In deze epiloog wordt teruggeblikt op de voorgaande reeks van elf artikelen over leren op de werkplek. Geconstateerd wordt dat in de reeks een breed breed scala aan interpretaties en onderdelen van leren op de werkplek voorbij komt. Wat aan de orde komt verschilt op een aantal dimensies: - Expliciete versus impliciete leerprocessen en/of leerresultaten; - Georganiseerde versus spontane leerprocessen; - Binnen georganiseerde leerprocessen: door anderen versus door lerenden zelf georganiseerd; - Gewenste versus ongewenste leerprocessen en/of leerresultaten; - Daarbinnen: door anderen of door lerenden zelf gewenst - Asymmetrische versus symmetrische interpretatie van de relatie tussen lerenden op de werkplek. De meeste artikelen in de serie zijn meer op de eerstgenoemde pool gericht dan op de tweede: de aandacht gaat vooral uit naar expliciete, door anderen georganiseerde en gewenste vormen van leren op de werkplek bij de 'minst machtige' partij binnen een asymmetrische relatie. Er worden in de serie veel interessante projecten en aspecten van leren op de werkplek belicht, maar door de focus op één pool van de dimensies blijft leren op de werkplek ook onderbelicht. In de epiloog wordt daarom gepleit voor een bredere visie op 'leren op de werkplek'.
DOCUMENT
Op woensdag 8 december vond een online inspiratiesessie van Innovatiewerkplaats Healthy Workplace plaats over digitalisering van de werkplek. Deze inspiratie paper is een samenvatting van de gegeven presentatie.
DOCUMENT
Leerlingen verdienen een leraar die competent is, lesgeeft met passie en zich blijft ontwikkelen. Een kwalitatief hoogwaardige lerarenopleiding, waarin leren op de werkplek een belangrijk element is, zorgt voor zo’n beste leraar. Op de werkplek vindt zowel formeel als informeel leren plaats. Het leren op de werkplek is veelzijdig, authentiek, contextgebonden, gericht op socialisatie en betekenisverlening. Daarbij is zelfsturing door de lerende essentieel. Opleiden op de werkplek heeft als basis het verbinden van authentieke ervaringen met kennis en het stimuleren van zelfsturing door aanstaande leraren. Het lectoraat wil door middel van praktijkonderzoek een integratieve didactiek voor het leren op de werkplek ontwikkelen.
DOCUMENT
In 1999 is bij Fontys de duale opleiding voor het Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (Bve) van start gegaan. In het artikel Duaal opleiden samen met ROC s: drie jaar maatwerk-ervaring (P.L.van der Plas, 2002) wordt deze opleiding nader toegelicht. In het onderwijsmodel vormt de opleiding tot onderwijsassistent de eerste fase. Bij het ontwerp van de opleiding is gekozen voor een nieuwe opleidingsmethode, producerend leren, die het leren op de werkplek verbindt aan het leren op de opleiding. Bij de start van de opleiding in september 1999 was het concept van producerend leren globaal uitgewerkt. In het drie-wekelijkse overleg van opleiders kwam de invulling van producerend leren in de praktijk veelvuldig aan bod. De projectleiding heeft besloten flankerend onderzoek te laten verrichten naar de vraag Wat is producerend leren voor dit duale opleidingstraject, hoe wordt het ingevuld en hoe zou het moeten worden ingevuld volgens de participanten? Participanten bij producerend leren zijn de duale studenten, ROC-coaches en Fontys-opleiders. In dit artikel wordt eerst ingegaan op de keuze voor producerend leren als opleidingsmethode. Vervolgens worden de onderzoeksaanpak toegelicht en de voornaamste onderzoeksresultaten gepresenteerd. Afsluitend wordt gekeken naar de invulling van producerend leren elders in het onderwijs alsmede naar de vraag of producerend leren een rol kan spelen voor het inrichten van de werkplek als krachtige leeromgeving.
