Het leven zonder de juiste papieren is sinds het begin van de jaren negentig steeds moeilijker geworden in Nederland. Het alsmaar restrictiever wordende vreemdelingenbeleid heeft ook gevolgen voor gemeenten. Binnen de gemeentegrenzen wonen immers de ongedocumenteerde ouders en hun kinderen die zich staande proberen te houden. Lokale overheden hebben te maken met concrete mensen en niet alleen met abstract beleid. Dit onderzoek richt zich op de woon- en leefomstandigheden van ongedocumenteerde kinderen in de stad Utrecht en in de overige G4 steden (Rotterdam, Amsterdam en Den Haag). Het doel van het onderzoek is om inzicht te krijgen in de omvang, achtergrond en ontwikkelingssituatie van deze kinderen. De onderzoeksvragen zijn: 1. Wat is de omvang van het aantal ongedocumenteerde kinderen in Nederland en in het bijzonder in de stad Utrecht? 2. Hoe ervaren ongedocumenteerde kinderen hun woon– en leefomstandigheden? 3. In hoeverre worden de ontwikkelingsvoorwaarden van ongedocumenteerde kinderen gewaarborgd? 4. Welke aanbevelingen zijn er te formuleren voor gemeentelijk beleid om de ontwikkelingsvoorwaarden van ongedocumenteerde kinderen te waarborgen?
This is the report on the situation in the Netherlands in the field of youth, young homeless people and unaccompanied minor aliens. The report describes risk factors for children and young people in relation to social exclusion and homelessness. This report forms the first part of the international comparative study ‘CSEYHP’. MOVISIE carries out this three-year study by order of the European Union. The cooperative partners are three universities in: England, the Czech Republic and Portugal. The objectives of ‘Combating Youth Homelessness’ are as follows: 1. to understand the life trajectories of different homeless youth populations in different national contexts; 2. to develop the concepts of risk and social exclusion in relation to the experience of young homeless people and to the reinsertion process; 3. to test how different methods of working contribute to the reinsertion process for young people; 4. to investigate the roles of and relationships between the young person, trusted adults, lead professionals, peer mentors and family members in the delivery of these programmes across all four countries. When preparing the national reports, the three partner countries the Czech Republic, England and Portugal use the same format as used in the Dutch report. Based on the four national reports, England will prepare a comparative report, in which the four national situations will be compared.
Aanleiding Door de constante verbetering van de kwaliteit van de zorg leven mensen langer en wordt de populatie ouderen groter. Met deze groei stijgt ook het aantal ouderen dat mogelijk mishandeld wordt. Naar schatting krijgt 1 op de 20 ouderen te maken met mishandeling. Het is een maatschappelijk probleem waar nog altijd een groot taboe op rust. In de ambulancezorg en spoedeisende hulp (SEH) meldt zich een groot aantal ouderen met verwondingen. Dit maakt verpleegkundigen in de acute zorgketen poortwachters wat betreft het signaleren van ouderenmishandeling. Verpleegkundigen geven echter aan niet te weten hoe ze ouderenmishandeling precies kunnen vaststellen. Dit terwijl een melding en adequate opvolging daarvan kan voorkomen dat kwetsbare ouderen thuis of in een instelling onnodig (lang) lijden of gezondheidsschade oplopen. Doelstelling Het RAAK-project stelt zich tot doel ambulance- en SEH-verpleegkundigen te ondersteunen bij het herkennen en vervolgens melden van ouderenmishandeling. Door middel van literatuurstudie en veldraadpleging worden beschikbare instrumenten geïnventariseerd. Er bestaat reeds expertise op het gebied van signalering en melding van kindermishandeling en ook zijn er instrumenten ontwikkeld voor het signaleren en melden van ouderenmishandeling in de langdurige zorg. De kennis zal worden gebruikt bij het ontwikkelen van een screeningsinstrument en een protocol voor verpleegkundigen in de acute zorgketen (ambulancezorg en SEH). In een pilot in de ambulancezorg en op de SEH-afdeling zullen het screeningsinstrument en protocol worden toegepast en getest op bruikbaarheid. Beoogde resultaten Het project levert een concreet hulpmiddel op waarmee verpleegkundigen in de acute zorg ouderenmishandeling kunnen signaleren en melden. De resultaten van de pilots worden geborgd in de acute keten via scholing voor verpleegkundigen. In de scholing is ook aandacht voor bewustwording van de problematiek van ouderenmishandeling, communicatievaardigheden en de attitude van verpleegkundigen. Verspreiding, invoering en toepassing van de ontwikkelde screeningsinstrumenten en protocollen vindt plaats via de projectpartners, beroepsverenigingen en onderwijsinstellingen.