De vaste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) wil meer zicht op de positie van mensen die werk hebben, maar niet rondkomen of daar een risico op lopen. Het gaat hierbij om de brede groep werkenden, waaronder werknemers in loondienst, mensen die naast een uitkering werken, mensen met flexibele contracten net een specifieke focus op zzp'ers, schijnzelfstandigen, en ondernemers uit het MKB. Er is veel literatuur beschikbaar over bestaanszekerheid van werkenden. Het ontbreekt echter aan een samenhangende duiding van de beschikbare onderzoeken. Een overkoepelend beeld van de beschikbare inzichten is nodig om koers te bepalen voor de toekomst, waarbij het vanzelfsprekend van belang is dat ook wordt vastgesteld waar de kennislacunes liggen. De wens om meer zicht te krijgen op werkenden die (af en toe) niet rondkomen komt voort uit de Kennisagenda 2021-2022 die de Vaste Kamercommissie heeft opgesteld. Rondkomen is daarin opgenomen als een van de twee thema’s. Meer zicht op het rondkomen door werkenden en de knelpunten daarbij biedt de commissie een kennisbasis om geïnformeerd met elkaar en het Kabinet in gesprek te gaan over wat de verschillende groepen al dan niet nodig hebben en hoe de verschillende groepen beter kunnen worden bereikt met inkomensondersteunende maatregelen. De dienst analyse en onderzoek heeft het Kenniscentrum Sociale Innovatie van Hogeschool Utrecht gevraagd om te voorzien in voorliggend beschouwend rapport waarin de state-of-the-art kennis wordt geduid. Op verzoek van Hogeschool Utrecht hebben Cora van Horssen (Hoofd kennisteam Nibud) en Anna Custers (lector Armoede Interventies Hogeschool van Amsterdam) meegelezen met de beantwoording van de onderzoeksvragen en daar feedback op gegeven. Download 1 betreft het rapport, download 2 betreft een foto van de overhandiging van het rapport aan de voorzitter van de vaste Kamercommissie SZW door Rosanne Oomkens.
MULTIFILE
Mantelzorgers hebben voornamelijk op sociaal vlak wensen en behoeften. Zo vinden de mantelzorgers het belangrijk om soms rust te hebben, dit uit zich in de zorg-voorjezelf-dagen en respijtzorg. Verder hebben de mantelzorgers behoefte aan lotgenotencontact en een luisterend oor bijvoorbeeld via internet. Ook kan het internet helpen in de behoefte naar informatie, de mantelzorgers willen graag weten wat er aan de hand is met de zorgbehoevende en wat er speelt op het gebied van de mantelzorg. Verder is er een behoefte aan een helpende hand op organisatorisch gebied bij werkende mantelzorgers, hiervoor is er een mantelzorgmakelaar. De mantelzorgmakelaar kan helpen met onderhandelingen bij de werkgever, maar ook bij het maken van afspraken met instanties. Steeds meer wordt geprobeerd mantelzorg bespreekbaar en herkenbaar te maken door bijvoorbeeld inzet in het onderwijs en onderwerpen op televisie. Dit document is een verslag van de deskresearch Mantelzorg, die is uitgevoerd in het kader van het RAAK-project Ontwerpen voor Zorgverleners.
