Dit artikel is een samenvatting van mijn proefschrift over Schumans Europa en zijn referentiekader dat de oorspronkelijke visie weergeeft van de grondlegger van de Europese eenwording, Robert Schuman. Het laat zien hoe zijn gedachten, persoonlijkheid, katholieke geloof en afkomst uit Elzas-Lotharingen samenkomen in zijn visie op Europese eenwording. Hij ziet de raison d'être van de Europese eenwording bij het Europees spiritueel en cultureel erfgoed. Effectieve solidariteit over de grenzen heen beschouwt hij een logisch gevolg daarvan. Schuman is van mening dat de integratie stapje voor stapje zal moeten plaatsvinden en generaties zal duren. De nationale belangen zullen in dit proces en in deze visie van eenwording zoveel mogelijk worden ontzien, tenzij deze ingaan tegen de gemeenschappelijk Europese belangen. Schumans zienswijze werpt een verfrissende blik op de huidige situatie van de EU en geeft inzicht in de oorzaak van de EU-problemen. Het levert daarmee een denkkader waarmee gewerkt kan worden aan de oplossing. ABSTRACT This article is an excerpt of a doctoral dissertion on Schuman's Europe and his frame of reference that represents the original vision of the founder of the European union, Robert Schuman. It displays that his thoughts, personality, catholic religion and origin from Elzas-Lotharingen come together in his vision on the European union. He sees the raison d'être of European integration to the European spiritual and cultural heritage. He considers effective solidarity beyond borders thereof as a logical consequence. Schuman believes that the integration will take place step by step and will take generations. The national interests will be spared as much as possible in the process, unless these go against the common European interests. Schuman's way of thinking casts a refreshing look on the current situation of the European Union and provides insight into the cause of the European problems. It provides a conceptual framework that can be used for a solution.
Onderzoek en begeleidingen van een gezamenlijke visie-ontwikkeling voor alle stakeholders rondom het sportpark Hoogkerk. In opdracht van de gemeente Groningen in 2012
In kunsteducatie is visievorming van belang. Een visie geeft antwoord op fundamentele vragen over kunsteducatie. Levert de Talentenkrachtaanpak een mogelijke bijdrage aan visievorming in de kunsteducatie? In het diverse Nederlandse veld van de kunsteducatie zijn verschillende visies geformuleerd. De visie die het dichtst bij de Talentenkrachtaanpak ligt is die van de idioculturele kunsteducatie. De Talentenkrachtaanpak sluit bij die visie aan op drie belangrijke punten: het denken in complexe dynamische systemen, een dynamische visie op leren en een dynamische en democratische visie op talent. Er zijn echter ook elementen in de Talentenkrachtaanpak die minder goed overeenkomen met de visie van idioculturele kunsteducatie. De herkomst van de Talentenkrachtaanpak uit het domein van de Wetenschap & Techniek verbindt die aanpak met kwalificatie-doelstellingen, terwijl idioculturele kunsteducatie in essentie subjectiveringsgericht is. Daarnaast zijn in het veld van de kunst en de kunsteducatie de connotaties van het woord ‘talent’ zo sterk en zo in tegenspraak met de Talentenkrachtaanpak, dat het niet gemakkelijk is idioculturele kunsteducatie op een lijn te stellen met talentkrachtige kunsteducatie. Staan blijft dat veel van de inhoudelijke uitgangspunten van de Talentenkrachtaanpak inspirerend zijn voor visievormig in de kunsteducatie.
MULTIFILE
Intervisieproces met Femke Merkx als begeleider t.b.v. dossier 2015-02-72P eHealth in de wijk: Ondersteuning voor de wijkverpleegkundige bij het indiceren van eHealth.
