De e-learning KOPP/KOV is voor iedereen die met gezinnen werkt. KOPP/KOV staat voor Kinderen van Ouders met Psychische Problemen (KOPP) en Kinderen van Ouders met Verslavingsproblemen (KOV). In de e-learning leer je de signalen, risicofactoren en beschermende factoren herkennen. Dit geeft je een waardevolle basiskennis en bewustwording over KOPP/KOV.
LINK
Mensen met ernstige psychische aandoeningen hebben naast een psychiatrische stoornis gedurende langere tijd (>2 jaar) op meerdere levensgebieden beperkingen in het functioneren. In het beleidsrapport Over de brug (20..) zijn voor de komende jaren drie ambitieuze doelstellingen afgesproken: 1/3 meer psychiatrische en somatische gezondheidswinst (herstel van gezondheid), 1/3 meer participatie in werk of studie (herstel van maatschappelijke rollen), 1/3 meer verwezenlijking van individuele doelen (persoonlijk herstel). Op dit moment wordt vanuit de GGZ op verschillende manieren vanuit outreachende multidisciplinaire zorgteams hieraan gewerkt. De belangrijkste zorgvormen zijn. Gewerkt wordt vanuit teams voor: Bemoeizorg en Assertive Community Treatment (ACT), Flexibele ACT teams (F-ACT) en meer recent gebiedsgerichte GGZ zorgnetwerken. Deze teams staan voor een aantal uitdagingen: werken aan klinisch, persoonlijk en maatschappelijk herstel; professionele zorg bieden aansluitend op naar eigen kracht en zelfmanagement; naast de cliënt ook zijn/haar netwerk en omgeving betrekken; interprofessioneel samenwerken met professionals buiten de GGZ; integratie van behandeling en rehabilitatie; integratie van psychiatrische en somatische zorg.
DOCUMENT
Kinderen van ouders met psychische problemen of verslavingsproblemen (KOPP/KOV) ervaren vaak chronische stress, mentale en lichamelijke gezondheidsproblemen. Ook hun financiële situatie, sociale welzijn en studiesucces kunnen worden beïnvloed door het leven met ouders met psychische en/of verslavingsproblematiek. Vaak zijn zij niet in beeld bij professionals of krijgen alleen verbale therapieën, zoals cognitieve gedragstherapie, terwijl lichaamsgerichte activiteiten geschikter lijken voor mensen die niet makkelijk over gevoelens praten. Sport en bewegen worden weinig ingezet in preventieve en behandelprogramma’s voor KOPP/KOV, alhoewel sport en bewegen positief zijn geassocieerd met gezondheid en welzijn. Boksen heeft aantrekkingskracht op jongeren in kwetsbare posities, heeft de potentie om het zelfvertrouwen, de persoonlijke groei en mentale gezondheid van KOPP/KOV te bevorderen en victimisatie te voorkomen of beperken. Voorwaarde is dat de manier waarop, en context waarin, het boksen wordt aangeboden zijn afgestemd op de wensen, behoeften en mogelijkheden van de doelgroep. Vanuit boks-, sport-, welzijns- en zorgprofessionals is er op dit moment een duidelijke vraag maar ook discussie over de manier waarop boksen ingezet kan worden als adequate preventieve interventie voor KOPP/KOV. Om deze handelingsverlegenheid weg te nemen, vragen bokstrainers maar ook buurtsportcoaches, welzijns- en zorgprofessionals om hulp bij het komen tot een passende en veilige boksinterventie die de mentale gezondheid van KOPP/KOV bevordert. Vanuit ondernemers perspectief zijn er daarnaast ook vragen rondom financiering en scholing van de trainers. Met een ontwerpgerichte aanpak wordt in dit project de volgende onderzoeksvraag beantwoord: “Aan welke inhoudelijke en organisatorische criteria moet een boksinterventie ter bevordering van de mentale gezondheid van KOPP/KOVV in de leeftijd 16-24 jaar voldoen?”. Het beantwoorden van deze vraag zal resulteren in een boksinterventie die kan worden aangeboden in samenwerking tussen ondernemers binnen de boks- en sportwereld én welzijns- en zorgprofessionals, en inzicht geven in de werkzame elementen, bruikbaarheid en haalbaarheid van deze lichaamsgerichte interventie voor KOPP/KOV.
Jonge mensen met een vluchtelingenachtergrond, die zich mogen vestigen in de Nederlandse samenleving, jonge statushouders, zijn kwetsbaar voor het ontwikkelen van psychische problemen en problematisch middelengebruik. Met name jonge statushouders hebben weinig kennis over middelengebruik, de relatie tot psychische problemen en de beschikbare zorg. Verklaringen voor psychische problemen en problematisch middelengebruik zijn divers. Psychische problemen kunnen bijvoorbeeld voortkomen uit schokkende gebeurtenissen voor of tijdens de reis naar Nederland of met onwetendheid over het effect van middelen. Ook ervaren jonge statushouders veel stress. Het risico op problematisch middelengebruik is verhoogd vanwege de interactie met psychische problemen en stress. Tegelijkertijd vinden jonge statushouders moeilijk de weg naar de GGZ en verslavingszorg en zijn ze moeilijk te bereiken door welzijnswerkers en zorgverleners. Binnen het door FNO Geestkracht gesubsidieerde praktijkgerichte projectonderzoek “GGZ en verslavingspreventie voor jonge statushouders: we doen het samen!” dat in november 2021 startte, bewerkstelligen we dat jonge statushouders eerder psychische- en verslavingsproblemen (h)erkennen en daarvoor hulp zoeken. Dit doen we samen met jonge statushouders zelf en professionals (vanuit Center of Expertise Urban Vitality HvA, Jellinek, Pharos en de gemeente Amsterdam). Het netwerk van organisaties die bij dit onderzoek betrokken zijn breidt zich steeds verder uit. Vanuit Jellinek Preventie is de vraag gekomen om een onderzoeksproject te starten, dat aansluit op bovengenoemd onderzoeksproject waarbij de wens is dat jonge statushouders met psychische en verslavingsproblematiek beter de weg vinden naar de GGZ- en verslavingszorg en dat welzijnswerkers en zorgverleners deze groep beter kan bereiken. Met dit professional doctorate traject willen we voortbouwen op bovengenoemd project. We constateren dat zorg- en welzijnsorganisaties elkaar niet goed kunnen vinden en dat dit belemmerend werkt: voor jonge statushouders om de GGZ en verslavingszorg te vinden en andersom. Een vraag daarbij is of het ontbreken van ervaringskennis binnen de reguliere welzijnsorganisaties en zorginstellingen belemmerend werkt.