MULTIFILE
Inleiding:In 2017 heeft de gemeente Amersfoort besloten om extra te investeren in maatregelen ten behoeve van kinderen uit gezinnen met een laag inkomen én volwassen minima (met een inkomen tot 120-150% van het sociaal minimum) in het raadsbesluit ‘doorontwikkeling minimabeleid’. Doel van deze doorontwikkeling was de sociale participatie van minima in de stad Amersfoort te verhogen door middel van het vergroten van het bereik van minimaregelingen. De groep die tot dan toe in beeld was bij de gemeente bestond voornamelijk uit bijstandsgerechtigden. Uit de cijfers van de minima-effectrapportage 2017 van het Nibud bleek dat er vooral sprake was van ondergebruik bij werkende minima en gezinnen met jonge kinderen. Naar aanleiding hiervan besloot het college het bereik van minimaregelingente vergroten door drempels te verlagen die het gebruik in de weg stonden, zoals schaamte en wantrouwen richting de gemeente. Om dit te bereiken is in 2018 het digitale platform Geldcheck033 opgericht dat eraan heeft bijgedragen dat er in 2019 meer gebruik is gemaakt van minimaregelingen waardoor deze huishoudens meer te besteden hadden (minima-effect rapportage 2020, Nibud).Dit rapport is een praktijkbeschrijving van Geldcheck033. Door de werkwijze op papier te zetten dragen we bij aan het verspreiden van effectievere manieren om de groep mensen die in verborgen armoede leeft te bereiken en te ondersteunen. Voor het opstellen van de praktijkbeschrijving is documentonderzoek gedaan en zijn interviews afgenomen met de teamleider van de gemeente Amersfoort en overige betrokkenen.
Verpleegkundigen bevinden zich dagelijks in complexe beroepssituaties waarin zij medicatie moeten voorbereiden en toedienen. Dit vraagt concentratie; een simpele fout kan tot grote complicaties leiden. Er zijn een aantal maatregelen genomen om medicatieveiligheid te borgen, zoals de ‘niet storen hesjes’ en de ‘controlemaatregel’, waarbij de collega verpleegkunde een controle uitvoert op de voorbereide medicatie. Deze maatregelen zijn niet altijd afdoende om medicatiefouten te voorkomen: drukte, en afwezigheid van collega’s in de nabijheid maken dat het uitvoeren van controles niet altijd mogelijk is. Uiteindelijk is het de verpleegkundige zelf die haar rekenkennis up-to-date moet houden om beslissingen te kunnen nemen die leiden tot een juiste toepassing en gebruik van medicatie. Om rekenkennis flexibel (herhalend), beroepsspecifiek en op een motiverende wijze te trainen, zou het gebruik van een Virtuele Leer Omgeving (VLE) een antwoord kunnen zijn. De technologie biedt de mogelijkheid om plaats- en tijd onafhankelijk te kunnen trainen, en het spelelement kan bijdragen aan motivatie. Het biedt de mogelijkheid om taken en elementen uit een complexe beroepssituatie te simuleren. In deze studie wordt een verkennend onderzoek uitgevoerd onder verpleegkundigen. Een prototype VLE (uit promotieonderzoek D. Zwart) wordt getoond aan verpleegkundigen (om het zich kunnen voorstellen). Vervolgens worden interviews afgenomen om hen te bevragen op complexe beroepssituaties die getraind zouden moeten worden, zoals de informatie die moet worden nageslagen, patiëntgegevens die moeten worden opgezocht of gecontroleerd, berekenen van dosis, oplossing, verdunning of toedieningssnelheid, instellen van apparatuur nodig voor toediening, gebeurtenissen op zaal, alarmen die afgaan etc., etc. Daarnaast wordt er een enquête afgenomen onder verpleegkundigen gericht op de vraag welke elementen motiveren in beroepstrainingen. De uitkomsten worden gedeeld in een creatieve sessie met de samenwerkende partners die als leergemeenschap de uitkomsten vertalen naar functionele eisen en ontwerpaspecten voor een simulatie-training.
