Overbruggend sociaal kapitaal door middel van sport: Een exploratief onderzoek naar (het verbeteren van) inter-etnische contacten bij twee voetbalverenigingen in Nederland In Nederland staat de sociale integratie van minderheden de laatste jaren ter discussie. Gebeurtenissen uit het verleden, zoals de moord op politicus Pim Fortuyn en publicist Theo van Gogh, en meer recent de opmars van internationale organisaties als Islamitische Staat (IS), hebben grote impact op het maatschappelijke debat in Nederland. Desalniettemin is het geloof in de sociaal integratieve functie van sport in Nederland niet afgenomen. Van sport, en dan vooral van sportdeelname binnen verenigingsverband, wordt verwacht dat het een positieve bijdrage levert aan de sociale cohesie en sociale integratie van minderheden. Uit onderzoek weten we al langer dat beleidsmakers de sociaal integratieve functie van sport overschatten. Sport is geen wondermiddel. Sport brengt mensen samen, maar kan mensen ook uitsluiten door het samenbrengen van gelijkgestemden. In dit artikel verkennen we of (en hoe) sport, en dan met name voetbal, kan leiden tot overbruggend sociaal kapitaal (“bridging social capital”), ondanks dat mensen vooral sporten met gelijkgestemden. We baseren onze resultaten op enquêtes en een beperkt aantal aanvullende interviews bij twee voetbalverenigingen in de stad Utrecht. We concluderen dat ondanks dat sport segregatie bevordert, er binnen sportverenigingsverband een ontwikkeling is van sociale inclusie en interetnische contacten. Het onderzoek geeft aan dat extra voorwaarden kunnen worden gecreëerd om begrip en onderling respect te vergroten
De uitbraak van het Coronavirus heeft in Nederland geleid tot ongekende maatregelen, waarbij het maatschappelijke verkeer voor een groot deel werd stilgelegd op 15 maart 2020. De beperkende Coronamaatregelen hebben grote gevolgen gehad op de voortgang van het RAAK-PRO project Big data en blessurepreventie: een prachtig één-tweetje: 1. Het gehele Betaald Voetbal heeft alle activiteiten stil moeten leggen, omdat de richtlijn van het bewaren van 1,5 meter afstand niet gewaarborgd kon worden. Voor Feyenoord betekende dit dat zowel de wedstrijden als training geannuleerd zijn voor de periode van respectievelijk 15 maart tot en met 1 september en 15 maart tot en met 1 mei. Door het voortijdig afbreken en het stopzetten van alle trainingsactiviteiten geeft het seizoen 2019-2020 geen representatief beeld. Daarom dient de dataverzamelingsperiode met 1 seizoen verlengd te worden. 2. Ook bij Codarts zijn voor onbepaalde tijd alle (les)activiteiten stopgezet. Echter, het monitoren van studenten (d.m.v. vragenlijsten) kon online blijven plaatsvinden. Naast de bestaande constructen in de maandelijkse vragenlijst zijn er op het moment dat de corona maatregelen ingesteld werden specifieke items (o.a. eenzaamheid, psychische gezondheid) toegevoegd om de invloed van de corona maatregelen op de belasting en belastbaarheid van podiumkunstenaars te onderzoeken. Deze RAAK impuls maakt het mogelijk om de dataverzameling bij Feyenoord met 1 seizoen te verlengen en zo een representatief beeld te krijgen van de belasting en belastbaarheid van de voetballers en de daarmee samenhangende parameters. Daarnaast kunnen secundaire analyses worden uitgevoerd bij Codarts op de data die verzameld is vanaf het moment dat de corona maatregelen werden ingesteld. Zo kan bijvoorbeeld onderzocht worden of studenten tijdens de Coronaperiode meer fysieke en mentale klachten ontwikkelden dan tijdens de pre-Coronaperiode.
Steeds meer data worden verzameld om sporters en revalidanten optimaal te monitoren voor het individualiseren van belasting en belastbaarheid. Dit met als doel om overbelasting te voorkomen en fitheid en prestaties te stimuleren. Hiervoor worden in de voetballerij tot op heden parameters gebruikt die inzicht geven in de fysiologische belasting (hartslag), de mate van beweging (afgelegde afstand, snelheden en versnellingen) en de mentale of subjectieve belasting (ervaren mate van fitheid/herstel). Vanuit de voetbalpraktijk en de revalidatie van sportblessures is behoefte aan het beter inzichtelijk maken van de belasting die een training op het veld op het spierskeletstelsel uitoefent. Hiervoor is meer nodig dan een sensor die de beweging van het lichaam in zijn geheel meet (zoals een stappenteller). De ambulante sensoren van Movella zijn in staat om een uitgebreide bewegingsanalyse van de onderste extremiteit te meten, echter hoe deze vertaald moeten worden naar klinische beslissingen is nog onduidelijk In dit project willen we de haalbaarheid in kaart brengen van het monitoren van de trainingsbelasting op het lichaam tijdens sport specifieke bewegingen, zoals sprinten en behendigheidsoefeningen. Hiervoor moet een algoritme getest worden in de praktijk en moeten resultaten met behulp van kunstmatige intelligentie betekenisvol en in de context van alle andere data van de spelers op een begrijpelijke manier gepresenteerd worden. Tevens zal tijdens dit project gewerkt worden aan een groter vervolgproject, om de bevindingen uit te werken tot een geautomatiseerd en speler-centraal belasting/prestatie/risico profiel.