De overgang naar volwassenheid verloopt voor veel jongeren niet vanzelf. Dit geldt zeker voor jongeren die moeilijkheden ervaren op een of meerdere leefgebieden, zoals in de relatie met ouders of vrienden, op gebied van school, werk of financiën, jongeren die worstelen met psychische of lichamelijke klachten of het gebruik van verdovende middelen. OJOV – Ondersteuning Jeugd in Overgang naar Volwassenheid – is een onderzoeksprogramma dat middels onderzoek naar de leefwereld en het perspectief van jongeren bijdraagt aan het verbeteren van de begeleiding van en hulp aan oudere jeugd en jongvolwassenen met ondersteuningsbehoeften. In deze rapportage worden de resultaten gepresenteerd van de semigestructureerde interviews met jongeren van 16 en 17 jaar die in het kader van het OJOV-onderzoek zijn afgenomen. Voor al deze jongeren geldt dat ze gebruik maken van een vorm van professionele hulp voor ondersteuning op een of meerdere leefgebieden.
MULTIFILE
The last decades have seen an increase in the use of illicit recreational drugs. In this article we take a detailed look at the current state of normalisation of the three most popular illicit recreational drugs among Dutch university students in the Netherlands (MDMA/Ecstasy, cocaine and amphetamine) by zooming in on five established aspects of normalisation and expanding on one of those aspects: social accomodation, by adding a behavioural subcomponent (setting of use). For this purpose, we used quantitative data, obtained from four studies (2016, 2017, 2019 and 2020) among Dutch university students in a prototypical university city in the Netherlands (Groningen). Results show that three aspects of normalisation are clearly observable. The drugs are perceived as highly accessible, the last year prevalence of use is high, and experimenting, especially with MDMA/Ecstasy, is common. Accurate knowledge of the drugs and acceptance of occasional use, account in some measure for social accommodation. However, as students do not talk openly about their drug use with everyone in their environment, one cannot speak of cultural accommodation. Thus, although clear signs of normalisation of illicit recreational drugs, especially MDMA/Ecstasy, are observable among Dutch university students, there is no full-scale normalisation of these drugs.
DOCUMENT
Factsheet RUIT-4. In het tweede onderzoek in het kader van RUIT-4 (studiejaar 2015-2016) werden de effecten onderzocht van de wijziging van de leeftijdgrens in de drank- en horecawet 2014 in gemeentes Almere, Huizen en Zeist. 90 Tweedejaars studenten Integrale Veiligheidskunde hebben in groepjes van 4 studenten enquêtes afgenomen bij jongeren. De inhoud en formulering van de enquête is vooraf afgestemd met de gemeenten die hebben meegedaan aan het onderzoek. Alle studenten hebben dezelfde vragenlijst gebruikt. Vervolgens is de informatie uit deze vragenlijst verwerkt in SPSS. Daarnaast is er een deskresearch gedaan om informatie over de gemeenten, de nieuwe wetgeving en de achterliggende theorie in kaart te brengen. Tot slot werden er ter aanvulling werden enkele gesprekken gevoerd met professionals uit het veld (zoals kroegeigenaren, medewerkers van jongerencentra etc., die een beeld zouden kunnen hebben van het drinkgedrag van jongeren). De uitkomsten van de enquête staan beschreven in de factsheet.
DOCUMENT
Op 1 januari 2014 is de Drank- en horecawet gewijzigd. De wijziging hield in dat de leeftijd waarop alcohol in de publieke ruimte geconsumeerd mag worden wijzigde van 16 naar 18 jaar. Daarnaast mag alcohol niet worden verkocht aan jongeren jonger dan 18. In dit hoofdstuk wordt de problematiek kort uiteengezet omtrent de consumptie van alcohol onder jongeren en de wijziging van de drank- en horecawet. Daarnaast wordt er kort ingegaan op gemeentelijke verantwoordelijkheid ten aanzien van de gewijzigde Drank- en Horecawet. Ten slotte wordt een beschrijving gegeven van het RUIT-onderzoek.
DOCUMENT
Dr. Anke de Veer, onderzoeker bij het NIVEL, won de Jaarprijs Palliatieve Zorg – Impact 2017 voor het project ‘Palliatieve zorg voor mensen die dak- of thuisloos zijn’. het NIVEL voerde dit project uit in samenwerking met de Hogeschool Inholland, VUmc / GGZ-inGeest en de Parnassia Groep. Palliatieve zorg voor mensen die dak- of thuisloos zijn is niet veel anders dan ‘gewone’ palliatieve zorg. Er zijn echter wel specifieke aandachtspunten. In dit artikel beschrijven we deze aandachtspunten, die zijn ontleend aan een recent ontwikkelde handreiking Palliatieve zorg voor mensen die dak- of thuisloos zijn.
