Projectverslag Hogeschool Utrecht, Instituut voor ICT. In dit document wordt een onderzoek beschreven naar de mogelijkheid om een virtuele wereld in te zetten voor het onderwijs over duurzaamheid voor (eerstejaars) ICT studenten. Hierbij zijn de volgende produkten opgeleverd: - Een verslag van een onderzoek naar bestaande virtuele omgevingen waarinn duurzaamheid centraal staat, naar competenties voor duurzaamheid en naar de toetsing van gedragsaspecten. - Een lijst competenties met betrekking tot duurzaamheid die eerstejaarsstudenten ICT zouden moeten verwerven. - Een virtuele wereld (GreenIT op het Virtyou grid in OpenSIM)) waarin opdrachten door studenten uitgevoerd kunnen worden. Deze wereld zal overigens in de komende maanden buiten het kader van dit project nog verder uitgebreid worden. Uit het uitgevoerde onderzoek naar de effecten op attitude en gedrag van studenten, blijkt een positief effect op studenten die intensief met duurzaamheid bezig zijn Het doel van het project is daarmee naar het oordeel van betrokkenen royaal gehaald. Zij willen in het bijzonder de leden van de SIG Virtuality bedanken voor hun enthousiasme en inzet.
DOCUMENT
Het gaat hier om de conceptversie van een verhaal over leerobjecten, waarom we ze nodig hebben en hoe we ze daadwerkelijk kunnen inzetten in gedistribueerde leeromgevingen.
DOCUMENT
In dit artikel een aanta gedachten overhet bouwen en onderhouden va virtuele leeromgevingen in het toerisme waarin speciaal aandacht voor impliciet leren.
DOCUMENT
De vraag is of onderwijsinstellingen voorzien in leeromgevingen die verlangde competenties voor digitalisering versterken. Meerdere auteurs menen dat dit niet het geval is. Anders dan bij sectoren die eerder grensverleggende ICT-innovaties ondergingen, is het grootste deel van de processen in en rond leeromgevingen in het onderwijs, marginaal en niet fundamenteel door en voor de ICT-revolutie veranderd. Dat staat op gespannen voet met intensiteit en belang van ICT-gebruik in de samenleving, zoals bij jongeren. De dissertatie wil een bijdrage leveren aan het overbruggen van de kloof en een grotere verantwoordelijkheid van het onderwijs bereiken voor digitale competenties. Het onderzoek beperkt zich tot het hbo. De eerste twee hoofdstukken van de dissertatie bestaan uit literatuurverkenningen over de betekenis van ICT en digitale competenties. Voor het empirische deel werden leertheoretische uitgangspunten geformuleerd in vier categorieën: inhoud, drijfveren, interactie en omgeving. De onderzoeksopzet voorzag in een verkennende en een verdiepende studie bij de opleiding Small Business & Retail Management van Hogeschool Zuyd. De verkennende studie geeft een beeld van de opleiding vanuit drie perspectieven: 1) formuleringen in beleid en formeel beschreven, 2) percepties van docenten, management, beleidsmakers en instanties en 3) ervaringen van studenten. De verdiepende studie leidde tot 49 bevindingen. Deze resulteerden in 12 ontwerpprincipes voor leeromgevingen die betrekking hebben op besturende, primaire en ondersteunende processen. De principes kunnen vorm geven aan leeromgevingen die digitale competenties van hbo-studenten voor een gedigitaliseerde samenleving versterken. Zij kunnen er tevens aan bijdragen slagvaardigheid met ICT te vergroten.
MULTIFILE
De insteek van het CoE S2M is om vanuit vraaggestuurd onderzoek van bedrijven samen met professionals en studenten een voedingsbodem voor een passend onderwijsaanbod (bijvoorbeeld trainingen, (bij)scholingstrajecten, hybride leerkrachten en flexibele leerroutes) te creëren. Dit literatuuronderzoek naar alternatieve leeromgevingen en werkvormen heeft de volgende doelstellingen: • het identificeren van best practices op het gebied van inspirerende en activerende werkvormen passend bij de doelstelling van het CoE S2M en bij het NHL Stenden DBE onderwijsmodel; • het identificeren van best practices van inspirerende en activerende leeromgevingen passend bij de doelstelling van het CoE S2M en bij het NHL Stenden DBE onderwijsmodel; • de toepasbaarheid van deze werkvormen en leeromgevingen bij de doelstelling van het CoE S2M en het DBE onderwijsmodel.
