ACHTERGROND : Problematisch middelengebruik is een belangrijke risicofactor voorcriminaliteit en geweld.Dit is echter vooral bij mannen onderzocht en meer kennis over vrouwen is gewenst. DOEL: Beschrijven van mogelijke genderverschillen in problematisch middelengebruik en de relatie tot delictgedrag bij forensisch psychiatrische patiënten. METHODE: Dossiers van 275 vrouwen en 275 mannen die in 1984-2014 opgenomen zijn (geweest) in één van vier forensisch psychiatrische instellingen werden gecodeerd en gerelateerd aan geweldsincidenten tijdens behandeling en recidive na ontslag (bij 78 vrouwen). RESULTATEN: Hoewel problematisch middelenmisbruik bij vrouwen prevalent was (57%), kwam het bij mannen significant vaker voor (68%). Mannen hadden vaker de dsm-iv-classificatie middelenafhankelijkheid en hadden vaker het indexdelict gepleegd terwijl ze onder invloed waren. Middelengebruik had bij hen een betere voorspellende waarde voor geweldsincidenten tijdens behandeling. Zowel vrouwen als mannen met problematisch middelengebruik hadden beduidend meer historische risicofactoren dan degenen zonder middelenmisbruik. Een geschiedenis van problemen met middelengebruik was geen significante voorspeller voor recidive na ontslag bij vrouwen. CONCLUSIE: Er bestaan genderverschillen wat betreft problematisch middelengebruik, waarbij de relatie met delictgedrag voor mannen sterker is. De gevonden genderverschillen hebben implicaties voor (verslavings-) behandeling in forensische zorginstellingen.
geen samenvatting
Dr. Anke de Veer, onderzoeker bij het NIVEL, won de Jaarprijs Palliatieve Zorg – Impact 2017 voor het project ‘Palliatieve zorg voor mensen die dak- of thuisloos zijn’. het NIVEL voerde dit project uit in samenwerking met de Hogeschool Inholland, VUmc / GGZ-inGeest en de Parnassia Groep. Palliatieve zorg voor mensen die dak- of thuisloos zijn is niet veel anders dan ‘gewone’ palliatieve zorg. Er zijn echter wel specifieke aandachtspunten. In dit artikel beschrijven we deze aandachtspunten, die zijn ontleend aan een recent ontwikkelde handreiking Palliatieve zorg voor mensen die dak- of thuisloos zijn.
Nederland heeft bovengemiddeld veel last van de illegale dumpingen van afval dat afkomstig is uit de synthese van verdovende middelen. Met name de productie van (precursors voor) MDMA, amfetamine en methamfetamine zorgen voor veel afval. Ook de (terug-)winning van gesmokkelde cocaïne is een belangrijke bron van drugsafval. Waar Nederland een hotspot binnen Europa is, zijn de zuidelijke provincies dit in Nederland. Vrijwel wekelijks worden hier nieuwe dumpingen aangetroffen. Ondanks de urgentie van het probleem, wordt er momenteel weinig sporenonderzoek aan dumplocaties verricht. Beperking van milieuschade en opruiming hebben prioriteit. In dit project beoogt Avans in nauwe samenwerking met projectpartners Openbaar Ministerie, de Provincie Noord-Brabant, de Politie, het Nederlands Forensisch Instituut en de Universiteit van Amsterdam, een innovatieve methoden voor sporenanalyse op drugsdumpingvaten te ontwikkelen. Daarnaast streven we naar de creatie van een nieuwe dataverwerkingsmethode die strategische besluitvorming bij provincie en OM ondersteunt. Door gedetailleerde chemische analyse werpen we een nieuw licht op herkomst van grondstoffen en verbinden zo zaken met elkaar. Met verzamelde data trainen we een draagbaar apparaat dat in het veld gebruikt kan worden voor een eerste beoordeling van inhoud en risico’s. Met de nieuwste DNA-technieken ontsluiten we de mogelijkheid om voorheen onbruikbaar DNA-materiaal te analyseren. Ook werpen we licht op de geografische locatie van het illegale laboratorium door omringende vegetatie in beeld te brengen via eDNA. Aan het eind van het project dragen we een protocol over waarmee de pakkans van criminelen wordt vergroot. Opruimkosten van eerdere dumpingen blijven als een zwaard van Damocles boven hen hangen. De extra informatie die we verkrijgen over syntheseprotocollen, grondstoffen en geografische herkomst versterkt de intelligence die nodig is om dit probleem bij de wortel aan te pakken. Dit project kan bijdragen aan een groter vertrouwen bij het publiek dat de overheid de drugsproblematiek het hoofd kan bieden.