DOCUMENT
geen samenvatting
DOCUMENT
Voor een minor als Migratievraagstukken, waar het delen van (levens)verhalen en ervaringen een heel belangrijk element is, betekende het ontbreken van ‘echt contact’ met de groep een groot gemis. Desalniettemin kunnen we constateren dat er in het contact dat er wel mogelijk was veel is gedeeld en met oprechte interesse in de leef- en denkwereld van de medestudenten is geluisterd naar elkaar en de studenten elkaar hebben bevraagd. Aan het einde van de collegereeks hoorden we vaak dat de lessen de studenten hadden verrijkt omdat het een inkijkje bood in de levens van leeftijdsgenoten, een inkijkje die anders nooit zou hebben plaatsgevonden.
DOCUMENT
ACHTERGROND : Problematisch middelengebruik is een belangrijke risicofactor voorcriminaliteit en geweld.Dit is echter vooral bij mannen onderzocht en meer kennis over vrouwen is gewenst. DOEL: Beschrijven van mogelijke genderverschillen in problematisch middelengebruik en de relatie tot delictgedrag bij forensisch psychiatrische patiënten. METHODE: Dossiers van 275 vrouwen en 275 mannen die in 1984-2014 opgenomen zijn (geweest) in één van vier forensisch psychiatrische instellingen werden gecodeerd en gerelateerd aan geweldsincidenten tijdens behandeling en recidive na ontslag (bij 78 vrouwen). RESULTATEN: Hoewel problematisch middelenmisbruik bij vrouwen prevalent was (57%), kwam het bij mannen significant vaker voor (68%). Mannen hadden vaker de dsm-iv-classificatie middelenafhankelijkheid en hadden vaker het indexdelict gepleegd terwijl ze onder invloed waren. Middelengebruik had bij hen een betere voorspellende waarde voor geweldsincidenten tijdens behandeling. Zowel vrouwen als mannen met problematisch middelengebruik hadden beduidend meer historische risicofactoren dan degenen zonder middelenmisbruik. Een geschiedenis van problemen met middelengebruik was geen significante voorspeller voor recidive na ontslag bij vrouwen. CONCLUSIE: Er bestaan genderverschillen wat betreft problematisch middelengebruik, waarbij de relatie met delictgedrag voor mannen sterker is. De gevonden genderverschillen hebben implicaties voor (verslavings-) behandeling in forensische zorginstellingen.
DOCUMENT
In de context van zorghuisvesting voor langdurige zorg wordt verondersteld dat, vanwege de specifieke doelgroep (kwetsbare mensen) die hierin gehuisvest is, aanvullende eisen voor luchtkwaliteit en het thermische binnenklimaat wenselijk zijn ten opzichte van de eisen voor de gemiddelde gezonde (jong) volwassene. Echter, in hoeverre dit vraagt om specifieke eisen ten aanzien van het binnenklimaat is onduidelijk en, indien dit het geval is, welke condities dan de voorkeur zouden hebben is eveneens niet bekend. Om hier antwoord op te vinden is onderzoek nodig dat in dit rapport is beschreven.
DOCUMENT
Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek naar online veiligheid en mediawijsheid onder 1432 jongeren uit het voortgezet en het middelbaar beroepsonderwijs in Leeuwarden. Het biedt een cijfermatig inzicht in online problemen: welke problemen komen voor en in welke mate? Met de via de tool ( Online Tool Internetveiligheid 2.0.) verkregen data zijn zowel analyses op gemeentelijk niveau als op schoolniveau gemaakt. In het verlengde hiervan kunnen preventiestrategieën op maat worden ontwikkeld. Uiteindelijk doel is het veiliger maken van het internet voor jongeren. Dit onderzoeksproject is uitgevoerd vanuit de cross-over Digital Citizenship: dit is een samenwerkingsverband tussen de onderzoeksgroep Cybersafety en het lectoraat Organisations & Social Media, beide van NHL-Stenden Hogeschool. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de afdeling openbare orde en veiligheid (OOV) van de gemeente Leeuwarden.
DOCUMENT