In het eerste deel van de tekst wordt het thema verkend: er bestaan veel verschillende, vaak karikaturale, beelden van onderwijsvernieuwing en veranderingsbekwaamheid van leraren, die een weerspiegeling zijn van de wijze waarop er wordt aangekeken tegen vernieuwingsprocessen in scholen en de rol van de leraar daarin. De visie op onderwijsvernieuwing is echter aan het verschuiven, waarbij er de laatste tijd meer ruimte komt voor de rol van de leraar. Onderwijsvernieuwing wordt steeds meer gezien als een leerprocesvan leraren binnen de context van de school als professionele leergemeenschap. Dat stelt eisen aan de interactie tussen de leraar, zijn leerlingen, collega’s binnen het team, de schoolleiding en de externe omgeving. Het eerste hoofdstuk sluit af met een reflectie over de kernelementen van onderwijsvernieuwing: zelfsturing, eigen verantwoordelijkheid en authentiek en samenwerkend leren.In het tweede hoofdstuk staat het begrip veranderingsbekwaamheid centraal. Dit leidt tot een werkdefinitie. Veranderingsbekwaamheid wordt gedefinieerd als een metacompetentie met betrekking tot het adequaat handelen in veranderingsprocessen, waarbij kennis, vaardigheden, houdingen, overtuigingen, identiteit en betrokkenheid worden ingezet. Die metacompetentie kan nader geoperationaliseerd worden door het beschrijven van kenmerkende situaties en van de onderliggende kennisbasis (in deze tekst breed gedefinieerd als de verzameling van kennis, vaardigheden, houdingen, over-tuigingen, identiteit en betrokkenheid die bijdragen aan veranderingsbekwaamheid). Het hoofdstuk sluit af met een eerste verkenning van de inhoud van die kennisbasis. In het derde hoofdstuk staat de vraag centraal hoe veranderingsbekwaamheid ontwikkeld kan worden. Aan de orde komen kenmerken van het (verborgen) curriculum, van het beoordelingssysteem en van de leeromgeving die veranderingsbekwaamheid stimuleren. Bij ‘leren veranderen’ gaat het niet alleen om leren over en reflecteren op de inhoud van de verandering, maar juist ook om het leren over en reflecteren op de aanpak van het veranderingsproces. In hoofdstuk vier worden vier instrumenten en methodieken beschreven die gebruikt kunnen worden om de veranderingsbekwaamheid van leraren te vergroten. Deze methodieken worden binnen de kenniskring ontwikkeld, uitgeprobeerd en geëvalueerd met individuele leraren en studenten en met teams. Het gaat om toepassing van NLP-methodieken bij individuele leraren en studenten, om reflecties op lopende veranderingsprocessen in een team, om het versterken van zelfsturing door lerarenteams en om het gebruik van toekomstscenario’s.
DOCUMENT
Onderwijsinnovatie en empowerment van leerlingen
DOCUMENT
Vier jaar geleden is het lectoraat ‘De Veranderingsbekwame Leraar’ van start gaan. Doel van het lectoraat was leraren te ondersteunen bij het vormgeven van veranderprocessen. Leraren, en daarmee bedoelen we binnen het lectoraat ook studenten en lerarenopleiders, zullen immers voortdurend in hun onderwijs, didactiek en rol moeten inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen, op eisen vanuit de samenleving, op ontwikkelingen en keuzes binnen de school, op veranderende interesses en karakteristieken van leerlingen en op nieuwe wetenschappelijke inzichten met betrekking tot leren en onderwijzen. Leraren krijgen hun leven lang te maken met veranderingen en moeten dus bekwaam zijn in het omgaan met en vormgeven van die veranderingen. Leraren moeten geen speelbal of slachtoffer zijn in veranderprocessen die plaats vinden binnen scholen, maar de leidende professionals die innovatie initiëren, uitvoeren en bewaken. Dat vraagt om leraren die ‘change agents’ zijn, die veranderingsbekwaam zijn. Met het lectoraat wil de Educatieve Hogeschool van Amsterdam aandacht vragen voor die veranderingsbekwaamheid. In de afgelopen vier jaar hebben de lector en de leden van de kenniskring deze opdracht vormgegeven door aandacht te vragen voor de rol van leraren in veranderprocessen, onderzoek te doen naar aspecten van veranderingsbekwaamheid, door instrumenten en materialen te ontwikkelen die studenten, leraren en lerarenopleiders ondersteunen bij de verdere ontwikkeling van hun eigen veranderingsbekwaamheid en door deel te nemen in het maatschappelijke debat
DOCUMENT
De wil om het onderwijs te vernieuwen wordt breed gedragen. Scholen worstelen immers met dropout- en motivatieproblemen bij leerlingen, het traditionele onderwijs sluit niet aan bij de manier waarop hedendaagse kinderen kennis en informatie opdoen in hun eigen digitale wereld, de schoolpopulatie wordt steeds veelzijdiger en vraagt om verschillende leerniveaus en meer individuele aandacht. Gelukkig komen op scholen de laatste jaren steeds meer jonge leraren voor de klas die een andere kijk op onderwijs geven en op leren met zich meenemen. Zo kan er een vermenging plaats vinden van de verworvenheden van het traditionele onderwijs met de voordelen van het vernieuwend leren. Waar dat vernieuwend leren – ook wel aangeduid met “nieuw leren” – naar toe wil? Naar onderwijs waarin leerlingen en studenten niet alleen zelf verantwoordelijk zijn voor het plannen van hun leren, maar ook nieuwsgierig zijn, zelf op ontdekking uitgaan en komen tot “diepgaand leren” waarbij ze door een onderwerp worden gegrepen en zichzelf vragen gaan stellen. Gemotiveerde leerlingen dus die enerzijds bereid zijn om samen te werken maar anderzijds ook in staat zijn zelfstandig een eigen leerroute te volgen binnen beschikbare elektronische leeromgevingen. Leeromgevingen die eveneens authentieke, realistische of spelachtige situaties weten te bieden en aangepaste wijzen van toetsing. Een utopie? Zeker niet! Maar wel een niet gemakkelijke en tijdrovende onderneming. Innovaties binnen het onderwijs worden vooral vormgegeven in processen en organisatievormen. Daarom storten veel scholen en onderwijsinstellingen zich in projecten en experimenten, waarin woorden als “competentiegericht, vraaggestuurd, probleemgestuurd en ervaringsgericht” rondzoemen. Noodzakelijke projecten om tot innovatie te komen en het onderwijs steeds weer te verbeteren.
