One of the areas that is included in facility management is relocation and move management. This exploratory research focuses on the relocation of nursing home residents and the influence on their wellbeing. As other organizations, nursing homes do change over time. Such changes may include reorganizations, mergers, and closures.At the same time such changes will foster a changing demand for space. As a direct consequence there may be a need to relocate residents leading to transitional and irreversible spatial interventions in the life of these nursing home residents. This may affect their physiological and psychological wellbeing: be reminded that a relocation process may cause serious stress and related health problems at these residents.The aim of this paper is to provide a literature review of studies on relocation outcomes. Because no recent literature was found on the particular Dutch situation, other studies have been reviewed in order to expose the diversity of studies and varying results. It is confirmed that relocation influences the wellbeing of nursing home residents. Positive or negative influences are determined by the organization of the relocation. Positive influences can be expected, for instance, if residents are mentally well-prepared prior to the move, if extra staff is deployed to stay in close contact with residents during the move, and if facility managers develop after-care programs until residents are completely accustomed to the new situation.
DOCUMENT
In augustus 2008 is de Philips-vestiging van Hoogeveen verhuisd naar Drachten. Bij deze verhuizing zijn circa 200 medewerkers overgeplaatst. Bij een dergelijke verhuizing biedt Philips haar medewerkers de mogelijkheid om gebruik te maken van een verhuisregeling.Aanleiding voor dit onderzoek zijn het lage aantal verhuizingen van de medewerkers naar Drachten, slechts 10% is daadwerkelijk verhuisd. Philips wil graag dat medewerkers woonachtig zijn binnen een straal van 35 km vanaf de Philips-vestiging. Het doel van de opdrachtgever is om het beleid bij verhuizen te toetsen en waar deze verbeterd kan worden te verbeteren. Dit onderzoek bevat daarom informatie waarmee Philips in de toekomst haar verhuisbeleid kan verbeteren. Philips medewerkers zullen dan bij overplaatsingen eerder geneigdzijn mee te verhuizen naar de nieuwe werkomgeving.Studentenonderzoek in het kader van het thema Leefomgeving
DOCUMENT
De Zijlen is een organisatie die zich inzet voor zo’n 1000 mensen (kinderen, jongeren en volwassenen) met een verstandelijke beperking. Vanaf 2005 is bij De Zijlen een belangrijke verhuisbeweging gestart, waarbij cliënten met een verstandelijke beperking van het instellingsterrein “Sintmaheerdt” in Tolbert en “Groot Bronswijk” in Wagenborgen, verhuisd zijn naar kleinschaliger woonlocaties. Dit onderzoek is een vervolg op het onderzoek ”Op weg naar een nieuwe woning” (Emmens, van der Meulen, Wallenburg & Terpstra, 2010). In dit vervolgonderzoek zijn hierbij ook ervaringen van cliënten van Groot Bronswijk meegenomen. Bij De Zijlen vindt men het belangrijk dat iedere cliënt zijn of haar eigen plek inneemt in de maatschappij. Maatschappelijke participatie is een van de kernthema’s binnen De Zijlen. In de visie van De Zijlen worden verder als kernthema’s keuzevrijheid, privacy en relatievorming genoemd. Door het management van De Zijlen is aan het lectoraat Rehabilitatie van de Hanzehogeschool Groningen gevraagd om te onderzoeken welke resultaten deze verhuizingen hebben opgeleverd. In hoeverre heeft het deconcentratieproces geleid tot verbetering van de kwaliteit van leven en tot participatie in de wijk? In deze samenvatting komen achtereenvolgens de achtergrond, de onderzoeksvraag, de opzet van het onderzoek, de uitkomsten en de aanbevelingen aan bod.
DOCUMENT
Kinderen buiten beeld. De leefsituatie van ongedocumenteerde kinderen in Nederland Dit artikel werpt licht op de omstandigheden waaronder kinderen zonder verblijfsstatus (ongedocumenteerde kinderen) opgroeien in Nederland en niet in beeld zijn bij de overheid. Het betreft uitgeprocedeerde kinderen en kinderen die nooit een asielaanvraag hebben ingediend. In beide gevallen gaat het om kinderen die met hun ouders een bestaan in de illegaliteit opbouwen. De data zijn afkomstig uit een studie naar de woon- en leefsituatie van 29 illegale kinderen tussen 6 tot 19 jaar oud. De kinderen benoemen problemen die gedeeltelijk samenvallen met die van andere kinderen in Nederland, ook kinderen die in armoede opgroeien. De problemen van ongedocumenteerde kinderen werken echter zwaarder door. Ook staan zij onder grote psychische druk. Ze leven met het geheim van hun juridische status, zijn bang door de politie te worden opgepakt, weten niet wie ze kunnen vertrouwen en ervaren hun toekomst als ongewis.
