Burgerparticipatie speelt in Nederland een steeds belangrijkere rol, zo-wel lokaal als op nationaal niveau, met het oogmerk dat directe betrok-kenheid van burgers bij planvorming en besluitvorming kan bijdragen aan kwaliteit, inclusie en draagvlak. Die directe betrokkenheid kan veel vor-men aannemen, bijvoorbeeld in peilingen, enquêtes via burgerpanels en de laatste jaren ook middels platforms waar ideeën en voorstellen wor-den opgehaald, geprioriteerd en gekoppeld aan budgetten. Echter, een belangrijk middel is en blijft het met elkaar voeren van een dialoog, een goed gesprek hebben over belangen, argumenten en meningen – gedeeld of tegengesteld. Het voeren en leiden van een dialoog is echter niet een-voudig, wanneer persoonlijke en publieke belangen op het spel staan. Dit rapport gaat over een gedeelte van een tweejarig onderzoek met het doel om dialogen in wijken op zowel fysieke locaties als online te verbeteren. Wijkprofessionals, de mensen wiens werk het is om het samenleven in de wijk te bevorderen, hebben in hun praktijk te maken met de uitdaging om met bewoners een constructieve publieke dialoog te voeren over hun wijk. Controverses over tal van onderwerpen kunnen leiden tot verhitte discus-sies, grote tegenstellingen, wederzijds onbegrip en weinig oog voor elkaars standpunten en argumenten, zowel tussen bewoners en gemeenteambte-naren als tussen bewonersgroepen onderling. Bovendien worden discussies ook via social media gevoerd die daarvoor niet geschikt zijn, met maar al te vaak als gevolg een doelloze of zelfs respectloze uitwisseling die slechts leidt tot polarisatie en conflict.
DOCUMENT
De opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2022 was ‘historisch’ laag, zo kopten verschillende kranten. Het landelijk gemiddelde lag op 51 procent, 5 procent lager dan in 2018. In sommige gemeenten lag de opkomst ruim onder het gemiddelde en was de daling nog groter. Rotterdam had met 38,9 procent de laagste opkomst van heel Nederland; een daling van bijna 8 procent t.o.v. 2018. De opkomst bereikte dus een dieptepunt, maar was tegelijkertijd niet helemaal verrassend. De opkomst bij gemeenteraadsverkiezingen ligt structureel een stuk lager dan bij de Tweede Kamerverkiezingen. Bovendien is er sinds het midden van de jaren 1990 al sprake van een geleidelijke daling (Vollaard e.a. 2022, p. 14). In Rotterdam ligt de opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen al decennia onder die van de andere drie grote steden, met uitzondering van de oplevingen in 2002 (opkomst Leefbaar Rotterdam) en 2006 (tweestrijd Leefbaar Rotterdam-Partij van de Arbeid) (OBI 2022, p. 10).
DOCUMENT
Het sociaal netwerk vormt een belangrijk thema doordat vanuit de Wmo verondersteld wordt dat de cliënt eerst de eigen kracht aanboort, alvorens er professionele hulp kan worden ingeschakeld. Dat betekent dat hij ook de kracht die het eigen sociaal netwerk bezit moet benutten. Het gaat bij kracht van het sociaal netwerk om steun die door familie, vrienden , kennissen en buren gegeven kunnen worden. Hierdoor kan de cliënt langer zelfstandig thuis blijven wonen en/of meer participeren in de samenleving. In de literatuur wordt wel onderscheid gemaakt tussen het persoonlijk – en het maatschappelijk steunsysteem van de cliënt. Bij het maatschappelijk steunsysteem gaat het dan met name over het benutten van algemene voorzieningen als vrijwilligers of lotgenotencontacten etc. In deze docentenhandreiking ligt de focus op het persoonlijk steunsysteem. De opzet van deze handreiking is dat je als docent tijdens je lessen voor een bepaald vak waar het onderwerp Sociale netwerken bij aan de orde komt, kan putten uit dit lesmateriaal. Daarbij kun je gericht zoeken vanuit de deelthema’s waar deze docentenhandreiking uit is opgebouwd. Ieder deelthema wordt kort ingeleid. Hierdoor krijgt de lezer een goede indruk van de belangrijkste items die bij ieder deelthema aan de orde zijn. Daarnaast wordt een overzicht gegeven van de literatuur en onderwijsmodules uit de Wmo-werkplaatsen, zodat jij en studenten zich verder in het thema kunnen verdiepen. Tot slot wordt bij ieder deelthema een aantal opdrachten geformuleerd die je als docent kan gebruiken als opdrachten tijdens de lessen.