DOCUMENT
Hoofdstuk 1 Vakmensen worden docenten in het vmbo. Het pilotproject beoogde de instroom van vakmensen als (parttime) leraar in het vmbo door een leerweg waarin het leren op de werkplek, de vmbo-school dus, centraal stond. Hoofdtuk 2 Anders kijken naar leren. Nieuwe inzichten in leren (m.n. werkplekleren en veranderend leren) en de consequenties voor het opleiden worden besproken. Leren op de werkplek vindt altijd plaats, ook als er geen speciale leerintentie of -begeleiding is. Theoretisch en kritisch-reflectief leren vinden niet vanzelf plaats. Deze leervormen moeten (in de opleiding) worden geleerd en (op de werkplek) worden georganiseerd. Hoofdstuk 3 Leren op de werkplek centraal Maatwerk betekent dat moet worden onderzocht welke startcompetenties de cursisten wel en niet voldoende beheersen (assessment), bij het begin van de opleiding, maar ook meermalen tussentijds. De officikle startbekwaamheden voor de opleiding en de assessment moeten worden toegespitst op het specifieke karakter van het werk als vmbo-docent in de betreffende praktijkvakken. In een overzicht worden de verschuivende rollen van alle betrokkenen samengevat. Hoofdstuk 4 Instrumenten voor het werkplekleren in de opleiding. Hulpmiddelen voor het werkplekleren zoals portfolio, assessment en persoonlijk ontwikkelingsplan en het gebruik ervan (feedback, intevisie, zelfbeoordeling) worden besproken, naast hulpmiddelen voor cursisten ( leermemo , ervaring: wat neem ik ervan mee , heb ik vragen ). Deze instrumenten zijn in bijlagen voor gebruik door betrokkenen opgenomen.
DOCUMENT
In deze bijdrage gaat het vooral om de vraag hoe de schoolleiding kan bijdragen aan de kwaliteit van de werkplek als leerplek. Er worden enkele achtergronden en algemene karakteristieken van opleiden in de school besproken. Vervolgens duiden we enkele positieve, maar ook minder positieve resultaten van opleiden in de school aan. De school als werkplek is niet vanzelfsprekend een geschikte leerplek. We staan dan ook stil bij de vraag wat er eigenlijk geleerd dient te worden in dat werkplekleren en we gaan in op condities in de schoolorganisatie die er toe kunnen bijdragen dat van het werk geleerd wordt. Tenslotte gaan we in op de vraag wat leiding-gevenden kunnen doen om de schoolorganisatie zo in te richten dat van het werk geleerd kan worden.
DOCUMENT
Werkplekleren van studenten staat onder druk omdat van de huidige zorgprofessionals wordt verwacht dat zij, naast drukke werkzaamheden in de zorg, ook studenten opleiden voor de toekomstige beroepspraktijk. Begeleiding van studenten op de werkplek tijdens personeelskrapte vraagt om andere begeleidingsvormen. In dit artikel beschrijven we, gebaseerd op onderzoek, drie begeleidingsperspectieven en voorbeelden van hoe begeleiding op verschillende manieren vormgegeven kan worden. We laten zien dat er alternatieven zijn voor de reguliere begeleidingsvormen, die een oplossing kunnen bieden voor begeleiding bij krapte.
LINK
Werkweken van 70 uur, elf verschillende functietitels in tien jaar en toch is het volgens Jennifer Smits Kilgus de meest verslavende werkplek van de wereld: Washington DC, oftewel ‘The Hill’. Jennifer heeft onder andere voor president Bush gewerkt en in de Capitool voor het ministerie van buitenlandse zaken waar ze ervaring op deed met huidige president Joe Biden. Het is een spannende aflevering met inside information over onder andere de oorlog in Afghanistan.
LINK
De school als werkplek is niet vanzelfsprekend een geschikte leerplek. Hoe kan de schoolleiding bijdragen aan de kwaliteit van de werkplek als leerplek? Ingegaan wordt op enkele achtergronden en algemene karakteristieken van opleiden in de school en op een aantal positieve en minder positieve resultaten van opleiden in de school. Stigestaan wordt bij de vraag wat er eigenlijk geleerd dient te worden in dat werkplekleren en bij de vraag naar condities in de schoolorganisatie die er toe kunnen bijdragen dat van het werk geleerd wordt. Tenslotte wordt ingegaan op de vraag wat leiding-gevenden kunnen doen om de schoolorganisatie zo in te richten dat van het werk geleerd kan worden.
DOCUMENT