Visievorming voor schoolteams op het gebied van Talentkrachtig onderwijs.
Uit onderzoek blijkt dat het met kinderen die in verbindende omgevingen opgroeien beter gaat dan met hun leeftijdsgenoten bij wie het daaraan ontbreekt (Garbarino et al. 1997; De Winter 2004, 2006; Moritsugu et al. 2010). Ze hebben meer ontwikkelingskansen, minder gedragsproblemen en ervaren meer verbondenheid met elkaar en met de omgeving. Verbindende omgevingen zijn omgevingen waar kinderen zich welkom en gerespecteerd voelen en merken dat ze ‘ertoe doen’. Een belangrijk kenmerk is de (al dan niet lichte) pedagogische afstemming tussen ouders, buurtbewoners, vrijwilligers en professionals zoals docenten, kinderleidsters, jongerenwerkers of sportbuurtcoaches. Brede scholen zijn bij uitstek verbindende settings, althans op papier. Brede scholen zijn samenwerkingsverbanden tussen scholen, kinderopvang, welzijn, naschoolse opvang en overige instellingen in de wijk. Door de samenwerking, zo stellen pleitbezorgers van de brede school, kan een integraal dagprogramma worden geboden, waarbij de ontwikkeling van het kind centraal staat en de instellingsbelangen naar de achtergrond worden verschoven. Bovendien kunnen ouders en wijkbewoners bij de brede school worden betrokken, waardoor brede scholen veel meer kunnen bereiken met ‘hun’ kinderen. Ouders kunnen op hun beurt op allerlei manieren bij de brede school worden betrokken. Een belangrijke kwestie daarbij is welke ruimte voor eigenheid de partners in de brede school (zouden moeten) hebben en welke keuzes voor gezamenlijk denken en handelen er (zouden moeten) worden gemaakt
De afdeling communicatie van de gemeente Almere is begin 2012 de samenwerking aangegaan met het lectoraat crossmediale communicatie in het publieke domein (PubLab) van de Hogeschool Utrecht. Gezamenlijk is er een onderzoeksprogramma ontwikkeld waarmee de afdeling wil reflecteren op de communicatie van de organisatie en de aannames die hieraan ten grondslag liggen. Het onderzoeksprogramma moet zo een bijdrage leveren aan de verdere professionalisering en visievorming van de afdeling. Eén van de thema’s die in de gesprekken over de visie op de communicatie van de gemeente regelmatig opduikt is de ontwikkeling van een ‘communicatieve organisatie’. De bijdrage van de afdeling Communicatie zou erop gericht moeten zijn de communicatieve vaardigheden van de medewerkers te versterken om zo de organisatie als geheel communicatiever te maken. Op deze manier zou de communicatieprofessie het meest effectief bijdragen aan de organisatiedoelen. Met de ontwikkeling naar een organisatie waarin de verantwoordelijkheid voor communicatie breed is belegd en niet langer exclusief het domein is van communicatieprofessionals, speelt de afdeling Communicatie in op brede ontwikkelingen in de samenleving en alle mogelijkheden van online communicatie.
