In de afgelopen decennia heeft er op de werkvloer een stille revolutie plaatsgevonden. De computer neemt steeds meer taken over die de corebusiness vormen van professionals uit verschillende branches. Softwareprogramma's beoor-delen voor een verzekeringsagent of een aanvraag voor een schade-uitkering wel of niet op fraude berust. Algorit-men kiezen de meest geschikte kandidaat voor een recrui- ter. Een computer oefent met kinderen de rekenregels. Een robot schreef onlangs zelfs samen met de auteur Ronald Giphart een boek. Wat gaan deze ontwikkelingen ons brengen? Wat bete- kent dit voor de kwaliteit van het werk? Zien professionals de robot die hun denkwerk overneemt als een kans om nieuwe diensten te ontwikkelen en de kwaliteit van hun werkzaamheden te verbeteren? Of gaan zij er van uit dat ze een deel van hun autonomie gaan verliezen? Houden ze plezier in hun werk en blijven ze zich capabel voelen om hun werk te doen? Voor Ronald Giphart lijkt de robot een instrument om zijn creativiteit te versterken. In het Algemeen Dagblad vertelt hij: "Vaak zei ik: 'Whoo, wat een mooie suggestie.' Hij (de robot red.) heeft me ook personages gegeven die ik vooraf niet bedacht had. Er was iets ontstaan, dat daarvoor niet bestond. Op een manier die nog nooit gedaan is. Daar heb ik een behoorlijk opgewonden gevoe/ over." Kasparov, een beroemde schaker, ging juist enorm aan zichzelf twijfelen. Hij kon het aanvankelijk niet accepteren dat de computer, die hij had ingezet om zijn spel te verbeteren, het uiteindelijk van hem won! De opvattingen van deze professionals lijken illustratief voor het publieke debat over wat de technologische ont- wikkelingen ons gaan brengen. Sommigen schetsen een doemscenario: grote groepen professionals komen bui- ten spel te staan en verliezen hun werkplezier doordat ze het verlengstuk van de computer warden. Anderen zien het rooskleuriger in: er komen veel nieuwe mogelijkheden waardoor professionals zich blijven vernieuwen. Aan de hand van inspirerende voorbeelden uit de hrm- praktijk willen we laten zien dat wij er van uitgaan dat de technologische revolutie volop kansen biedt. We moeten ons wel beter voorbereiden op deze ontwikkelingen en ons bewust blijven van de schaduwkanten. Ons motto is dan ook: Be prepared, not scared.
In dit artikel wordt ingegaan op de snel veranderende digitale wereld. Want het stof rondom de term 'web 2.0' mag zo langzamerhand dan wel opgetrokken zijn, vragen blijven er genoeg. Welke impact hebben al die elkaar steeds sneller opvolgende ontwikkelingen nu eigenlijk op bibliotheken? In hoeverre dringt web 2.0 al door in de organisatie, in de werkprocessen, de klantbenadering en in de digitale bibliotheek? Vergt het wellicht ook een andere attitude van de bibliotheekmanager? En welke gevolgen heeft web 2.0 voor het functieprofiel van de informatiespecialist? Vragen als deze en nog meer, worden in dit artikel verder uitgediept.
