© 2025 SURF
De zachte stad. Een term die steeds vaker terugkomt in het debat over de ontwikkeling van onze steden. Een term met een hoog aaibaarheidsgehalte, maar die tegelijkertijd nog veel vragen oproept. In dit magazine van Platform Stad en Wijk duiken we daarom dieper in dit concept. Maar we werpen er ook een kritische blik op: welke blinde vlekken kent dit gedachtegoed en hoe kunnen we de zachte stad in de praktijk brengen?
MULTIFILE
De zachte stad. Een term die steeds vaker terugkomt in het debat over de ontwikkeling van onze steden. Een term met een hoog aaibaarheidsgehalte, maar die tegelijkertijd nog veel vragen oproept. In dit magazine van Platform Stad en Wijk duiken we daarom dieper in dit concept. Maar we werpen er ook een kritische blik op: welke blinde vlekken kent dit gedachtegoed en hoe kunnen we de zachte stad in de praktijk brengen?
MULTIFILE
Stel je voor: een bruisende straat die uitnodigt om buiten anderen te ontmoeten. Een straat waar iedereen zich veilig voelt. In de zachte stad van David Sim ligt deze straat aan je voordeur. Regeneratief onderwijs kan als brug tussen het onderwijs, onderzoek en de praktijk een bijdrage leveren aan het creëren van dit soort straten en een zachtere stad in het algemeen.
MULTIFILE
Voor het project Sensing Streetscapes sprak Hogeschool van Amsterdam-onderzoeker Frank Suurenbroek met Marlies de Nijs, senior stedenbouwkundige bij de gemeente Utrecht. Zij vertelt over de Utrechtse manier van stadmaken met hoogbouw achter de coulissen van levendige plinten.Voor het onderzoeksproject Sensing Streetscapes maakten Frank Suurenbroek en Gideon Spanjar een booklet waarin zij en andere experts het belang van de menselijke maat in de verdichte stad analyseren. Het interview met Marlies de Nijs is daarin ook opgenomen.
LINK
Uit de Inleiding De Hogeschool van Utrecht heeft sinds september 2002 de leerstoel Monumentenzorg in de Praktijk. In de monumentenzorg en het restauratiebedrijf bestaat ongerustheid over de instroom van gekwalificeerd personeel op de restauratiegroeimarkt. De instelling van de leerstoel bij een hogeschool duidt op een praktische oriëntatie. Wat is "monumentenzorg in de praktijk"? Ik begin mijn betoog met de toenemende uitbreiding en verschuiving van het vakgebied, vervolgens vertel ik over de kennisbehoefte in de restauratiepraktijk en licht u ten slotte in over de opzet van restauratieonderwijs in Utrecht.
MULTIFILE
Hoofdstuk 1 in essaybundel Cameratoezicht en Design. Een bundel over camera’s als straatmeubilair. In de essays schrijven experts vanuit diverse invalshoeken over hun ervaringen en ideeën over de invloed van het ontwerp van camera’s. De bundel bevat de uitkomsten van een uitgebreid literatuuronderzoek en een concluderend hoofdstuk met daarin een schematische weergave van de diverse niveaus waarop design een rol speelt bij cameratoezicht.
