De ramp met vlucht MH17 was en is een ingewikkelde crisis. Omdat de gebeurtenis zich elders voordeed en er ‘opzet’ in het spel was, kleven aan deze ramp enorm veel internationale dimensies. In dit hoofdstuk wordt daar niet op ingegaan. Het voorgaande geeft slechts een impressie van een aantal zaken die in de eerste maanden na de vliegramp speelden.
LINK
Interview met o.a. Menno van Duin. Bij een calamiteit staat de school volkomen onverwacht volop in de belangstelling, zowel bij medewerkers, leerlingen en ouders als in de pers en op sociale media. Daar moet je als school snel en adequaat op reageren. Hoe leid je de in- en externe communicatie in goede banen?
DOCUMENT
Dit boek geeft een tour de horizon van de crisisbeheersing in Nederland anno 2014. In deze publicatie worden zeventien bijzondere gebeurtenissen uit dat jaar beschreven en beschouwd. Aan bod komt uiteraard de vliegramp MH17, een van de grootste crises waar Nederland de afgelopen decennia mee te maken kreeg. Daarnaast is er aandacht voor verschillende 'mini-crises' waaronder de fatale overval in Deurne, de grote brand op de Veluwe, het noodweer tijdens Pinkpop, de IS-demonstraties in Den Haag, het monstertruckdrama in Haaksbergen en de uitbraak van vogelgriep. De verschillende situaties leveren de nodige stof tot leren op. De auteurs beschouwen de bestuurlijke en operationele dilemma's die zich voordeden en welke lessen daaruit te trekken zijn. Bestuurders en professionals werkzaam op het terrein van crisisbeheersing en veiligheidsmanagement kunnen hier hun voordeel mee doen. Centrale thema's zijn onder andere: omgaan met maatschappelijke en politieke onrust, flexibele toepassingen van GRIP, de samenwerking tussen ketens, strafrechtelijk onderzoek en aansprakelijkheidsprocedures, de bijzondere rol van burgemeesters en de wisselwerking tussen reguliere en sociale media. Bron: www.picarta.nl.
LINK
Full text via link.
DOCUMENT
Full text via link.
DOCUMENT
We evalueren wat af in dit land. Er wordt, zo lijkt het, geen mogelijkheid onbenut gelaten om van oefeningen, calamiteiten en andersoortige crises te kunnen leren. In waarschijnlijk geen ander land ter wereld zijn ze zo gek om van een gebeurtenis als de Herculesramp (1996) meer dan twintig afzonderlijke evaluaties op te stellen. Van Vollenhoven en de toenmalige Transportongevallenraad verzuchtten destijds dat zij met hun rapport de finale conclusies over deze calamiteit zouden trekken, maar ook daarna zouden nog allerlei rapporten verschijnen en rechters uitspraken doen. Meer recent genoten Apeldoorn, Moerdijk, Alphen aan den Rijn en ongevallen van relatief beperktere omvang (duikincident bij Terneuzen) grote belangstelling van evaluatoren. Aan de hoge evaluatiedichtheid heeft de Politieacademie met het rapport Lessen in crisisbeheersing eveneens een steentje bijgedragen. Toch heeft deze mede door ons opgestelde evaluatie, die eigenlijk strikt genomen geen evaluatie mag heten, volgens ons een duidelijk toegevoegde waarde, juist vanwege de afwijkende vorm van evalueren. In dit artikel hopen wij de lezers daarvan te kunnen overtuigen. Mogelijk dat het de lezer beweegt het boek(je) over Alphen aan den Rijn eens te raadplegen en daarmee over deze – ons inziens – andere aanpak een oordeel te vormen
DOCUMENT
Dit rapport gaat over hoe formele en informele politieke participatie van adolescenten en jongvolwassenen (16-27 jaar) in Amsterdam Noord, Nieuw-West en Zuidoost zich verhouden tot participatieve ongelijkheid in de stad. We stellen ons in dit rapport de vraag welke rol lokale (zelf)organisaties, bewonersinitiatieven en jongerenplatforms kunnen spelen in het bestrijden van participatieve ongelijkheid. Om de vraag te kunnen beantwoorden in hoeverre praktijken van politieke participatie ook daadwerkelijk leiden tot meer invloed van jongeren op politieke besluitvorming maken we gebruik van het concept ‘linking sociaal kapitaal’. We hebben ons specifiek gericht op groepen jongeren tussen de zestien en zevenentwintig jaar voor wie de opkomstcijfers laag zijn. Welke ervaringen hebben zij met participatie en hoe verhouden hun ervaringen zich tot de ervaringen en verwachtingen van politici, bestuurders en beleidsmakers? Wie speelt een rol in het verbinden van jongeren aan overheidsinstellingen en hoe gaan deze sleutelfiguren te werk? Hoe verlopen ontmoetingen tussen jongeren en representanten van de overheid, en in hoeverre lukt het initiatieven die (in)formele participatie van jongeren willen versterken om hun invloed te vergroten? Dit onderzoek is tot stand gekomen met behulp van financiering door Het Kenniscentrum Ongelijkheid. Onderzoekers: Sietske Zweegman, Femke Kaulingfreks, Floris Vermeulen, Sharifah Redan, Zulia Rosalina, Elena Ponzoni, met medewerking van Charissa Leiwakabessy, Reyhan Bencan en Malisa Agyeiwaa
DOCUMENT
Het doel van het project Every Picture Tells a Story is om samen met het werkveld methoden, technieken en kennis te ontwikkelen voor het produceren van effectieve infographics. Dit is nodig omdat de vraag naar infographics in de markt snel toeneemt. Bedrijfsleven en overheden kiezen er steeds vaker voor om infographics te gebruiken om grote hoeveelheden of complexe informatie begrijpelijk te maken voor hun doelgroepen. Om aan de vraag van deze opdrachtgever te kunnen blijven voldoen hebben producenten van infographics (vaak ontwerpen communicatiebureaus) nieuwe kennis nodig op het gebied van het interdisciplinaire productieproces, communicatie- en mediatechnieken en ‘usability’.
DOCUMENT
Het doel van het project Every Picture Tells a Story is om samen met het werkveld methoden, technieken en kennis te ontwikkelen voor het produceren van effectieve infographics. Dit is nodig omdat de vraag naar infographics in de markt snel toeneemt. Bedrijfsleven en overheden kiezen er steeds vaker voor om infographics te gebruiken om grote hoeveelheden of complexe informatie begrijpelijk te maken voor hun doelgroepen. Om aan de vraag van deze opdrachtgever te kunnen blijven voldoen hebben producenten van infographics (vaak ontwerpen communicatiebureaus) nieuwe kennis nodig op het gebied van het interdisciplinaire productieproces, communicatie- en mediatechnieken en ‘usability’. Hogeschool Utrecht, Beroepsvereniging voor Nederlandse ontwerpers (BNO), Argumentenfabriek en In60seconds hebben zich voor dit project verenigd in een consortium. Daarnaast hebben zich bedrijven uit het werkveld aangesloten en een onderwijsinstelling, de Universiteit van Amsterdam. De partijen hebben elkaar gevonden in de wens samen nieuwe kennis en vaardigheden te ontwikkelen op het gebied van infographics. Zij streven ernaar toepasbare oplossingen in het werkveld te implementeren. Het consortium zal het onderzoek sturen en de resultaten ervan laten circuleren in onderwijs en praktijk.
DOCUMENT