen bij studenten en veehouders. Door gesprekken tussen studenten en veehouders te organiseren binnen studiegroepen beogen wij het delen van kennis over behandelingsalternatieven. Hiermee hopen wij bij te dragen aan de Europese milieudoelstellingen. De inzet van MBO en HBO studenten staat in dit onderzoek centraal. Vijftig MBO studenten die stagelopen in de melkveehouderij brengen de klauwgezondheid van de veestapel op die bedrijven in kaart. Samen met de veehouders in studiegroepen wordt er gezocht naar milieuvriendelijke oplossingen. De HBO studenten dragen ook bij door een vragenlijst over klauwgezondheid samen te stellen. Het lectoraat Management van Rundergezondheid van Aeres hogeschool Dronten en de opleiding Dier in de duurzame samenleving van Inholland Delft werken samen met het practoraat Dierenwelzijn en -gezondheid in dit onderzoek. Het Hoofcare Expertise Centre (een netwerk van organisaties die werken aan klauwgezondheid in de melkveehouderij), het Dairy Training Centre en het klauwverzorgers bedrijf Hoeksma zijn praktijkpartners in dit onderzoek.