DOCUMENT
Om te zien hoe sociale samenhang vandaag vorm krijgt, hebben we twee case studies van activiteiten die bewoners van Meerzicht gezamenlijk ondernemen beschreven. Het gaat dan specifiek om regelmatig terugkerende activiteiten met een gemeenschappelijk doel, die mensen samenbrengen. Dat is van belang omdat juist de herhaling en doelgerichtheid sociale connecties mogelijk maakt. Deze connecties zijn van belang vanwege hulpbronnen zoals: informatie; diensten; materiële goederen en vertrouwen. In het geval van het vissen zien we een afname van sociale verbanden via het verenigingsleven. De in Meerzicht gevestigde hengelsportvereniging Het Pontje heeft duidelijk last van een vergrijzend kader. Maar we zien tegelijkertijd een gemeenschap van vissers in het Westerpark. Vissers die komen alleen of in kleine groepjes, waarbij men de andere vissers groet of een praatje maakt. Recent landelijk onderzoek onder sportvissers (Mulier instituut, 2017) sluit hier goed op aan. Het gaat veel vissers om natuurbeleving en om het tot rust komen. Daarnaast noemen, met name jongeren (16-20 jaar), gezelligheid en sociale contacten als belangrijk motief. Contact met andere vissers is vooral gericht op uitwisselen van kennis omtrent vistechnieken en op het leren kennen van andere mensen. Ook bij het moestuinieren valt op dat dit een plek/activiteit is die je alleen doet (rust geeft) en toch ook samendoet. De SCPstudie Tussen groen en grijs (2016) gaat ook in op de sociale kanten van tuinieren. Onderzoek laat zien dat op volkstuinen met een heterogene groep tuinders bridging mogelijk is. ‘De kracht van het kleine ontmoeten’ wordt het genoemd. Volkstuinen hebben als bijzonder kenmerk dat het contact veel non-verbaal verloopt: de onderlinge relaties worden in eerste instantie door ‘zichtbaarheid’ en ‘nabijheid’ gevormd. Mensen worden hier dus minder snel uitgesloten op basis van taal, beroep of woonplek. Het is bijzonder om te zien dat hier zowel bewoners uit Meerzicht- West, als uit Meerzicht-Oost actief zijn. Alle aspecten van sociale samenhang zijn we in Meerzicht tegen gekomen: ● ‘contact en ontmoeting’: Denk aan contact tussen buren, of ontmoetingen in de openbare ruimte. ● ‘sociaal netwerk en dingen samendoen’: We hebben voorbeelden gehoord van moeders die samen met de kinderen naar de Stadsboerderij gaan; mensen die samen wandelen, koffiedrinken of vissen natuurlijk. ● ‘wederzijdse hulprelaties’: Buren helpen en/of ondersteunen elkaar. ● ‘gezamenlijke activiteiten’: Er zijn diverse plekken waar men in georganiseerd verband vrijwilligerswerk kan doen, zoals sportclubs, de moestuinvereniging en de voedselbank. Er is een groot aantal bewonerscommissies actief. Debuurtvereniging in de Waterbuurt is een initiatief dat door buurtbewoners gedragen wordt. Hier spelen ‘best persons’ een belangrijke rol. De hier beschreven casussen geven het belang van aan van activiteiten die bewoners in lossere verbanden min of meer gezamenlijk ondernemen. Ook de plekken waar vrijwilligers werken hebben eenzelfde functie als knooppunt van sociale connecties.
DOCUMENT
Het onderzoeksproject 'Vastgoed van de toekomst' is opgezet door Fontys Hogescholen in samenwerking met 25 (regionale) partners. Doel van het project is om publieke en private professionals te ondersteunen bij hun faciliterende en beherende rol in relatie tot vastgoed-in-transitie en de verkregen kennis op te werken tot meer algemeen werkende interventies, zoals herverkaveling en programmatische transformaties. Leegstand domineert het debat en de beeldvorming over de vastgoedmarkt in Nederland. Vrijwel dagelijks berichten media over de ernst en toename van incourante en inefficiënt gebruikte kantoren, winkels en bedrijventerreinen, de daaraan gekoppelde waardedaling van het vastgoed en de ruimtelijke, economische en sociale gevolgen van leegstand voor zowel de betrokken vastgoedpartijen als de samenleving als geheel. De eigenaar is aan zet. Leegstand is vooral een probleem voor de eigenaar en de ondernemer. De overheid heeft zeker een rol, maar zakelijkheid is nodig waar je wel en niet aanspreekbaar voor bent. Duidelijk is wel dat gemeenten onderling veel beter bestaande en nieuwe plannen moeten afstemmen. Leegstand is mede het gevolg van de ‘ieder voor zich’-aanpak en -visie. Leegstand biedt zeker kansen voor starters, als broedplaats en als creatieve hub, maar het is bovenal ook gewoon erg voor de eigenaar en de omgeving. Ik weet nog heel goed dat tijdens de werkbijeenkomst in Bergeijk werd benadrukt dat leegstand ervoor zorgt dat de oudedagsvoorziening van kleinschalige pandeigenaren verdampt. Dit is dramatisch voor een kleine eigenaar. De sociaal-economische kant van leegstand wordt onderbelicht. Het lijkt soms bijna alsof eigenaren bewust gebouwen leeg laten staan. Dat is natuurlijk onzin, want het kost bakken met geld.
