In de zomer van 2005 drongen Amerikaanse wetenschappers aan op de ontwikkeling van een nationale strategie op het terrein van materials science & engineering (MSE). De National Research Council (NRC) van de National Academy of Sciences (NAS) had kort aarvoor het rapport ’Globalization of Materials R&D: Time for a National Strategy’ uitgebracht. In dit rapport ging het om een antwoord op de vraag ‘Waar staan de VS in vergelijking met de rest van wereld?’, ofwel ‘Zijn de VS nog steeds leidend op de verschillende materiaalgebieden of nemen andere landen deze positie over?’ De snelle opkomst van het materialenonderzoek in landen, zoals China en het groeiend onderzoek in Europa vormen immers voor de VS een geduchtere concurrentie dan ooit. Volgens dit rapport is de positie in composieten en superlegeringen dan ook zodanig afgenomen dat Amerika nog nauwelijks de vruchten kan plukken van de elbelovende ontwikkelingen op dit terrein. Ook de positie op het gebied van katalysatoren is vrijwel geheel verdwenen. Vaak is de kennis nog wel aanwezig maar de kracht om die kennis commercieel te benutten ontbreekt. Bedrijven kunnen dan de academische kennis niet meer omzetten in een winstgevende toepassing. Hoewel het vakgebied materials science & engineering in de VS niet meer over de hele linie aan de top van de wereld staat, is de Amerikaanse positie op de meeste terreinen van de materiaalwetenschappen onbetwist. Recente hoogtepunten zijn ruimschoots voorhanden, zoals het maken van grafeen, de verschillende toepassingen van anokoolstofbuisjes, de ontdekking van metamaterialen en het nabootsen van verschijnselen uit de natuur zoals de hechting van de poten van de gekko aan de ondergrond. De National Science Foundation speelt een belangrijke bij de financiering en valorisatie van onderzoek. Verschillende programma’s, waaronder het Materials Science Research and Engineering Centers programma, spelen een grote rol in kennisoverdracht naar bedrijfsleven en maatschappij. Michiel Scheffer is, tijdens zijn vijf maanden verblijf, in de Verenigde Staten zelf op zoek gegaan naar de Amerikaanse positie en heeft met veel onderzoekers gesproken. Ook hij heeft ontdekt dat er nog vele hoogtepunten en sterkten in het Amerikaanse materialenonderzoek te vinden zijn, waarvan hij in deze bundel enthousiast en gedetailleerd verslag doet.
MULTIFILE
Inaugurele rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van lector Duurzame Watersystemen aan hogeschool Van Hall Larenstein op vrijdag 1 november 2019. Voldoende en schoon zoetwater is van levensbelang. Toch is het niet vanzelfsprekend. Door intensivering landbouw, groei van bevolking en welvaart, neemt het gebruik van schoon zoetwater toe. Tegelijkertijd komen grond- en oppervlaktewater meer onder druk te staan van vervuiling, zoals nutriënten, gewasbeschermingsmiddelen, geneesmiddelen en andere microverontreinigingen. Bovendien leidt klimaatverandering tot een nieuwe dynamiek in verdamping en neerslag. Dit spanningsveld is het werkveld van het lectoraat Sustainable water systems. Via toegepast onderzoek draagt het lectoraat bij aan het veiligstellen van voldoende schoon zoetwater voor drinkwater, natuur, landbouw, recreatie en industrie.
MULTIFILE
De doelstelling van het project is het ontwikkelen van een breed gedragen basis voor samenwerking tussen de partners in het Living Lab Upper Citarum River Basin het opstellen van een breed gedragen Action Plan voor het toepassen van de beginselen van de circulaire economie als basis voor duurzame ontwikkeling van het Upper Citarum River Basin. In november 2016, heeft Hogeschool Van Hall Larenstein namens het Nederlandse Delta Platform een samenwerkingsovereenkomst ondertekend met University of Technology Bandung (ITB). Hiermee is de totstandkoming van het Living Lab Upper Citarum Basin officieel bekrachtigd. Daarnaast zijn ook andere partijen zoals Telkom University, de Radboud Universiteit en Deltares betrokken en wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan de functie van springplank die het Living Lab mogelijk voor het Nederlandse MKB kan bieden. Vlak na de totstandkoming van het Living Lab is afgesproken dat het Living Lab zich zal gaan richten op duurzame ontwikkeling en waterbeheer, waarbij de principes van de circulaire economie als leidend principe zullen worden toegepast. Bovendien is afgesproken om gezamenlijk te werken aan de ontwikkeling van on-derwijsmateriaal. Met dit project zullen tijdens werksessies met de betrokken partners en stakeholders in Bandung de meest veelbelovende kernthema’s voor samenwerking worden geïdentificeerd en verder concreet worden gemaakt. Hiervoor is het noodzakelijk om de ketens van stofstromen in het Citarum River Basin inzichtelijk te maken en hierbij kansen te identificeren voor het Nederlandse bedrijfsleven (MKB). In eerste instantie wordt hierbij ge-dacht aan bouwen met bagger, bouwen met plastic afval, building with nature, drinkwatervoorziening, afwate-ring en afvalwaterzuivering.
