Recent years have seen a global rise in the failure of tailings dams. Studies investigating the causes of slope failure often recognise high intensity rainfall events to significantly contribute to liquefaction, erosion and overtopping. This study aims to investigate the influence of alternative physical and geohydrological processes that, under tension saturation conditions, contribute to slope instability in tailings dams. It has been suggested that the generation of transient pressure wave mechanisms by high intensity rainfall events, surface ponding and wetting front advancement result in the formation of an induced pressure head that triggers the mobilization of pre-event water. In order to quantify these physical processes, this study included the analysis of rapid transmission conditions in a silica fines mix, with similar physical and hydraulic characteristics as platinum tailings. A tall leak-proof soil column, containing the soil sample compacted to in-situ dry bulk density, was fitted with seven observation ports. Each port consisted of a pore air pressure probe, a mini tensiometer and a time domain reflectometry probe. After set-up and initial stabilisation, three separate artificial high intensity rainfall events were applied to the surface. Monitoring of hydraulic state variables was recorded at thirty second intervals by automatic logging, thereby enabling the analysis of measured outcomes. Observations showed instant spikes in pore air pressure ahead of the wetting front, as well as a number of delayed responses. The interpretation of lab results led to the conclusion that pressure diffusion mechanisms throughout the porous medium, could result in the rapid release and mobilisation of previously stagnant antecedent moisture, thereby enabling phreatic levels to rising rapidly and in excess to the amount of surface infiltration. Also, since an increase in pore water pressure is likely to cause a reduction in shear strength, it is suggested that these physical and geohydrological processes could have an adverse impact on the stability of tailings dams.
MULTIFILE
Deze publicatie bestaat uit twee delen: eerst een terugblik op de lectoraatsperiode van 2020-2024. In 'Ecologisch Wijs : Insecten & Maatschappij' speelden insecten een belangrijke rol in het leggen van de verbinding tussen ecologie en educatie. Insecten zijn bijzonder waardevol om begrippen in de ecologie mee uit te leggen. Een uitgebreid deel van de tekst is gewijd aan insecten zodat de lezer meer waardering krijgt voor deze fascinerende dieren. Het maatschappelijke dilemma van het versterken van insectenbiodiversiteit enerzijds en het beheersen van plaaginsecten anderzijds wordt toegelicht. Vervolgens worden de doelstellingen van het lectoraat besproken en een aantal van de opbrengsten van het onderzoek. Het tweede deel van de publicatie is een contourschets van het thema voor de nieuwe lectoraatsperiode 'Leren voor een natuurinclusieve samenleving'.
DOCUMENT
In mijn promotieonderzoek heb ik mij gericht op het identificeren van inspiratiebronnen voor profes-sionalisering in de vorm van persona’s, die ik beelden van de professional heb genoemd (De Jonge, 2015). Mijn aanvankelijk plan was om deze bronnen vruchtbaar te maken voor professionaliserings-trajecten, maar mijn promotor stelde een andere richting voor. Voorbeelden van zulke beelden zijn de reflectieve praktijkwerker (Schön, 1983), de presentiebeoefenaar (Baart, 2001), de intrapreneur (Pin-chot, 1985) en de democratische professional (Dzur, 2008). De normatieve professional (Kunneman, 1996) is een beeld dat ik in mijn promotieonderzoek heb opgenomen. Later heb ik betoogd dat ook de muzische professional (Van Rosmalen, 1996) zo’n inspirerend beeld is (De Jonge, 2019b). Dit postdoc-onderzoek kan worden opgevat als een zoektocht om de inspiratie van de normatieve professional en de muzische professional op praktische wijze met elkaar te verbinden tot wat ik – in navolging van Banks’ (2016) concept van ‘ethics work’ – muzisch ethiekwerk heb genoemd. Dit schilderij van mijn vrouw associeerde ik met de dappere en moeizame pogingen van professionals om zich op de juiste wijzen te verhouden tot de complexe contexten waarin zij opereren. Ik gebruikte het voor het omslag van mijn dissertatie. Dit onderzoeksrapport is het verslag van een verkennend postdoc onderzoek naar de potentiële meer-waarde van de theatrale dialoog als ethische interventie voor sociale professionals. De theatrale dia-loog is een muzische werkvorm die ontwikkeld is door Bart van Rosmalen (1996). De kern ervan is dat twee personen in een woordeloze interactie om beurten houdingen of posities ten opzichte van elkaar innemen. In deze verkenning is onderzocht of deze non-verbale werkvorm behulpzaam kan zijn om ethische vraagstukken van sociale professionals te verhelderen. Hierbij is gebleken dat deze interven-tie het ethisch actorschap (Keinemans, De Jonge & Kloppenburg, 2014) van professionals stimuleert, hen aanzet tot ethiekwerk (Banks, 2016). De professionals die aan het onderzoek hebben deelgeno-men, hebben naar eigen zeggen de meerwaarde van deze muzische interventie ervaren. De theatrale dialoog als een vorm van muzische professionalisering bezit dan ook de potentie om de ethische pro-fessionalisering van sociale professionals te bevorderen.