DOCUMENT
Uit het rapport: "De afgelopen jaren is onderzoek gedaan naar nieuwe concepten voor bouwlogistiek en bij negen proeftuinen in binnenstedelijk gebied is aangetoond dat hier forse winst is te behalen in termen van besparingen op logistieke kosten en bouwtijd, betere doorstroming, minder schadelijke uitstoot en minder hinder voor de omgeving. Zo bleek het mogelijk om het aantal binnenstedelijke ritten van en naar de bouwplaats met zo’n vijftig tot tachtig procent terug te brengen. Voor goede bouwlogistiek is afstemming en medewerking binnen de keten cruciaal. Alle spelers dienen tijdig betrokken te zijn. Bouwlogistiek bestaat uit allerlei maatregelen die effect hebben op het transport en op het bouwproces. Door te meten en te monitoren zijn de effecten van verschillende maatregelen in het onderzoek aangetoond en nieuwe inzichten en lessons learned opgedaan die worden meegenomen in volgende bouwprojecten. In totaal zijn negen proeftuinen begeleid, waarvan er bij drie uitgebreide gegevens zijn verzameld en ook besparingen aangetoond. Bij de andere proeftuinen zijn vooral kwalitatief lessons learned opgedaan. Bij het Voorzetgebouw/Paviljoen van VolkerWessels Bouwmaterieel is 50% ritten in de afbouwfase bespaard, bij het Noordgebouw van Dura Vermeer 65% in ritten in de afbouwfase en bij het Mariskwartier van Van Wijnen is 80% in ritten in de ruwbouwfase bespaard. Andere proeftuinen hebben laten zien dat het meten en monitoren van bouwlogistiek niet altijd eenvoudig is en het invoeren van bouwlogistiek zelf al lastig genoeg is. Vragen die opdoemen zijn: wie bepaalt of en zo ja welke maatregelen op de bouwplaats worden toegepast, de directie of de hoofduitvoerder en wie bepaalt hoe producten worden ingekocht, is dat op laagste prijs of wordt logistiek ook meegenomen. Allemaal vragen die van groot belang zijn voor een efficiënte logistiek van, op en naar de bouwplaats. Daarnaast leeft de vraag welke rol de gemeente gaat spelen; of zij bepaalde logistieke werkwijzen gaan verplichten bijvoorbeeld via aanbestedingen? Een andere belangrijke vraag is wie er opdraait voor de eventuele kosten van de bouwlogistieke maatregelen. Dit rapport geeft hier antwoord op. Verder komen de ontwikkelingen rond ketenregie, BIM en ICT aan bod. Ketenregie over alle vervoersstromen gekoppeld aan het bouwproces, en over alle partijen van producent tot op de bouwplaats, staat of valt met de juiste ondersteunende ICT-middelen. Daarin speelt de beoogde 4C Control Tower een cruciale rol in planning en besturing op strategisch, tactisch en operationeel niveau. Er blijkt nog een flinke ontwikkelingsslag nodig om BIM geschikt te maken voor bouwlogistieke planning en besturing. Daarnaast is gekeken naar betrouwbare dataregistratie in het bouwlogistieke proces door een pilot waarin nieuwe technologieën gebaseerd op Internet of Things (IoT) een oplossing bieden. Eigenlijk is er geen enkele reden om niet nu al met bouwlogistiek te beginnen, al is het maar in het klein met eenvoudige maatregelen. Zorg dat tijdig in het proces alle partijen erbij betrokken worden, van architect tot vakkracht op de bouwplaats, zorg voor draagvlak in het hele team. Dan zijn de drie proeftuinen met de mooie besparingen straks geen uitzondering meer maar regel."
LINK