DOCUMENT
Zeven aanbevelingen voor de publieke professional om - vanwege hun rol in de circulaire economie - meer te doen met binnenhavens.
LINK
‘Kamers met Aandacht’ is een verzamelnaam voor (kleinschalige) gemengde woonvormen, waar jongeren van 18 tot 23 jaar ondersteund door hun netwerk, hun omgeving en vertrouwde jeugdprofessional veilig verder kunnen groeien. Het is tevens de naam van een project dat zich richt op het werven van betaalbare kamers bij particulieren, bedrijven en organisaties in de provincie Utrecht, het organiseren van informeel toezicht in de vorm van betrokken huis- of buurtgenoten, en het bieden van ambulante begeleiding door de al betrokken jeugdhulporganisatie Coördinator en initiator van Kamers met Aandacht Bianca van der Neut (Jeugdfocus) benaderde het lectoraat Jeugd van de Hogeschool Utrecht (HU) met de vraag onderzoek te doen naar het eerste (pilot)jaar van Kamers met Aandacht. Naast oriënterende gesprekken met coördinator Bianca van der Neut, is er een gesprek gevoerd met de betrokken jeugdhulporganisaties. Op basis van een probleemanalyse zijn de volgende doelen gedefinieerd voor het onderzoek: a. Het vaststellen van de (ondersteunings)behoeften van de jongeren die in aanmerking komen voor Kamers met Aandacht; b. Het vaststellen van de vereisten waaraan verhuurders van Kamers met Aandacht moeten voldoen; c. Het opstellen van matchingscriteria om jongeren en verhuurders aan elkaar te koppelen; d. Het evalueren van de pilotfase van Kamers met Aandacht vanuit het perspectief van deelnemende jongeren, verhuurders, en jeugdhulporganisaties.
DOCUMENT
Wat kunnen we leren van hulpverleningstrajecten die eindigen in specialistische jeugdhulp? Die vraag wilden we beantwoorden met ouders, jeugdigen, professionals en beleidsmakers in het landelijke onderzoek Ketenbreed Leren. Samen hebben we met de ‘kennis van nu’ gekeken welke factoren belemmerend zijn geweest of juist hebben geholpen om de hulp goed te laten verlopen. We hebben met elkaar verbeterpunten besproken en een leer- en verbeterbeweging in de regio proberen te creëren. Binnen het project Ketenbreed Leren wilden we leren van hulpverleningstrajecten waar specialistische of weinig voorkomende jeugdhulp is ingezet met als uiteindelijke doel om: - sneller effectieve jeugdhulp te kunnen inzetten, - steeds beter te kunnen voorkomen dat ernstige problematiek ontstaat en - steeds beter te kunnen voorkomen dat deze vormen van hulp ingezet moeten worden. In vijf regio’s in Nederland verrichtten regionale onderzoekspartners in samenwerking met collega-instellingen casusonderzoeken. Het casusonderzoek werd uitgevoerd bij jeugdigen die verbleven in een justitiële jeugdinrichting, jeugdzorg+-instelling, een orthopedagogisch behandelcentrum (OBC) of in de jeugd-GGZ. In de regio Zuid-Holland Noord werd het onderzoek uitgevoerd door Curium-LUMC en het lectoraat Jeugdhulp in Transformatie van de Haagse Hogeschool. Het onderzoek loopt nog tot half 2022, waarbij de werving van casuïstiek liep tot half januari 2022. In deze factsheet beschrijven we alleen de resultaten van het casusonderzoek in de regio Zuid-Holland Noord, waar de regio Haaglanden onderdeel van is. In de loop van 2022 verschijnt een uitgebreide landelijke rapportage.