De advocatuur heeft te maken met een breed scala aan uitdagingen. De kwaliteit van de dienstverlening staat onder druk door bijvoorbeeld de maatregelen rond de toevoegingspraktijk en natuurlijk ook de economische crisis. De noodzaak om de dienstverlening kwalitatief hoogstaand, bereikbaar èn betaalbaar te houden, wordt breed gevoeld. Recente ontwikkelingen in de toevoegingspraktijk zoals de start van Rechtwijzer 2.0, zonder de advocaat als draaipunt en de plannen over het Juridisch Loketi die november 2014 aan de Kamer zijn gepresenteerd (geen rol voor advocaten), maken dat exploreren van mogelijkheden tot afdoening van zaken op meer lagen op kantoor tot een zeer actueel bedrijfsvoeringsvraagstuk voor advocatenkantoren. In de familierechtpraktijk speelt vanwege van de forfaitaire toevoegingsvergoeding inmiddels bij de kleinere kantoren zelfs de vraag, of toegevoegde echtscheidingen nog wel bedrijfseconomisch verantwoord kunnen worden behandeld en bestaat de noodzaak om, uiteraard met behoud van kwaliteit, kosten te reduceren. De Stichting Viadicte, kwaliteitsinstituut in de advocatuur bij uitstek (hierna aan te duiden als Viadicte), en de Hogeschool Utrecht opleiding HBO Rechten hebben afgelopen jaar onderzoek laten doen naar de mogelijkheden om door middel van taakherschikking juist dát doel, efficiëntere bedrijfsvoering mét behoud van kwaliteit van de dienstverlening en waarborgen van bereikbaarheid en betaalbaarheid, te bewerkstelligen. Het uitgevoerde onderzoek heeft zich beperkt tot de echtscheidingspraktijk binnen het familierecht, onder meer vanwege het grote aandeel daarvan binnen het familierecht en omdat de recent ervaren toename van dergelijke zaken onder toevoeging bij geïnterviewde kantoren noopt tot efficiëntere bedrijfsvoering. Het onderzoek biedt voldoende aanknopingspunten om de principes te verbreden naar andere werkprocessen. En het goede nieuws is, dat taakherschikking binnen de echtscheidingspraktijk niet alleen voordeel kan bieden voor borging kwaliteit, bereikbaarheid en betaalbaarheid (mits uitgevoerd binnen de in dit artikel aangevoerde kaders), maar ook het werkplezier van advocaat en medewerker ten goede kan komen, èn dat de uitkomsten te verbreden zijn naar andere rechtsgebieden
Heb je wel eens gemerkt dat de premie voor je autoverzekering verandert als je in een andere wijk gaat wonen? Verzekeraars berekenen dit met een algoritme, wat kan leiden tot indirecte discriminatie. Dit project onderzoekt hoe zulke digitale differentiatie (DD) zowel eerlijk als rendabel kan.
Veel mbo-opleidingen kiezen voor praktijkroutes, hybride leeromgevingen en gepersonaliseerde leerroutes. Dit levert dilemma’s op bij de afsluiting van de opleiding. Gebruikelijke examens passen vaak niet meer. Deze opleidingen willen informatie uit het onderwijs laten meewegen in de diplomabeslissing en een mix aan bewijzen gebruiken uit praktijk, werk en andere leeromgevingen.
Binnen het project ‘Cirkelen rond je onderzoek’ gaan we aan de slag met een nieuwe aanpak voor het maken van een onderzoeksvoorstel. Centraal in de aanpak staat een model met de acht belangrijke invalshoeken waar aandacht aan besteed moet worden bij het schrijven van een goed onderzoeksplan. Ook is in de aanpak veel aandacht voor de inbreng van alle relevante betrokkenen, zoals ervaringsdeskundigen. We proberen een nieuwe aanpak “Cirkelen rond je onderzoeksopzet’ uit met zeven samenwerkingsverbanden in oprichting die ieder een eigen subsidievoorstel hebben geschreven. Wij begeleiden hen daarbij en we onderzoeken wat de effecten zijn van deze aanpak op het te ontwikkelen voorstel en op het samenwerkingsverband-in-oprichting zelf. Het onderzoek in Nederland op het terrein van gezondheid en zorg is van hoog niveau. Toch is verbetering mogelijk onder andere op de volgende drie punten (Janssens, 2016): onderzoeksvragen kunnen beter aansluiten bij de kwesties in de praktijk; de inclusie van voldoende cliënten; de resultaten worden nog onvoldoende in de praktijk toegepast. Een succesvolle strategie om deze problemen het hoofd te bieden, lijkt het uitvoeren van het onderzoek in een samenwerkingsverband van een groot aantal partijen die bij de praktijkkwestie zijn betrokken (Janssens, 2016). Succesvolle samenwerkingsverbanden ontstaan