If being physically fit is of the outmost importance, then what can be said about the fitness of persons with severe or profound intellectual, visual and motor disabilities? Exactly how could their level of physical fitness be measured? Formulated differently, if a person sees little to nothing and in addition has little comprehension of its immediate environment, then how should one go about testing? How motivated would this person be to be subjected to tests and to perform the tasks as well as possible?' Finding an answer to these questions formed the main incentive for this research. The important concrete results of this research are feasible, reliable, and valid tests for assessing physical fitness of persons with severe or profound intellectual and multiple disabilities, which can be directly implemented into the daily practice.
Verslag van een onderzoek naar toegankelijkheid voor mensen met beperkingen in de welzijnssector in Amsterdam. Het gaat hierbij om mensen met een psychiatrische, verstandelijke, zintuiglijke en fysieke beperking en hun deelname aan activiteiten in de diverse welzijnsvoorzieningen. Aanleiding voor het onderzoek was de bezuinigingen in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De gemeente Amsterdam heeft een convenant opgesteld met afspraken waarmee de toegankelijkheid vergroot moet worden. Het onderzoek ‘Welzijn designed for all’ brengt de ontwikkelingen in zowel de fysieke als sociale de toegankelijkheid van welzijnsinstellingen in kaart. De drie centrale vragen in dit onderzoek aan de orde komen, zijn: 1)Dragen de afspraken in het convenant, resp. de Training Toegankelijkheid, uit het oogpunt van medewerkers en bezoekers bij aan het vergroten van de toegankelijkheid? 2) Kan door een grotere sociale toegankelijkheid van brede welzijnsorganisaties in Amsterdam een deel van de gevolgen van de pakketmaatregel AWBZ worden gecompenseerd? 3) Over welke competenties dienen (a.s.) professionals in het sociaal agogisch domein te beschikken om het reguliere aanbod ook bereikbaar en toegankelijk te maken/houden voor mensen met een beperking?
De jeugdzorg wordt in de komende jaren door elkaar geschud. De Nederlandse overheid is vastbesloten om een stelselherziefing door te voeren,waarbii het grootste gedeelte van de jeugdzorg community based wordt.Eenvoudig gezegd: na de stelselherziening wordt jeugdzorg voornamelijk uitgevoerd in gezinnen, in scholen en op straat. De financiering en aansturingvan deze zorg komt dan ook logischerwijs in handen van gemeenten.De gemeenten worden in deze plannen verantwoordelijk voor de huidige provinciale jeugdzorg, de huidige geestelijke gezondheidszorg, de zorg voor licht verstandelijk gehandicapten én de jeugdbescherming en jeugdreclassering. Een giga-operatie: er wordt met 3 miljard euro geschoven.
De vraag naar de stand van zaken rond signalering en diagnostiek van seksueel misbruik bij mensen met een LVB en de wijze waarop psychomotorisch therapeuten hieraan een bijdrage (kunnen) leveren, is een centrale vraag in ons RAAK-PRO onderzoek “Seksueel trauma bij mensen met een licht verstandelijke beperking: de inzet van psychomotorische therapie”. Nu een grootschalig onderzoek direct bij cliënten niet mogelijk is, willen we de kwaliteit van het onderzoeksproject waarborgen door de noodzakelijke informatie langs andere weg te verzamelen. In de voorgestelde RAAK Impuls wordt door middel van online onderzoek een inventarisatie gemaakt van (het beleid ten aanzien van) preventie, signalering en behandeling van slachtoffers van seksueel misbruik in de verstandelijk gehandicaptenzorg. Deze studie kent twee onderdelen: beleidsonderzoek en hulpverlenersonderzoek. Voor elk onderdeel wordt een aparte online enquête gemaakt. 1) In het beleidsonderzoek vullen managers/leidinggevenden op directieniveau van organisaties in de verstandelijk gehandicaptenzorg een online enquête in over het beleid ten aanzien van preventie, signalering en behandeling van slachtoffers van seksueel misbruik. 2) In het hulpverlenersonderzoek vullen gedragsdeskundigen, psychomotorisch therapeuten en (persoonlijk) begeleiders een online enquête in over preventie, signalering en behandeling van slachtoffers van seksueel misbruik. Met behulp van deze enquête wordt een inventarisatie gemaakt van preventieve maatregelen, diagnostische instrumenten en behandelmethoden en behandelprotocollen die gebruikt worden in de behandeling van cliënten met seksueel misbruik ervaringen. Op basis van de resultaten wordt voor het werkveld een rapport geschreven met daarin de huidige stand van zaken ten aanzien van preventie, signalering en behandeling van seksueel misbruik bij mensen met een verstandelijk beperking. In het rapport zullen ook handvatten en mogelijke verbeterpunten worden geformuleerd.. Daarnaast zal het rapport inzicht geven in de wijze waarop seksueel misbruik zich manifesteert bij mensen met een LVB. Deze informatie is van groot belang in het kader van het hoofddoel van het overkoepelende onderzoeksproject.