DOCUMENT
In dit proefschrift worden netwerken, carrière en vrouwen samengebracht rondomde vraag: In welke mate hebben hoger opgeleide vrouwen inzicht in de wijze waaropnetwerken werken, op welke wijze netwerken zij en zetten zij deze inzichten in omhun carrièredoelstellingen te verwezenlijken?
LINK
In 2020 is vanuit het SPRONG-Educatief programma van SIA en NRO het STEMnetwerk (Science, Technology, Engineering, Mathematics) gestart. Doel hiervan is het bouwen van een stevig landelijk lerend netwerk op het gebied van STEM-onderwijs, om de kwaliteit van dit onderwijs te verbeteren. In de onderwijspraktijk worden de ST-E-M namelijk nog vaak onafhankelijk van elkaar onderwezen en is er sprake van een breuklijn tussen het primair en voortgezet onderwijs; het ontbreekt aan een doorgaande leerlijn. Om vak- en sectoroverstijgend STEM-onderwijs te realiseren is een netwerksystematiek ontwikkeld die momenteel wordt geïmplementeerd. Deze systematiek bestaat uit het werken met een landelijk kernteam, regioteams en regionale professionele leergemeenschappen (PLGs), en het bevorderen van netwerkvorming met behulp van de sleutelfactoren hiervoor. Na twee jaar is het tijd om de balans op te maken. In deze bijdrage wordt ingegaan op de organisatie van het STEM-netwerk en de sleutelfactoren voor netwerkleren. Daarnaast wordt verslag gedaan van evaluaties van het STEM-netwerk aan de hand van de sleutelfactoren en wordt weergegeven hoe hiervan wordt geleerd.
DOCUMENT
Het sociale netwerk staat in beleid het afgelopen decennium weer volop in de schijnwerpers, samengevat onder de noemer participatiesamenleving. Juist bij mensen die leven in complexe situaties vanwege dementie, een licht verstandelijke beperking (LVB) of een Niet-Aangeboren Hersenletsel (NAH) speelt de verschraling van hun sociale netwerk een belangrijke rol. In dit artikel wordt beschreven hoe de kracht van een netwerk bepaald kan worden, de dynamiek binnen netwerken en enkele aandachtspunten bij netwerkgericht werken.
DOCUMENT
In deze podcast presenteren we de initiële resultaten van ons tweejarig onderzoek genaamd 'Social Network First?'. We bieden een alternatieve kijk op de netwerken van daklozen en thuislozen. We delen hoe een netwerkondersteuner deze netwerken benadert en laten ook een cliënt aan het woord die zijn perspectief op zijn eigen netwerk deelt. Deze podcast is gemaakt door het Lectoraat Empowerment & Professionalisering van Hogeschool Inholland, HvO-Querido en Hogeschool van Amsterdam. De presentatoren zijn Josine Steenvoorde en Niels Hermens.
LINK
Netwerken zijn populair, maar zijn ze ook effectief? Zijn ze vruchtbare werkplaatsen of veredelde babbelboxen? In deze bijdrage worden netwerken bekeken vanuit het perspectief van collectief leren. Vanuit dat standpunt kunnen condities voor het leren in netwerken geformuleerd, en enige handreikingen gegeven worden voor het functioneren van netwerken. Vooraf worden enkele voorbeelden van netwerken gegeven. Dit laat toe enkele soorten netwerken te onderscheiden.
DOCUMENT
In de programmalijn Zorg in Balans, één van de vier programmalijnen van het Lectoraat Participatie, Zorg en Ondersteuning van de Hogeschool Utrecht, worden verdiepende gesprekken georganiseerd rond actuele onderwerpen die in de lijn van het programma liggen. Dit artikel is het resultaat van een verdiepend gesprek over sociale netwerken, met als uitgangspunt de tekst van de Wmo-Wijzer 'Werken met sociale netwerken' van J.P. Wilken uit 2016.
DOCUMENT
Hoe analyseer je het netwerk van fans op je Facebookpagina? En wat zegt dat over de kracht van posts en actoren. In dit whitepaper zetten we uiteen hoe je het gratis programma NodeXL een visuele analyse van je pagina kunt maken. Interessant voor organisaties. Met deze kennis kun je immers gericht werken aan het stimuleren van het netwerk
DOCUMENT