Smaak- en reukstoornissen kunnen leiden tot gewichtsverlies en soms tot gewichtstoename. Daarom vormt voedingsvoorlichting een essentieel onderdeel van de begeleiding en behandeling van een patiënt met een smaak- en reukstoornis. Bij reuk- en smaakstoornissen dient onderscheid te worden gemaakt tussen algemene voedingsadviezen en voedingsadviezen tijdens en na behandeling van een oncologisch proces door radio- en/of chemotherapie hiervan. Voedingsadviezen dienen ter verbetering van de voedingstoestand en het welbevinden van de patiënt. Bij ernstige problemen met de verwerking van een reuk- en/of smaakstoornis kan psychosociale ondersteuning worden overwogen.
LINK
Er bestaat een nauwe samenhang tussen de reuk- en smaakperceptie.Veel chemosensorische stoornissen die leiden tot eengestoorde smaak zijn in feite reukstoornissen. Aandacht vragendeoorzaken van chemosensorische stoornissen zijn veroudering, hetgebruik van medicamenten, natuurlijke eiwitten, het mondbrandsyndroom,nervustrauma’s, beluchtingsproblemen ter hoogte vanhet reukzintuig, beschadiging van het reukepitheel en oncologischeaandoeningen of de behandeling daarvan. Een chemosensorischestoornis heeft gevolgen voor het genot van voedingsmiddelenen het psychisch welbevinden, kan leiden tot gewichtsverlies ofgewichtstoename en tot te weinig inname van vitaminen en mineralen.De behandeling van een chemosensorische stoornis kanbestaan uit medicatie, een chirurgische correctie, verbetering vande mondgezondheid, reukrevalidatie en voedingsadviezen.
DOCUMENT
ObjectiveThe aim of this scoping review was to identify and map available evidence concerning counseling strategies that contribute to effective DC.MethodsFollowing the PRISMA SCR-Scoping Reviews Statement and Checklist, a systematic search in electronic databases was performed in March 2020.ResultsSynthesis of recurring themes in the 28 included studies revealed seven core counseling strategies that effectively contribute to DC: 1) connecting to motivation, 2) tailoring the modality of DC, 3) providing recurring feedback, 4) using integrated dietetic support tools, 5) showing empathy, 6) including clients’ preferences, wishes, and expectations during decision-making, and 7) dietitians having high self-efficacy.ConclusionsMultiple counseling strategies contributing to effective DC have been identified and mapped. The counseling strategies identified seem to interrelate, and their conceived interrelatedness reveals that strategies can both compliment or contrast each other. Therefore, advancing effective DC requires further development towards an integrated approach to DC that includes combinations of strategies that form a unified whole.Practical implicationsInsights from this scoping review provide a foundation for dietitians to effectively carry out DC and serve as a starting point to further work towards effective DC.
DOCUMENT
De snelle toename van overgewicht en obesitas is een wereldwijd verschijnsel. Oorzaak? Richtlijnen voor gezonde voeding en lichamelijke beweging worden op grote schaal niet gehaald. Een belangrijke risicogroep als het gaat om ongezond gedrag wordt gevormd door jongeren die een laag opleidingsniveau volgen. Het opleidingsniveau en het jong zijn maken dat deze doelgroep moeilijk vatbaar is voor gezondheidsvoorlichting. Jongeren hebben vaak een onvolledig beeld over hoe ze gezond kunnen leven en onderschatten de gezondheidsrisico's die gepaard gaan met hun ongezonde leefstijl sterk. De overheid speelt een belangrijke rol bij de ontwikkeling van gezondheidbevorderende interventies. Zij heeft als taak burgers te informeren en oplossingen aan te dragen voor problemen in de samenleving. Deze verantwoordelijkheid heeft ertoe geleid dat de overheid al jarenlang campagnes ontwikkelt om burgers te wijzen op gezond en veilig gedrag. Er bestaat echter veel onduidelijkheid en onzekerheid over de waarde van communicatie als instrument om het gedrag van mensen te beïnvloeden. Gedrag beïnvloedende communicatie wordt in de overheidsvoorlichting al jarenlang als problematisch beschouwd. Om een blijvende gedragsverandering teweeg te brengen, is het noodzakelijk om te weten hoe het menselijk gedrag werkt en welke factoren hierop van invloed kunnen zijn. Een theorie die het verkrijgen en toepassen van dergelijke inzichten centraal stelt en zich sinds enige jaren in een groeiende belangstelling mag verheugen, is de 'theorie' van social marketing. De inzichten van deze multidisciplinaire aanpak zijn veelbelovend en sluiten goed aan bij het groeiende besef dat gezondheidsinterventies alleen succesvol kunnen zijn indien gekozen wordt voor een geïntegreerde aanpak. Deze publicatie beoogt een bijdrage te leveren aan het verbeteren van gezondheidsvoorlichting aan laagopgeleide jongeren. Er worden nog te veel campagnes ontwikkeld die er niet in slagen deze doelgroep te doordringen van de persoonlijke gezondheidsrisico's die zij lopen. In dit onderzoek zijn de inzichten van social marketing toegepast op de problematiek van overgewicht bij laagopgeleide jongeren. We zijn ervan overtuigd dat met diepgaande kennis van de doelgroep, inzicht in hun gedragingen, motieven, drijfveren, en mediagebruik, ook zij overtuigd kunnen worden van het nut van een gezonde leefstijl.