Cellvation B.V., KNN Cellulose, CirTec en Rijksuniversiteit Groningen, begeleid door subsidieadviesbureau ASQA Subsidies, richten zich binnen onderhavig project op de ontwikkeling van een pilot-productlijn die de werking van de nascheidingstechnologie, het CellPro proces, van tertiaire cellulose in een continuproces op een representatieve praktijkschaal kan aantonen. Hiermee wordt het mogelijk om tertiaire cellulose op te werken tot een grondstof voor hoogwaardige toepassingen op grote schaal.Hiervoor richten de projectpartners zich op industriële en communale afvalwaterstromen. Ondanks dat de watersector de afvalwaterzuivering goed heeft georganiseerd, staat het grootschalig terugwinnen van grondstoffen, waaronder tertiaire cellulose nog in de kinderschoenen. Meer dan de helft van het organisch materiaal in rioolwater bestaat uit cellulose, afkomstig van wc-papier. Naast de terugwinning uit rioolwater richt de technologie zich tevens op de terugwinning van gelijksoortige vezels, zoals die afkomstig van luiers.De vernieuwende procestechnologie van Cellvation moet de functionaliteiten van de verschillende processtappen die zich eerder als proof-of-concepts in individuele installaties hebben bewezen op een innovatieve wijze combineren in het pilot-productiesysteem om tot de beoogde grootschalige opwerking van tertiaire cellulose te komen. Gezamenlijk hebben de projectpartners het streven om een zo duurzaam mogelijk perspectief te ontwikkelen voor de teruggewonnen cellulose, het zeefgoed. Hiervoor werken de projectpartners aan de ontwikkeling van een realistische ketenontwikkeling door zich te richten op hoogwaarige verwaarding van tertiaire cellulose, bijvoorbeeld als functioneel additief bij de aanleg van asfaltwegen, als grondstof voor biocomposiet of als grondstof in isolatiemateriaal. Bovendien wordt unieke wetenschappelijke kennis gevaloriseerd van de Rijksuniversiteit Groningen ten aanzien van de verwaarding van Recell voor hoogwaardige toepassingen in de chemie.
In de wereld van de afvalwaterzuivering wordt al enige tijd succesvol gewerkt aan het recyclen van reststromen, zoals slib. Waterschappen beschouwen afvalwater niet langer als een afvalproduct, maar ook als bron voor grondstoffen. Een vd grondstoffen is cellulose dat o.a. via toiletpapier in ons afvalwater terecht komt. Normaal gesproken wordt dit niet specifiek uit het afvalwater gezuiverd maar met nieuwe technieken kan het nu uit het water gezeefd worden voordat het de zuiveringsinstallatie instroomt. Door dit uit het afvalwater te zeven wordt de rest van de zuivering ontlast en worden dure uitbreidingsinvesteringen voorkomen. Zeefgoed bestaat voor ca. 50% uit cellulosevezels. Cellulose kan gebruikt worden voor verwerking in diverse materialen en producten. Er zijn nog veel bedrijfskundige vragen voor het opwaarderen van de cellulose tot waardevolle restproducten. Partijen die daarin een rol spelen provincies, gemeenten, waterschappen, waterzuiveringsinstallaties en bedrijfsleven zoeken naar business- en verdienmodellen om de producten op de markt te zetten. De rol van de overheden is om de mogelijkheden van de waterzuivering beter te benutten en het bedrijfsleven om producten op de markt te zetten. Samenwerken in en het verbinden van waardenketens is hierbij een voorwaarde. Bij waterzuiveringsbedrijven en waterschappen lag de focus eerst vooral op het OF van het verkrijgen van bruikbare producten, nu is vooral de vraag HOE de producten op ruimere schaal kunnen worden afgezet. Er zijn al diverse voorbeelden van, zoals cellulose in asfalt maar de zoektocht naar mogelijke producten en toepassingen loopt nog. Kansen volop maar de weg ernaar toe verloopt nog moeizaam. Dit project is door de projectpartners ontwikkeld om het gehele netwerk van partijen en dan met name waterschappen en verwerkende bedrijven aan tafel te krijgen met om een winstgevend business-model te ontwikkelen dat ze in staat stelt om nieuwe toepassingen voor cellulose te ontwikkelen en te vermarkten.