1. An earlier study by our group revealed that the viscosity of faeces from patients with Crohn's disease is significantly lower than that of healthy subjects. This is due to low concentrations of a high-molecular-mass carbohydrate, probably of bacterial origin. The cause of this phenomenon might be the impaired barrier function of the gut mucosa. Low viscosity may allow close contact of intestinal contents (bacterial products and toxins) with the intestinal wall. This could play a role in the maintenance of the disease.2. The first aim of this study was to investigate the high-molecular-mass carbohydrate fraction, responsible for viscosity, in detail. We also tried (in a pilot study) to raise the intestinal viscosity of patients with Crohn's disease with the undegradable food additive hydroxypropylcellulose (E463), in an attempt to alleviate clinical symptoms.3. The high-molecular-mass fraction (>300 kDa) responsible for faecal viscosity was sensitive to lysozyme and contained high levels of muramic acid. It was concluded that this material consisted mainly of peptidoglycan polysaccharides and was consequently of bacterial origin. The muramic acid in material from patients with Crohn's disease was 7.5 (1.5-13.9)%, which was less than in healthy subjects [11.4 (8.5-24.1)%; P=0.0004]. Furthermore, viscosity in material from patients with Crohn's disease was found to be half [14.9 (1.0-33.6) cP] of that found in healthy subjects [35.0 (2.7-90.7) cP; P=0.004].4.A daily dose of 1 g of hydroxypropylcellulose caused an increase in faecal viscosity in patients with Crohn's disease (from 1.4 to 2.3 cP) and in healthy subjects (from 4.9 to 7.5 cP). Faecal consistency improved in patients with Crohn's disease (from watery and loose to formed) and the defecation frequency decreased from 3-4 to about 2 times a day. No changes in defecation patterns were found in healthy subjects.5. These data indicate that the high-molecular-mass fraction that is responsible for faecal viscosity is peptidoglycan. Furthermore, a daily dose of a hydroxypropylcellulose solution to increase the viscosity of the intestinal contents of patients with Crohn's disease might be beneficial. This approach merits further study.
LINK
Het eten wat op ons bord ligt heeft steeds meer kilometers afgelegd voor het daar terecht is gekomen. Een opkomend alternatief is voedsel uit zogenoemde ‘korte ketens’, waarbij geprobeerd wordt de afstand tussen producent en consument – zowel fysiek als mentaal - te verkleinen. Maar wat is de capaciteit van korte ketens in het uitdagen van het systeem, en daarmee hun rol in een transitie?
DOCUMENT
Het position paper verstuurd vanuit het lectorenplatform Voedsel, Voeding & Gezondheid naar de vaste kamercommissie van VWS voor het debat over de afschaffing van de btw op groente en fruit
DOCUMENT
Lectoren Frederike Praasterink en P.J. Beers van het lectoraat Future Food Systems deden binnen de Transitiecoalitie Voedsel een toekomstverkenning naar de agrofoodsector in 2050
LINK
De honingbij is bijna een landbouwhuisdier en heeft in Nederland weinig last van de afnemende biodiversiteit. De kasten van de honingbijen staan vaak bij land- en tuinbouwgewassen. Als de bloei van die gewassen stopt, gaan de honingbijen bij het zoeken naar voedsel de concurrentie aan met wilde bijen. Dat moet veranderen, vindt o.a. Arjan Strijkstra, lector Bijengezondheid, aan hogeschool Van Hall Larenstein.
LINK
In kruidenrijke graslandmengsels voor weidevogels is ook daadwerkelijk meer voedsel te vinden voor de weidevogel. Ook haalden de kruidenrijke mengsels een hogere opbrengst dan regulier Engels Raaigras. Dat blijk uit het project Koeien en Kruiden.
LINK
In het stadhuis aan het Almeerse Stadhuisplein denkt een ambtenaar na over het stedelijk voedselbeleid. Ze weet dat er verschillende buurt- en volkstuinen in de stad zijn waar mensen hun eigen voedsel produceren, maar ze beseft ook dat uiteindelijk slechts een klein deel van de bevolking bij die zichtbare initiatieven betrokken is. En hoewel ze weet dat de gemeente een groene, eetbare stad belangrijk vindt, vraagt ze zich ook af of het zinvol is het gemeentelijke beleid (alleen) te baseren op die groep zichtbare initiatieven. Terwijl ze vanuit haar werkkamer uitkijkt over de woensdagmarkt bedenkt ze dat ze graag zou willen weten in hoeverre het zelf produceren van voedsel ook dagelijkse praktijk is voor de doorsnee Almeerder. Een beter inzicht in waar de bredere groep Almeerders zich mee bezig houdt als het gaat om zelf voedsel produceren zou haar helpen bij het opstellen van de gemeentelijke voedselagenda. Maar ook bij het bepalen in hoeverre er een taak is weggelegd voor beleidsmakers en bestuurders om de verschillende initiatieven op dit gebied te ondersteunen in de stedelijkeprogramma’s. Tot deze ambtenaar richten wij ons in dit rapport, wetende dat niet alleen in Almere deze vraag wordt gesteld.
LINK
Volgens cijfers van het Voedingscentrum gaat er in de gehele voedselketen jaarlijks ongeveer 2 miljard kilogram voedsel verloren in Nederland. Huishoudens dragen daarvan naar schatting 23 tot 32% bij. Ondanks vele inspanningen en initiatieven om voedselverspilling in Nederland terug te dringen, blijft het een aanhoudend probleem. Want hoewel de hoeveelheid voedselverspilling bij de consument vanaf 2013 sterk is gedaald, lijkt die daling nu te stagneren.Hoeveel voedsel wordt verspild wordt vaak gemeten door het afval te onderzoeken. Dat is een relatief betrouwbare methode, maar geeft geen inzicht in het hoe en waarom van verspilling: wanneer werd het voedsel weggegooid, en werd het eerst nog in de koelkast als restje bewaard?In dit onderzoek hebben we scholieren van vijf technasia in Flevoland gevraagd de verspilling bij hen thuis op drie dagen in kaart te brengen. Op die manier kregen we een waardevolle inkijk ‘achter de voordeur’ en kregen we beter inzicht in hoeveel maar vooral ook hoe (op welk moment van de dag, bij welke maaltijd) voedsel wordt verspild.
DOCUMENT
In het kader van natuurontwikkeling van het Geleenbeekdal in Zuid-Limburg wordt de Geleenbeek geanalyseerd en worden maatregelen aangedragen. Watersystemen worden teruggebracht in de natuurlijke staat. De Geleenbeek is vroeger voor de mijnbouw gekanaliseerd. Sinds 1990 ondervindt langs de beek herstelmaatregelen plaats. Het beekherstelproject van de Geleenbeek valt onder de doelstellingen van het Waterschap Limburg. Door de beek te herstellen en natuurontwikkeling binnen het gebied te bevorderen worden nieuwe kansen gecreëerd voor flora en fauna. Dit onderzoek dient als advies voor het Waterschap Limburg voor mogelijke natuurontwikkeling in en rondom de Geleenbeek. Door natuur te ontwikkelen kunnen problemen zoals zuurstofstress worden aangepakt.
DOCUMENT
Al een tijdje wordt geëxperimenteerd met geprint voedsel. Lizette Oudhuis, lector Food Physics bij hogeschool Van Hall Larenstein vertelt er meer over.
DOCUMENT