In De Haagse Hogeschool werken de lectoraten vanuit faculteiten, dicht bij het onderwijs, nauw samen in zeven kenniscentra. Deze kenniscentra zijn de verbinding tussen de regio, met zijn actuele thema’s (vaak gelinkt aan het missiegedreven innovatiebeleid van de overheid) en het onderwijs en onderzoek van de Haagse Hogeschool. De zeven kenniscentra van De Haagse Hogeschool zijn: Cybersecurity, Digital Operations & Finance, Global & Inclusive Learning, Global Governance, Health Innovation, Governance of Urban Transitions & Mission Zero. Deze kenniscentra zijn in opstartende fase en worden ondersteund door centrale diensten. De Haagse Hogeschool kiest voor versterking van de onderzoeksinfrastructuur die centraal staat in de kenniscentra: ‘de Haagse Labs’. Praktijkgericht onderzoek vindt in deze omgevingen plaats als een vervlechting van onderwijs (studenten en docenten), onderzoek, het werkveld en maatschappelijke partners. Sommige labs hebben een tijdelijk karakter, andere, zoals de hogeschool zelf, zijn continu een omgeving waarbinnen onderzoek gedaan wordt. De Haagse Labs zijn bij uitstek de plek waarin nauw samengewerkt wordt met andere hogescholen of kennisinstellingen (veelal zijn ze ontstaan uit een samenwerking zoals The Green Village, of het Basalt SmartLab). De keuze voor de Haagse Labs geeft verdieping aan regionale samenwerkingen en bijbehorende speerpunten. De huidige, meer informele inrichting, kan met behulp van Impuls 2020, verder structuur krijgen, leiden tot een betere kennisdeling tussen de kenniscentra heen en de regionale netwerkvorming versterken. Naast het formaliseren van ‘de Haagse Labs’ zetten we in op zichtbaarheid van de Hogeschool in de regio door te investeren in communicatie (denk bijvoorbeeld aan het opzetten van podcasts, en digitale middelen in Corona-tijd). Die profilering van ons onderzoek wordt verder ondersteunt door een traject rond visievorming en strategische positionering. De kenniscentra zullen begeleid worden om einde 2021 een visie te ontwikkelen met bijbehorende acties om de rol van de hogeschool in de regio te versterken.
De uitdagingen waar agrarische bedrijven voor staan zijn groot en dit legt een extra druk op het bedrijfsovernameproces. Een proces dat al onder druk staat door schaalvergroting en de stijging van de grondprijs. Het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt heeft in samensprak met het ministerie van LNV en LTO het plan om een kenniscentrum bedrijfsovername te starten. In het project ‘Expeditie bedrijfsovername’ wordt overzicht over en inzicht in de bestaande kennisinfrastructuur voor advisering in de bedrijfsovername samengesteld. Met een brede groep betrokkenen bij agrarische bedrijfsovername wordt een totaal overzicht opgesteld van het overnameproces en de beschikbare adviesdiensten. Daarbij is naast de technische aspecten (financieel en juridisch) specifiek aandacht voor de sociaal-emotionele kant: de familie en de interactie tussen de overnemer/overdrager, ook als het gaat om visievorming voor de toekomst van het bedrijf in relatie tot de grote uitdagingen van markt en maatschappij. Dit project is 1 van 4 projecten waarbij ieder project zich richt op specifieke regio’s en deelsectoren van de landbouw. Het Living Lab Oost wordt geleid door Aeres Hogeschool en richt zich primair op deelsectoren melkveehouderij en akkerbouw in het midden en oosten van het land. Vanuit een gezamenlijk opgezette werkwijze en wordt gewerkt aan het eindproduct: een ‘landkaart’ van het bedrijfsovernameproces met daarin specifiek aandacht voor regionale en sectorale verschillen. Vanuit de analyse van de behoefte aan en het aanbod van ondersteuning volgen ontwikkelwensen voor (door)ontwikkeling van methodieken, deze worden waar mogelijk ontwikkeld en getest binnen de kaders van het project. De landkaart kan in de advisering gebruikt worden om een bedrijf inzicht te geven over de route van hun eigen ‘expeditie’ langs de voor hen relevante aspecten van het bedrijfsovernameproces. Het project werkt met een breed consortium die belanghebbenden zijn bij een goed doorlopen bedrijfsovernameproces.
GOUD staat voor Geïntegreerde Ondersteuning voor multidisciplinaire Uitrol van Datagedreven zorg in verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg [VVT]). We voeren dit onderzoek uit om VVT-organisaties te ondersteunen bij het effectief implementeren van datagedreven zorg. Dit doen we door de multidisciplinaire samenwerking te verbeteren en zorgverleners beter te betrekken in het gebruik van zorgtechnologieën. Daarmee kunnen ze de toenemende druk door vergrijzing aanpakken.