In de binnenstad van Amsterdam wordt door infrastructuurproblematiek en het drukke verkeer de problematiek van bedrijfsafvalinzameling nog meer uitvergroot, naast dat de gemeente uitgesproken ambities heeft voor emissievrije stadslogistiek en de ontwikkeling van de circulaire economie. Daarom onderzoekt de gemeente met partners die actief zijn in afvalinzameling hoe gescheiden afvalstromen collectiever, kleinschaliger en frequenter ingezameld kunnen worden en met behulp van emissievrije, elektrisch aangedreven en lichtgewicht logistieke oplossingen wordt onderzocht. Één van de pilots betreft bedrijfsafvalinzameling over water in het wallengebied en is gerealiseerd door gemeente Amsterdam afdeling bedrijfsafval, afvalverwerker Renewi, logistiek bedrijf ZOEV City en sociaal leer-en werkbedrijf Pantar. Het restafval van een aantal bedrijven wordt door kleine elektrische voertuigen lokaal ingezameld en met een stuwboot naar de verwerker gebracht in plaats van inzameling door de gebruikelijke dieselvuilniswagen.In dit project onderzochten we hoe we een gezamenlijk ontwikkeld businessmodel voor deze nieuwe wijze van inzamelen in de case rendabel kan zijn voor de stakeholders. En we onderzochte hoe het bij kan dragen aan emissievrije logistiek, minder verkeersdruk, leefbaarheid in de omgeving, minder onderhoud aan de kademuren en een verbeterde afvalscheiding voor hergebruik in de circulaire economie. Het rapport laat zien hoe open collaborative business modelling, gecombineerd met impactmetingen kan helpen bij het ontwikkelen van oplossingrichtingen voor nieuwe circulaire samenwerkingsverbanden.
DOCUMENT
“Als je iets meekrijgt in de accountantsopleiding, dan is het dat je de uitspraken die je als accountant doet op een deugdelijke grondslag moet baseren. Op dit punt, heb ik, terwijl ik nog niet ben afgestudeerd als RA, voor mijn gevoel al water bij de wijn moeten doen. Dat moment, dat besef, dat wringt
DOCUMENT
Nederland kent een zeer productieve landbouw, maar deze productiviteit gaat gepaard met het gebruik van veel gewasbeschermingsmiddelen en nutriënten. Als gevolg hiervan wordt het grond- en oppervlaktewater relatief zwaar belast met stikstof, fosfaat en gewasbeschermingsmiddelen. Deze vervuiling kan een bedreiging vormen voor het ecosysteem en de drinkwaterwinning. Landbouwpartijen, waterschappen en waterbedrijven zoeken naar manieren om de emissie van gewasbeschermingsmiddelen en nutriënten naar het watersysteem te reduceren. Duurzaam bodembeheer, en dan vooral het op peil houden van organische stof in bodems, vervult daarbij een sleutelrol. De hoeveelheid en kwaliteit van de organische stof in bodems kan worden verbeterd door het terugbrengen van organische reststromen (zoals vaste mest en gewasresten) naar de bodem. In dit project verkent Hogeschool van Hall Larenstein, samen met partijen uit de landbouw- en watersector (Projecten LTO Noord, Wetterskip Fryslân en WMD Drinkwater) en kennispartijen (WLN en Bioclear Earth), het effect van hergebruik van organische reststromen op de emissieverlaging van gewasbeschermingsmiddelen en nutriënten naar grond- en oppervlaktewater. De onderzoeksmethoden die worden gebruikt zijn literatuurstudie, workshops met focusgroepen en oriënterende kolomexperimenten. Verschillende varianten (combinaties van bodemsoort, organische stofgehalte en organische reststroom) worden beoordeeld op basis van een vooraf opgesteld toetsingskader. Het projectresultaat is een adviesrapport waarin de uitkomsten en bevindingen zijn vastgelegd en vertaald naar de potentie voor de praktijk. Daarnaast worden twee publicaties geschreven in vaktijdschriften voor de landbouw- en watersector. Deze resultaten vormen de basis voor verdere ontwikkeling van vernieuwende maatregelen gericht op schoon water door duurzaam bodembeheer.