Op een waardige manier deelnemen aan en deel zijn van het maatschappelijk leven is niet altijd even makkelijk als je een beperking hebt. Het onderzoek van Jeroen Knevel is erop gericht bij te dragen aan de levenskwaliteit van mensen die belemmeringen ervaren. Zijn onderzoek doet hij samen met de praktijk en laat hij in allerlei creatieve en speelse vormen terugkomen in het onderwijs. Doel Het onderzoek beoogt een bijdrage te leveren aan kennis over theorie en praktijk van sociale inclusie bij mensen met een verstandelijke beperking. We willen we de kennis vergroten die sociaal werkers in de VG-sector nodig hebben om de inclusie van personen met een verstandelijke beperking te bevorderen. Resultaten Proefschrift op basis van artikelen. Verder artikelen, hoofdstukken, lezingen, workshops en cursussen. Bijvoorbeeld: Knevel, J. & Wilken J.P. (2019). Sociale inclusie. In J.P. Wilken & D. den Hollander (Eds.), Handboek Steunend Relationeel Handelen. Amsterdam: Uitgeverij SWP. Knevel, J. (2019). Inclusiegericht sociaal werk. Workshop op Landelijk congres Zoek ‘t uit! Praktijk en wetenschap dichter bij elkaar. Utrecht. 31 januari 2019. Knevel, J. (2019). Over inclusie. Presentatie Amersfoort’ bij Samenwerkend Netwerk (Indebuurt033). 4 april 2019. Knevel, J. (2019). Over inclusie. Lezing MEE Rotterdam, 27 juni 2019. Knevel, J. (2018). Module 2: Inclusief project. Minor Gehandicaptenzorg: inclusiegericht samenwerken met jeugd en volwassenen met een verstandelijke beperking. Utrecht: 3 september 2018 - 31 januari 2019. Inclusiegericht werken en inclusief samenwerken staat centraal in deze module. Knevel, J. (sinds 2017). Sociaal werk en mensenrechten. College 2e jaars opleiding Sociaal Werk, wekplaats Sociale Rechtvaardigheid. Utrecht. Knevel, J. (sinds 2017). (On)rechtvaardigheid en (on)gelijkwaardigheid. Colleges 2e jaars voltijd- en deeltijdopleiding Sociaal Werk, wekplaats Sociale Rechtvaardigheid. Utrecht. Podcast Lessen uit #HUonderzoek Looptijd 01 maart 2018 - 01 maart 2022 Aanpak Enkele vragen die centraal staan in dit onderzoek: Hoe kan sociaal werk in de verstandelijk gehandicaptenzorg begrepen worden vanuit het perspectief van inclusie en mensenrechten? En enkele kleinere vragen zoals: Inclusiegericht werken: hoe doe je dat in de praktijk? Wat doe je dan? Wat doe je dan niet? En waarom dan wel of niet? Wat voor effect(en) heeft inclusiegericht werken voor: Mensen met een verstandelijke beperking? Professionals die werken vanuit de VGZ (begeleiders, coaches, participatiecoaches) En waaraan merk je dat er effect is? Verschillende vormen van dataverzameling worden ingezet. Literatuurstudie; Vier ontwikkelwerkplaatsen in Amsterdam Noord, Amersfoort Vathorst, Wageningen en Utrecht; Interviews; Inclusief karakter; Afstudeerkring. Dit houdt in: Er wordt samen gewerkt aan een sociaal vraagstuk. In dit geval ‘inclusie’ in relatie tot mensen met een verstandelijke beperking. Er is sprake van een netwerkstructuur van praktijkorganisaties, lectoraten, docent-onderzoekers die zich verbinden aan het vraagstuk. Er is sprake van een langlopende kennisagenda. Er is sprake van jaarlijkse opdrachten voor studenten die daar op kunnen ‘solliciteren’. Studenten kunnen mailen met jeroen.knevel@hu.nl. Er kan sprake zijn van taakgroepen van studenten die opdrachten uitwerken; elke student voert een deelaspect van de opdracht (individuele toetsing) uit. De ontwikkelwerkplaats is een plek waar data worden verzameld en waar nieuwe werkwijzen worden ontwikkeld. Allerlei activiteiten ondersteunen dat proces. Er worden gesprekken gevoerd. En discussies. Bijvoorbeeld over de persoonlijke betekenis van inclusie. Er worden ervaringen gedeeld en verzameld, en uiteindelijk geclusterd. Er worden pitches gegeven. Er worden doelen geformuleerd door deelnemers van de ontwikkelwerkplaats. Er worden factoren benoemd die werken en die niet werken in het inclusiegericht werken. Er wordt een analyse gemaakt van alle verzamelde ervaringen.
Een project met zorgaanbieder NOVO en system integrator Avics om een sensorsysteem te ontwikkelen ter ondersteuning van licht verstandelijk gehandicapten.Vele praktijklessen geleerd over gezamenlijke ontwikkeling en implementatie van een innovatief systeem in de zorg.Een project met zorgaanbieder NOVO en system integrator Avics om een sensorsysteem te ontwikkelen ter ondersteuning van licht verstandelijk gehandicapten.