Groente en fruit bevatten tal van belangrijke voedingsstoffen. Het belang van groente en fruit als onderdeel van een gezond voedingspatroon wordt telkens weer bevestigd in wetenschappelijke studies. Zo is er overtuigend bewijs dat verhogen van de groente- en fruitconsumptie leidt tot een lagere bloeddruk en een lager risico op hart- en vaatziekten en beroertes. Ook relaties met andere ziekten worden steeds meer gelegd. De consumptie van groente en fruit is bij de meeste mensen echter veel lager dan de norm. Sterker nog, de consumptie lijkt de afgelopen jaren zelfs te dalen. Dat is vreemd, gezien de stijgende belangstelling van consumenten voor gezonde voeding en de stijgende kosten voor de zorg. Wat is de reden voor deze lage consumptiecijfers en, nog interessanter, wat is daar aan te doen? Het lectoraat Groene Gezondheid stelt zich tot doel om kennis te ontwikkelen en te verspreiden rond voedingswaarde en de consumptie van groente en fruit, om daarmee bij te dragen aan een gezonder eetpatroon en een reductie van zorgkosten.
DOCUMENT
Volgens de Gezondheidsraad zou ons eten voornamelijk uit plantaardige voedingsstoffen moeten bestaan. Annet Roodenburg, lector Voeding en Gezondheid aan HAS Hogeschool, legt uit waarom.
LINK
Klimaatbestendige ‘nature-based solutions’ hebben het doel om gezonde stedelijke omgevingen voor mensen, dieren en planten te creëren. De vraag is of er ook risico's aan klimaatadaptatiemaatregelen voor volksgezondheid kleven, zoals bijvoorbeeld mogelijke ziekterisico’s door muggen en teken.
LINK
In deze factsheet lees je meer over de verschillende soorten fruit, voedingsstoffen in fruit en gerelateerde gezondheids-, voedselveiligheids-, gedrags- en duurzaamheidsaspecten. Lector Herman Peppelenbos, van het lectoraat Groene Gezondheid, is bij het opstellen van deze factsheet geconsulteerd als expert.
LINK
In deze factsheet lees je meer over de verschillende soorten groente, voedingsstoffen in groente en gerelateerde gezondheids-, voedselveiligheids-, gedrags- en duurzaamheidsaspecten. Lector Herman Peppelenbos, van het lectoraat Groene Gezondheid is bij het opstellen van deze factsheet geconsulteerd als expert.
LINK
In this report we describe the setup and results of a study in which primary school pupils from the Netherlands undertook a photovoice assignment. They photographed vegetables they liked and disliked and used these photographs to make postcards, which they sent – with text – to pupils from a primary school in Benin. The pupils in Benin took part in a similar photovoice exercise and also created postcards, which they then used to respond to the card they received. This way, the pupils from the two countries communicated with each other about the vegetables they eat, like, and dislike.
DOCUMENT
Inaugurele rede uitgesproken op 9 mei 2019 door Dr. J.E. (Judith) van de Mortel bij de benoeming tot lector “Gezonde plant op een vitale en duurzame bodem” aan HAS Hogeschool Venlo. De krant werd uitgegeven ter ere van de inaugurele rede. Dit deed ze op een bijzondere manier: alle genodigden gingen met een denkbeeldige tijdmachine vooruit naar het jaar 2030 waar ze Judith ontmoetten. Judith keek vervolgens terug naar het jaar 2019 en stelde dat ze hoopt dat de sector in de tussenliggende jaren bereikt heeft dat alle agrarische bodems in Nederland duurzaam beheerd worden door verschillende aanpakken te combineren. Om dit te illustreren schetste ze een beeld van hoe de agrarische onderneming er in 2030 uitziet. Met het lectoraat wil ze hieraan bijdragen. De krant is dan ook geschreven alsof het 9 mei 2030 is.
MULTIFILE
High consumption of animal-source foods, specifically meat, adversely affects human health and the environment. Dietary habits are shaped at younger ages and a reduction in meat consumption may be facilitated by the life course transitions in early adulthood, but studies are limited. This study among young Dutch adults aimed to describe their perceptions on the influence of life course transitions on meat consumption, barriers and enablers to reduce meat consumption, and strategies for reducing meat consumption. Barriers and enablers were grouped applying the COM-B model that includes capability, opportunity, and motivation. This quantitative cross-sectional study included a representative sample of 1806 young adults from two Dutch consumer panels who completed an online survey. Young adults frequently reported life course transitions, especially those related to moving house, to have decreased their meat consumption. Barriers and enablers to reduce meat consumption were identified for all three factors of the COM-B model. Important barriers included taste, perceived high prices of meat alternatives, and habits. In contrast, important enablers included care for the environment and animal welfare, enjoyment of smaller portions of meat and saving money. However, barriers and enablers largely differed by groups of meat consumption frequency. Self-perceived effective strategies for reducing meat consumption were price reduction of meat alternatives, recipes for vegetarian meals, and more attractive meat alternatives. The findings of this study are relevant for the development of targeted behaviour-change programmes including interventions in the physical and the social environment (like lowering prices and improving the offer of meat alternatives).
MULTIFILE