Het Lectoraat Werken in Onderwijs en Academie Tien, een innovatieve school voor voortgezet onderwijs in Utrecht, onderzoeken in deze case study hoe de eigentijdse visie op leren en ontwikkelen van de school in de praktijk vorm krijgt binnen drie lagen (leerling, docenten (in-opleiding) en schoolontwikkeling).Doel Binnen Academie Tien is er wat betreft leren en ontwikkelen sprake van gelaagdheid: wat voor (1) leerlingen geldt, kan niet los staan van (2) opleiden van docenten-in-opleiding en professionaliseren van collega’s en (3) schoolontwikkeling. Hoe werken deze drie lagen van leren en ontwikkelen op elkaar in? En hoe werkt de visie van de school op leren door op onderwijskwaliteit? In het bijzonder zal er gekeken worden naar deze vragen in relatie tot het thema ‘omgaan met heterogeniteit’. Het doel van dit project is om meer inzicht voor de school in zichzelf te verkrijgen en voor scholen met vergelijkbare ambities. Resultaten De case study resulteert in een portret. Dit portret: geeft taal aan de visie van Academie Tien en maakt sterke kanten en verbeterpunten zichtbaar; schetst het leren en professionaliseren van docenten en kan richting geven aan toekomstig leren en professionaliseren; is een voorbeeld voor andere scholen als het gaat om het organiseren en verbinden van leren en ontwikkelen. Looptijd 01 januari 2023 - 31 januari 2024 Aanpak Onderzoekers vanuit het lectoraat en de school zelf verzamelen gegevens door het doen van observaties en diepte-interviews. Een veelgebruikt onderwijskundig model over (professioneel) leren wordt gebruikt om te duiden wat er wordt geleerd binnen de drie lagen van de schoolorganisatie en hoe er wordt geleerd.
Om tegemoet te komen aan de eisen die gesteld worden aan werknemers in de huidig snel veranderende samenleving heeft de NHL Stenden Hogeschool gekozen voor een nieuw onderwijsconcept, namelijk Design Based Education (DBE). DBE is gebaseerd op het gedachtegoed van Design Thinking en stimuleert iteratieve en creatieve denkprocessen. DBE is een student-georiënteerde leeromgeving, gebaseerd op praktijk-, dialoog-, en vraaggestuurde onderwijsprincipes en op zelfsturend, constructief, contextueel en samenwerkend leren. Studenten construeren gezamenlijk kennis en ontwikkelen een prototype voor een praktijkvraagstuk. Student-georiënteerde leeromgevingen vragen andere begeleidingsstrategieën van docenten dan zij gewend zijn. Van docenten wordt verwacht dat zij studenten activeren gezamenlijk kennis te construeren en dat zij nauw samenwerken met werkveldprofessionals. Eerder onderzoek toont aan dat docenten, zelfs in een student-georiënteerde leeromgeving, geneigd zijn terug te vallen op conventionele strategieën. De overstap naar een ander onderwijsconcept gaat dus blijkbaar niet vanzelf. Collectief leren stimuleert docenten de dialoog aan te gaan met andere docenten en werkveldprofessionals met als doel gezamenlijk te experimenteren en collectief te handelen. De centrale vraag van het postdoc-onderzoek is het ontwerpen en ontwikkelen van (karakteristieken van) interventies die collectief leren van docenten en werkveldprofessionals stimuleren. Het doel van het postdoconderzoek is om de overstap naar DBE zo probleemloos mogelijk te laten verlopen door docenten te ondersteunen DBE leeromgevingen te ontwikkelen in samenwerking met werkveldprofessionals en DBE te integreren in hun docentactiviteiten. De onderzoeksmethode is Educational Design Research en bestaat uit vier fasen: preliminair onderzoek, ontwikkelen van prototypes, evaluatie en bijdrage aan de praktijk. Het onderzoek is verbonden aan het lectoraat Sustainable Educational Concepts in Higher Education en wordt hiërarchisch en inhoudelijk aangestuurd door de lector. Docenten, experts, werkveldprofessionals en studenten worden betrokken bij het onderzoek. Dit onderzoek kan zowel binnen als buiten de hogeschool een bijdrage leveren omdat steeds meer hogescholen kiezen voor een ander onderwijsconcept.