DOCUMENT
Oratie uitgesproken bij installatie als lector 'educatieve functies van ICT' aan de Fontys Hogescholen, Lerarenopleiding Sittard. Het verhaal gaat over leerobjecten, waarom we ze nodig hebben en waarom een zinvolle inzet ervan niet binnen de vigerende inrichting van het onderwijs past maar een transformatie daarvan vraagt. Geschetst wordt hoe dit zou kunnen, inclusief de rol die onderwijsmodelleertalen daarin kunnen spelen.
DOCUMENT
De vraag is of onderwijsinstellingen voorzien in leeromgevingen die verlangde competenties voor digitalisering versterken. Meerdere auteurs menen dat dit niet het geval is. Anders dan bij sectoren die eerder grensverleggende ICT-innovaties ondergingen, is het grootste deel van de processen in en rond leeromgevingen in het onderwijs, marginaal en niet fundamenteel door en voor de ICT-revolutie veranderd. Dat staat op gespannen voet met intensiteit en belang van ICT-gebruik in de samenleving, zoals bij jongeren. De dissertatie wil een bijdrage leveren aan het overbruggen van de kloof en een grotere verantwoordelijkheid van het onderwijs bereiken voor digitale competenties. Het onderzoek beperkt zich tot het hbo. De eerste twee hoofdstukken van de dissertatie bestaan uit literatuurverkenningen over de betekenis van ICT en digitale competenties. Voor het empirische deel werden leertheoretische uitgangspunten geformuleerd in vier categorieën: inhoud, drijfveren, interactie en omgeving. De onderzoeksopzet voorzag in een verkennende en een verdiepende studie bij de opleiding Small Business & Retail Management van Hogeschool Zuyd. De verkennende studie geeft een beeld van de opleiding vanuit drie perspectieven: 1) formuleringen in beleid en formeel beschreven, 2) percepties van docenten, management, beleidsmakers en instanties en 3) ervaringen van studenten. De verdiepende studie leidde tot 49 bevindingen. Deze resulteerden in 12 ontwerpprincipes voor leeromgevingen die betrekking hebben op besturende, primaire en ondersteunende processen. De principes kunnen vorm geven aan leeromgevingen die digitale competenties van hbo-studenten voor een gedigitaliseerde samenleving versterken. Zij kunnen er tevens aan bijdragen slagvaardigheid met ICT te vergroten.
DOCUMENT
Op 16 maart sloten alle opleiding in het Hoger Onderwijs hun deuren in verband met de maatregelen als gevolg van de COVID-19 pandemie. Dit was ook het geval voor de opleiding Medische Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken (MBRT) van de Hogeschool Inholland in Haarlem. Deze vier jarige hbo-opleiding leidt studenten op voor het werk als Medisch Beeldvormings- en Bestralingsdeskundigen (MBB-er) in de Medische Beeldvormende vakgebieden en in de Radiotherapie. Voor dit onderwijs heeft de opleiding een skills lab met daarin diverse beeldvormende apparatuur en een virtuele versneller. Deze virtuele versneller is ontwikkeld door het Britse bedrijf Vertual en wordt naast de MBRT-opleiding van Hogeschool Inholland ook door vergelijkbare opleidingen gebruikt.
DOCUMENT
Er is al veel geschreven over de generatie die is opgegroeid met de vanzelfsprekende aanwezigheid van de moderne informatie- en communicatietechnologie en het internet als virtuele wereld, maar de consequenties voor het onderwijs worden nog onvoldoende onderkend. Het belangrijkste probleem is dat de generatie die onderzoek doet naar veranderend leergedrag behoort tot de digital immigrants, terwijl zij uitspraken doet over de generatie die behoort tot de digital natives (Prensky, 2006). De digital immigrants zien de informatie en communicatietechnologie als een aanvulling op reeds ontwikkelde routines, en dat betekent dat de mogelijkheden van die technologie ook vanuit dat perspectief worden beoordeeld. De routines van de digital natives zijn geworteld in deze technologie en werden erdoor gevormd.
DOCUMENT