DOCUMENT
Het bètatechnisch bedrijfsleven en de bètawetenschappen zijn voortdurend in ontwikkeling. Bovendien hebben zij zichtbaar en onzichtbaar invloed op het leven van alledag. Op bètadocenten rust de boeiende taak om leerlingen te laten zien welke betekenis bèta, ook buiten de context van het onderwijs, heeft. Het blijkt bovendien een uitdaging om die taak te verenigen met de robuuste vakstructuur die elk van de bètaschoolvakken kenmerkt. Lerarenopleidingen helpen om bètadocenten (in opleiding) een verfijnd 'vakbeeld' (d.w.z. een genuanceerde visie op het vak) te ontwikkelen. Het lectoraat bètadidactiek heeft daarbij als doel om kennis te verwerven over visies van bètadocenten op hun vakken en deze kennis in te zetten in de praktijk van de lerarenopleiding en in samenwerking met docenten in het voortgezet onderwijs.
DOCUMENT
In de bundel (On)voorstelbaar (on)voorspelbaar: Leerpraktijken in 2020 van IVLOS en SURF, gaat Marco Snoek in op de rol die toekomstscenario’s kunnen spelen als instrument voor leren en reflectuie in het onderwijs. Scholen en leraren moeten hun leerlingen voorbereiden op een toekomst die nog niet bekend is. Dat vraagt een grote mate van ‘toekomstgevoeligheid’ van leraren. Het maken van toekomstscenario’s kan daarbij helpen. Toekomstscenario’s kunnen helpen om bestaande vooronderstellingen en mogelijke alternatieven met betrekking tot de dagelijkse werkpraktijk en werkroutines zichtbaar te maken. Op die manier draagt het ontwikkelen van toekomstscenario’s binnen teams of binnen de opleiding bij aan de 'veranderingsbekwaamheid’ van professionals
DOCUMENT
Processes of collective learning are expected to increase the professionalism of teachers and school leaders. Little is known about the processes of collective learning which take place in schools and about the way in which those processes may be improved. This paper describes a research into processes of collective learning at three primary schools. Processes of collective learning are described which took place in small teams in these schools. It is also pointed out which attempts can be made in order to reinforce these processes in the schools mentioned.
DOCUMENT
Lector Martijn van der Linden hield een lezing op Betweter Festival. In 15 minuten vertelt hij over hoe het geldsysteem anders kan én moet. Want heeft geld nu wel of niet zijn beste tijd gehad?
MULTIFILE
Niet alle ouderen zijn tevreden over de huidige vorm van dagbesteding. Een andere vorm van dagbesteding, georganiseerd voor en door de buurt kan hier mogelijk aan tegemoet komen. Door middel van interviews onder ouderen, professionals en vrijwilligers is nagegaan wat de huidige ervaringen zijn met dagbesteding en of er behoefte is aan ‘dagbesteding anders’.
DOCUMENT
Dit rapport brengt met acht portretten initiatieven in de regio Utrecht in kaart, waarmee het onderwijs en/of het werk anders georganiseerd werd in een onderwijsinstelling. De volgende onderzoeksvraag stond hierbij centraal: Hoe zijn onderwijsinstellingen in de regio Utrecht hun onderwijs en/of werk anders gaan organiseren? Om deze vraag te beantwoorden, werden de volgende deelvragen bestudeerd: a. Wat was de aanleiding om anders te gaan organiseren? b. Op welke manier werd er anders georganiseerd? c. Hoe is het proces van het anders organiseren verlopen? d. Welke (eerste) resultaten heeft het anders organiseren opgeleverd?
DOCUMENT