Mkb’ers in de maakindustrie willen stappen zetten in het produceren van kleine productseries met behulp van collaboratieve robots. Zij weten echter niet waar ze moeten beginnen. Tien mkb’ers en zes kennisinstellingen hebben daarom hun krachten gebundeld om robotisering voor flexibele productie te realiseren in de dagelijkse mkb praktijk. De huidige praktijk bij de deelnemende mkb’ers wordt gekenmerkt door robotsystemen die één kunstje kunnen doen en daarmee geschikt zijn voor massa productie. Deze bedrijven moeten het echter niet hebben van massaproductie, maar zijn vooral sterk in kleine series van op maat gemaakte producten. Dat vraagt om een uiterst flexibel productiesysteem en stelt specifieke eisen aan de implementatie van robottechnologie. In een uitgebreid proces van vraagarticulatie zijn de behoeften en eisen van de tien mkb’ers opgehaald en geconcretiseerd: (1) snel kunnen omstellen; (2) optimaal benutten van de kwaliteiten van robot en productiemedewerkers (3) inrichting van een mens-robot samenwerking voor de productie van kleine series (4) het voorbereiden van productiemedewerkers voor de mens cobot samenwerking. De bedrijven hebben samen met kennisinstellingen de afgelopen jaren samengewerkt aan een kennisagenda om robotiseren voor flexibele productie te realiseren. In het voorliggende project focussen we op het ontwerpen en implementeren van een robuuste, interdependente mens-robot samenwerking voor flexibele productie waarin optimaal gebruik wordt gemaakt van zowel de robottechnologie als de productiemedewerkers (joint optimization). We beantwoorden de volgende hoofdvraag: hoe kunnen mkb’ers een interdependente mens-robot samenwerking realiseren waarmee zij in staat zijn om kleine series producten te produceren? Evident is namelijk geworden dat flexibele productie een nauwe afstemming vereist van de kwaliteiten van de robot (zoals betrouwbaarheid, snelheid) en de kwaliteiten van de productiemedewerker (zoals flexibiliteit en snel kunnen omschakelen). In dit project zetten we concrete stappen in het ontwerpen, proefdraaien, implementeren en monitoren van een mens-robot samenwerking voor flexibele productie.
Met het groeien van de gemiddelde levensverwachting is ook de uitdaging gegroeid om een ieder zo lang mogelijk een actieve deelnemer van de samenleving te laten zijn. Duurzame zelfstandige mobiliteit is van groot belang voor het functioneren in de samenleving (op werkplek en in thuisomgeving), draagt bij aan het sociaal functioneren en de algemene sociale cohesie. Goede controle over de (dynamische) balans speelt hierbij een grote rol, zijnde de balanshandhaving tijdens het voortbewegen, ook bij gezonde, jonge mensen een continue compromis tussen effectiviteit en veiligheid. Voor ouderen geldt dit nog sterker, daar de gevolgen van een val vele malen ernstiger zijn en ook een grote invloed hebben op de levensverwachting. Mechanismen van handhaving van de dynamische balans in praktische omstandigheden zijn nog grotendeels onbegrepen. Laboratoria staat vaak ver af van praktische condities van de alledaage praktijk. Moderne sensortechnologie opent momenteel een deur naar systematisch onderzoek naar valrisico’s in het dagelijkse leven, echter deze schiet nog te kort in haalbare accuratesse en stabiltiteit over langere metingen. In verschillende projecten wordt momenteel een nieuwe generatie van methoden onderzocht, met als centraal kenmerk hiervan dat bewegingsensoren niet meer als losse onderdelen functioneren, maar in samenhang worden gebruikt. Het kersverse INSTANT project, bijvoorbeeld, onderzoekt hoe huidige bewegingsensoren kunnen worden uitgebreid met een extra sensormodaliteit en ‘meta-datafusion’ algorithmen. Hierdoor kunnen de sensoren elkaars positie waarnemen en naar verwachting een orde meer accuraat meten op een manier die bovendien stabieler is over langere metingen. Aan iets vergelijkbaars wordt gewerkt door collega’s in Torino en Sassari, Italie, zij het met een andere type sensortechnologie. Dit KIEM project onderzoekt in hoeverre beide methoden (en beide onderzoeksclusters) elkaar kunnen versterken door intensief samen te werken. Het plaatsen van een Italiaanse onderzoeker in het INSTANT onderzoekscluster in Enschede gedurende grote delen van een jaar borgt deze samenwerking.