DOCUMENT
Dit betreft een verkennend onderzoek, met als doel een eerste indruk te geven van hoe doorwerking bij praktijkgericht onderzoek eruit kan zien en hoe het tot stand komt. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van, en gefinancierd door, Regieorgaan SIA met het uitdrukkelijke doel dat het regieorgaan zelf ook kan leren van het onderzoek en input krijgt voor onder andere de ontwikkeling van de rapportagesystematiek.
DOCUMENT
Publicatie bij de rede van Feike Ruurd van der Leij, uitgesproken bij de aanvaarding van de functie van lector Health & Food aan Hogeschool Inholland in Amsterdam op 11 oktober 2021
MULTIFILE
‘Wat is gezonde voeding?’ Deze vraag wordt steeds vaker gesteld, zowel in de media als op het diëtistisch spreekuur. Bij het beantwoorden van deze vraag wijzen invloedrijke critici de autoriteit van de wetenschap af. Waarom wantrouwen mensen wetenschappelijke antwoorden? Waarom moet de diëtist uitleggen dat hij of zij de onderzoeken van de Gezondheidsraad volgt? Waarom zijn de adviezen van het Voedingscentrum problematisch geworden? LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/matthijs-fleurke-66279110/ https://www.linkedin.com/in/dorien-voskuil-9b27b115/
DOCUMENT
Cliënten, hun naasten en voedingsprofessionals (diëtisten en voedingskundigen) worden geconfronteerd met technologieën gericht op het verbeteren of behouden van gezondheid en/of kwaliteit van leven. Technologieën worden tevens ingezet om de efficiëntie en/of kosteneffectiviteit van zorg te verbeteren. Voorbeelden hiervan zijn beeldschermzorg en ziekte specifieke apps voor de smartphone. De perspectieven van alle betrokkenen in een praktijksituatie in de gezondheidszorg bepalen hoe technologieën gebruikt worden. In dit hoofdstuk worden verschillende perspectieven op technologie, gezondheid en zorg bediscussieerd en worden dilemma’s beschreven die hieruit kunnen ontstaan. Theorie en praktijk tonen het belang van bewust nadenken over de eigen, persoonlijke perspectieven op technologie, gezondheid, voeding en zorg en over perspectieven van anderen. Conclusie: diëtisten en voedingskundigen hebben de verantwoordelijkheid om sensitiviteit te ontwikkelen voor potentiële dilemma’s bij het gebruik van technologieën om daar in de praktijk zorgvuldig mee om te gaan.
DOCUMENT
De eiwittransitie is de transitie van het gebruik van dierlijke eiwitten naar plantaardige eiwitten. Naast de groei van de wereldbevolking en de welvaart, zijn duurzaamheid en dierenwelzijn belangrijke drijfveren achter deze transitie. De bovengenoemde definitie van eiwittransitie geeft gelijk de grenzen van mijn lectoraat aan. Het gaat over de eiwittransitie van dierlijk naar plantaardig. Dit sluit het gebruik van insecten als alternatieve eiwitbron uit van het onderzoek binnen het lectoraat. Insecten zijn dieren, wel is waar met een gunstige voederconversie, maar als dierlijk eiwit draagt de consumptie van insecten niet bij aan de eiwittransitie. De tweede afbakening ligt in de toevoeging ‘in voeding’. Hiermee wordt de focus van mijn lectoraat aangegeven. Binnen mijn lectoraat richten wij ons op de toepassing van plantaardige eiwitten in humane voeding en niet op de toepassing van alternatieve of plantaardige eiwitten in diervoeder. Tot slot, richten wij ons op de eiwittransitie in de volle breedte van de voeding, dus op de vervanging van alle dierlijke eiwitten, zoals die uit melk, ei en vlees.
DOCUMENT
Het position paper verstuurd vanuit het lectorenplatform Voedsel, Voeding & Gezondheid naar de vaste kamercommissie van VWS voor het debat over de afschaffing van de btw op groente en fruit
DOCUMENT