MULTIFILE
Het gaat de goede kant op met de criminaliteitscijfers en veiligheidsbeleving van burgers in Zeist. Toch hebben de burgemeester en gemeenteraad van Zeist zich voorgenomen om een trendbreuk in de onveiligheid in Zeist te realiseren. De ambitie is om een versnellingsimpuls te realiseren in de verbetering van de veiligheid in Zeist. In dit innovatieonderzoek staat het verder bestendigen van professionals in de aanpak van veiligheid op het niveau van wijken en buurten in Zeist centraal. De hoofdvraag bij dit onderzoek luidt: Hoe kan de gemeente Zeist met al haar partners, binnen de grenzen van het mogelijke, meer veiligheid in wijken en buurten stimuleren? Om indrukken voor heel Zeist op te kunnen doen is er samen met de gemeente Zeist gezocht naar twee wijken die wat betreft veiligheid en bevolkingssamenstelling exemplarisch zijn voor de diversiteit in Zeist. Deze gebieden hebben wij gevonden in de wijken Vollenhove en Brugakker. Binnen de wijken zoomen we verder in op diversiteit in buurten. Voor Vollenhove onderzochten wij de Geroflat en omgeving en de Pedagogenbuurt. In Brugakker lag onze focus op de koopwoningen in het noordwesten van de wijk en de huurwoningen in ‘de Hoge Rug’. Via een verdiepende blik in de cijfers, gesprekken met buurtbewoners en betrokken professionals werkten wij naar gezamenlijk handelingsperspectief voor burgers en professionals op basis van verbonden veerkracht.
DOCUMENT
Het leven zonder de juiste papieren is sinds het begin van de jaren negentig steeds moeilijker geworden in Nederland. Het alsmaar restrictiever wordende vreemdelingenbeleid heeft ook gevolgen voor gemeenten. Binnen de gemeentegrenzen wonen immers de ongedocumenteerde ouders en hun kinderen die zich staande proberen te houden. Lokale overheden hebben te maken met concrete mensen en niet alleen met abstract beleid. Dit onderzoek richt zich op de woon- en leefomstandigheden van ongedocumenteerde kinderen in de stad Utrecht en in de overige G4 steden (Rotterdam, Amsterdam en Den Haag). Het doel van het onderzoek is om inzicht te krijgen in de omvang, achtergrond en ontwikkelingssituatie van deze kinderen. De onderzoeksvragen zijn: 1. Wat is de omvang van het aantal ongedocumenteerde kinderen in Nederland en in het bijzonder in de stad Utrecht? 2. Hoe ervaren ongedocumenteerde kinderen hun woon– en leefomstandigheden? 3. In hoeverre worden de ontwikkelingsvoorwaarden van ongedocumenteerde kinderen gewaarborgd? 4. Welke aanbevelingen zijn er te formuleren voor gemeentelijk beleid om de ontwikkelingsvoorwaarden van ongedocumenteerde kinderen te waarborgen?
DOCUMENT
Goede samenwerking tussen gezinnen en professionals vanuit het onderwijs en de jeugdhulp ondersteunt de ontwikkeling van kinderen. Bij die samenwerking staat het belang van het kind centraal. Over dat belang kunnen mensen verschillend denken. Deze perspectieven samenbrengen is nodig voor goede samenwerking. Werken met een tijdlijn helpt hierbij. De Tijdlijn is een tool om weer te geven wat er met een kind op school en thuis aan de hand is. Het gaat om een kind of gezin waarbij meerdere professionals vanuit de jeugdhulp, het onderwijs en/of de ondersteuning aan ouders betrokken zijn. Het maakt alle gebeurtenissen in de tijd inzichtelijk, van hoe het kind zich ontwikkeld heeft, de ingezette hulp tot aan hoe de samenwerking is verlopen. Door deverschillende perspectieven die mensen hierop hebben inzichtelijk te maken, wordt het makkelijker om deze te bespreken. Daarnaast biedt het op een praktische en visuele manier overzicht. Tot slot nodigt het uit om na te denken over wat er gebeurd is en wat er nodig is. Deze tool is ontwikkeld vanuit het onderzoek Rondom het Kind. Lees hier meer over dit onderzoek: https://www.kennisnetwerkjeugdhaaglanden.nl/rondom-het-kind
DOCUMENT