Demand Driven Care plays a key role in the modernization of the Dutch health care system. This modernization is needed because a) clients needs for care increases quantitatively as well as in diversity, b) the financial means for collective services are inadequate, c) the accessibility of health care will depend on clients own responsibility, and d) shortage of professional care givers is foreseen. In the Netherlands, the need for professional care givers increases with an average of 2% every year. Demand Driven Care is an instrument for liberalization of public activities. The Faculty Chair Demand Driven Care focuses on those activities that will contribute to sufficient care supply. Within the program of the chair, activities are executed under the theme of Integrated Care, Substitution, Patient Centred Care, and Home Care Technology with an emphasis on gerontechnology. The Faculty Chair wants to contribute to a better integration and coherence in care. So that clients live and function independently as long as possible and are able to enhance their self management. In addition, health care professionals should be aware of demand driven processes and should have a demand driven attitude towards clients.
DOCUMENT
Zorg op afstand kan ouderen helpen om langer zelfstandig thuis te wonen. Maar zolang verpleegkundigen niet weten hoe zij zorg op afstand moeten verlenen, heeft deze zorgverlening - met gebruik van eHealth-technologie - weinig waarde. Over eHealth wordt veel geschreven, maar eHealth is niet per se populair onder verpleegkundigen. Hoe komt dat? Wat weerhoudt hen van deze innovaties? En hoe krijg je verpleegkundigen wél overstag? Cruciaal voor verpleegkundigen is dat de meerwaarde van eHealth voor hun cliënt evident is. ‘Draagt het bij aan de zorg van mijn cliënt, dan wil ik het wel inzetten’. In dit artikel bespreken we wat je met dit gegeven kunt als je nadenkt over het integreren van eHealth in het curriculum van verpleegkundestudenten. Er wordt geïllustreerd hoe eHealth-onderwijs eruit kan zien en welke uitdagingen hier nog liggen.
DOCUMENT
De Hogeschool van Amsterdam versterkt met SPRONG een krachtige interfacultaire onderzoeksgroep, gedragen door zeven lectoren, op het gebied van mensen in beweging. De groep is ingebed in Urban Vitality, het speerpuntprogramma van de Hogeschool van Amsterdam dat zich richt op grootstedelijke vitaliteitsvraagstukken. De onderzoeksgroep koppelt kennis over voldoende en verantwoord bewegen aan kennis over goede voeding en aan kennis over gedragsbeïnvloeding met behulp van creatieve technieken (gaming, technologie voor monitoring, creatieve onderzoeksmethoden voor empowerment van de doelgroep). Binnen deze “driehoek” wordt gewerkt aan het centrale doel, namelijk mensen in beweging krijgen, zowel letterlijk als figuurlijk. De focus is daarbij: risicogroepen in de grote stad? Hoe kunnen risicogroepen ondersteund worden om in beweging te komen en te blijven en wat is de bijdrage van gezonde voeding? Hoe kunnen zorgverleners het zelfmanagement van risicogroepen ten aanzien van bewegen en voeding effectief ondersteunen? Daarbij bieden technieken en (onderzoek)methoden uit de creatieve industrie kansen voor vernieuwende (vormen van) kennisontwikkeling en voor kennisvalorisatie. Met het onderzoeks- en innovatieprogramma worden nieuwe mogelijkheden en interventies onderzocht, ontwikkeld en geëvalueerd. Door grootstedelijke problematiek, bijvoorbeeld samenhangend met de grote diversiteit, zijn interventies op maat nodig. Er wordt zoveel mogelijk uitgegaan van het individu, hetgeen zich vertaalt in bijvoorbeeld trainings- en voedingsprogramma’s op maat en in gepersonaliseerde instructie en feedback via apps. De onderzoeksgroep heeft een sterke verbinding met wetenschappelijke instellingen en met kennisnetwerken in Amsterdam. Het consortium bundelt kennis van bewegen, voeding en creatieve technieken, is regionaal ingebed in de metropoolregio Amsterdam en kent een gemengde publiek-private samenstelling. De onderzoeksgroep werkt aan een coherente, vraaggestuurde onderzoekagenda en zet stevig in op de ontwikkeling van onderzoekintegriteit en de verbinding van onderwijs en onderzoek. Met het aantrekken van twee senior onderzoekers wordt de capaciteit om nieuwe onderzoeken vorm te geven en het geldwervend vermogen vergroot.