echter niet vanzelf. Er is een aantal succesfactoren en valkuilen waarmee rekening dient te worden gehouden (Janssens, 2016; Van der Linden, Cox, & Holleman, 2010; Wehrens et al., 2011): elke partner brengt zijn eigen belangen mee. In een goed functionerend samenwerkingsverband is er ruimte om in een veilige sfeer te praten over belangen, waarden en normen en afstemming te bereiken; in een vroeg stadium moeten afspraken over doelen en producten van het onderzoek op papier worden gezet; daarbij moet er ook aandacht zijn voor wat het samenwerkingsverband niet gaat doen om overbelasting van de partners te voorkomen; een enthousiaste projectleider die de partijen bij elkaar kan brengen en de energie kan hooghouden is van groot belang voor het welslagen van het netwerk; een onderzoek dat primair dient om de praktijk te dienen vraagt om een passende manier van onderzoek die zowel zorgt voor praktische resultaten als voor wetenschappelijk verantwoorde kennisontwikkeling. Zo’n onderzoek ontwerpen is vaak methodologisch uitdagend; lokale factoren spelen een grote rol bij het daadwerkelijk toepassen van de resultaten in de praktijk. Iedere context vraagt om een eigen veranderstrategie om onderzoeksresultaten onderdeel te laten worden van de werkprocessen van zorgprofessionals; dit heeft ook gevolgen voor wie als partners in het samenwerkingsverband worden betrokken. Zo kan het verstandig zijn lokale leidinggevenden erbij te betrekken om te werken aan draagvlak en gevoel van urgentie. Doel Met dit onderzoek streven we vier doelen na: Kennisdoel Het onderzoek heeft als doel kennis te ontwikkelen over de bijdrage van de aanpak ‘Cirkelen rond je onderzoek' aan het vormen van een samenwerkingsverband voor het indienen en uitvoeren van een onderzoek binnen het Programma Langdurige Zorg en Ondersteuning (LZO) en Gewoon Bijzonder (GB) van ZonMw. Daarbij wordt gekeken naar de volgende drie niveaus van samenwerking: inhoud proces relatie Veranderdoel Ons onderzoek heeft als doel verandering te helpen realiseren bij de samenwerkingsverbanden in oprichting maar ook willen we binnen ZonMw bijdragen aan een andere manier van werken. Professionaliseringsdoel Het onderzoek heeft als doel verschillende doelgroepen te ondersteunen bij het vergroten en versterken van kennis en vaardigheden: de leden van de samenwerkingsverbanden-in-oprichting te helpen om een samenwerkingsverband op te zetten en goede onderzoeksopzetten te ontwikkelen; medewerkers en commissieleden van ZonMw te helpen ondersteuning te bieden aan consortiumvorming en de ontwikkeling van passende onderzoeksdesigns en tevens de passendheid van onderzoeksvoorstellen beter te beoordelen. Ontwerpdoel Het onderzoek heeft als doel de volgende producten te ontwerpen: een proces bestaande uit vier workshops met individuele activiteiten ertussen, waarin potentiële leden van een consortium gezamenlijk een onderzoeksopzet ontwikkelen; hulpmiddelen die gebruikt kunnen worden tijdens dit proces voor het cirkelen rondom het onderzoek; een handreiking voor onderzoekers, commissieleden en ZonMw medewerkers voor het ontwikkelen van een passende onderzoeksopzet voor praktijkgericht onderzoek. Deze zal open access beschikbaar worden gemaakt. Resultaten De resultaten zijn te lezen op de projectpagina Cirkelen rond je onderzoek light. Looptijd 18 januari 2021 - 31 december 2023 Aanpak Onze aanpak voor het ontwikkelen van een onderzoeksopzet ‘Cirkelen rond je onderzoek’ (Andriessen & Ganzevles, n.d.) helpt samenwerkingsverbanden in oprichting bij het adresseren van bovenstaande invalshoeken. De aanpak is ontwikkeld op basis van een serie workshops die ZonMw en het Lectoraat Onderzoekend Vermogen van Hogeschool Utrecht in 2018 hebben gehouden en waarin prototypes van de aanpak zijn uitgeprobeerd. Centraal in de aanpak staat het idee dat je bij het ontwikkelen van een onderzoeksopzet moet kijken vanuit acht invalshoeken (zie afbeelding ..). Deze invalshoeken zijn belangrijk om te komen tot een onderzoek dat zowel wetenschappelijk valide resultaten oplevert als ook direct bijdraagt aan verbetering van de praktijk. In een serie van bijeenkomsten bespreken de consortiumpartners de invalshoeken en nemen ze gezamenlijk besluiten over de opzet van hun onderzoek. Meer informatie