DOCUMENT
Inaugurele rede in verkorte vorm uitgesproken bij de aanvaarding van het lectorschap in het Stoas Hogeschool en de CAH Dronten lectoraat op woensdag 15 november 2006 te 's-Hertogenbosch
DOCUMENT
Voor onderwijs dat competentiegerichtheid, leren leren en de student centraal stelt, is zoeken naar passende wijzen van toetsing een actueel en prangend vraagstuk. Daarbij moet de toetsing van de gehele opleiding een coherent en consistent geheel vormen, dat past bij de onderwijsvisie en het curriculum. Voor het opstellen van een toetsplan bestaat geen eenvoudig algoritme. Wel is een stappenplan ontwikkeld om een toetsplan op te stellen in een bepaalde, beproefde volgorde. In de praktijk is er echter geen sprake van een rechtlijnig en iinduidig traject. Sommige stappen vergen weinig aandacht, andere krijgen extra accent en dat is afhankelijk van het eindresultaat dat een opleiding wil bereiken. Het maken van een toetsplan kent zeven stappen: 1 Geef redenen voor toetsplanontwikkeling en bepaal de aanpak en het resultaat. 2 Stel de kaders vast waarbinnen het toetsplan inhoud moet krijgen. 3 Maak keuzes bij strategische, inhoudelijke vragen. 4 Geef de kwaliteitseisen bij de toetsing aan en de normering en kwaliteitsborging. 5 Bepaal de organisatorische randvoorwaarden. 6 Stel het toetsplan op. 7 Schrijf de verantwoording bij het toetsplan.
MULTIFILE
Het boek de Pedagogische Opdracht, het basisonderwijs in spiegels en vensters, is een ode aan de leerkrachten die elke dag een grote bijdrage leveren aan de persoonsvorming van nieuwe generaties. Dit boek is warm aanbevolen aan leerkrachten in opleiding en iedereen die geïnteresseerd is in pedagogiek en het basisonderwijs
DOCUMENT
In januari 2023 verscheen in Didactief een special over het lectoraat De Pedagogische Opdracht van Hogeschool InHolland. Met bijdragen van onder andere lector Mascha Enthoven, lerarenopleider en onderzoeker Theo van den Bogaart, en docent en onderzoeker Marietje Beemsterboer.
DOCUMENT
Lichamelijkheid en cognitie zijn de basis van het sociaal functioneren. Dramatherapie biedt de moge-lijkheid om via spel en beweging, projectief spel en het uitspelen van enactments/ dramatisch spel, de dynamiek tussen lichamelijkheid en de cognitie te exploreren, te structureren en het inter-persoonlijke begrip, binnen de mogelijkheden van de cliënt, tot ontwikkeling te brengen.
DOCUMENT
Van kinderen en jongeren wordt verwacht dat zij 24/7 scoren in een samenleving die weinig houvast biedt. Opvoeders en kinderen worstelen daarmee, maar staan er moederziel alleen voor. Maike Kooijmans betoogt vandaag in haar lectorale rede dat het collectieve kwesties zijn die om een gemeenschappelijke aanpak vragen. En de nadruk op prestaties moet hoognodig gerelativeerd.
LINK
De Forum-aflevering in nummer 6 van De Psycholoog over de inzet van ervaringsdeskundigheid gaat volgens Jan Verhulst in wezen over hoe de hulpverlener (de psycholoog of psychotherapeut) zich tijdens de sessie opstelt. Hoeveel kan en mag de hulpverlener van zichzelf laten zien, zijn eigen ervaringen therapeutisch gebruiken? ‘Van mijn gebluf is nooit iemand slechter geworden.’ Simona Karbouniaris en Clara Koek reageren.
DOCUMENT