Het beschrijven van een bebouwd gebied kan in algemene termen, zoals ‘in het centrum’ of ‘in een groene wijk’. Voor een meer specifieke beschrijving geeft alleen de aanduiding van een wijktype, zoals historische binnenstad, volkswijk of naoorlogse tuinstad veel informatie over het bebouwd gebied. Met de aanduiding van een wijktype worden kenmerken direct duidelijk. Denk aan bouwperiode, bouwstijl, mate van verstedelijking, type en grootte van woningen, soort en hoeveelheid groen en water, de indeling van de openbare ruimte en het wegenpatroon. De specifieke combinatie van deze ruimtelijke eigenschappen beïnvloeden de kwetsbaarheid voor klimaatverandering en de mogelijkheden voor klimaatadaptatie. Dit kan ontwerpers en planners helpen keuzes te maken voor een specifieke locatie op basis van het wijktype. Er is behoefte aan kennis over de kwetsbaarheid van stadsbewoners door klimaatverandering en gerichte oplossingen voor een brede groep professionals. Het beroepenveld van beleidsmakers, stedenbouwkundigen en bijvoorbeeld planologen, dat zich richt op de openbare ruimte, heeft niet altijd de specialistische kennis over watermanagement of het stedelijk microklimaat die nodig is om keuzes voor klimaatadaptatiemaatregelen te maken. Inrichting van de openbare ruimte is vaak een complexe opgave met vele betrokken partijen met uiteenlopende achtergronden. Door klimaatadaptatiemaatregelen vroeg in het proces mee te nemen is de kans op mee-koppeling groter en daarmee ook de kans op uitvoering en draagvlak. Om klimaatadaptatie vroeg in het ontwerpproces mee te kunnen nemen biedt de indeling van het bebouwd gebied in wijktypen en daarbij passende maatregelen de mogelijkheid een voorselectie te maken. Met de indeling van bebouwd gebied in wijktypen kunnen aan de ene kant algemene kwetsbaarheden voor ontwikkelingen die niet klimaat robuust zijn inzichtelijk worden gemaakt. Zo blijken tuindorpen vooral kwetsbaar voor verstening van privé tuinen omdat het groen in deze wijken voor het overgrote deel particulier is. En een kwetsbaarheid van bloemkoolwijken is bijvoorbeeld de ruimte die de auto zich in deze wijken heeft toegeëigend waardoor straten en binnenhoven veel verharding hebben. Aan de andere kant maken de wijktypen het ook mogelijk generieke maatregelen voor klimaatadaptatie binnen dezelfde typologie op te stellen en te presenteren. De kenmerken van een wijktype bepalen hoe er in de straat rekening kan worden gehouden met een extremer klimaat. Zo biedt het vele publieke groen in naoorlogse tuinsteden ruimte om water bovengronds te bergen om problemen met extreme neerslag te voorkomen. De stedelijke bouwblokken daarentegen vragen eerder om (technische) oplossingen ondergronds. En veel bloemkoolwijken uit de jaren ‘70 zijn rijk aan groen rondom de huizen dat met een verbeterde toegankelijkheid een koele plek zou kunnen bieden tijdens warme dagen. Het vakgebied dat zich richt op inrichting van de openbare ruimte gebruikt in de communicatie vaak een indeling in wijktypen. Deze groep kan de wijktypenkaart inzetten om analyses en onderzoek op grotere schaal te doen naar kwetsbaarheden en oplossingen. Iedereen die minder direct werkt met wijktypen in de praktijk, kan eenvoudig met de kaart de wijktypen onderscheiden en gebruik maken van de algemene kennis die over een wijktype is gegenereerd.
ICT is veel meer dan een hulpmiddel bij onderwijs en opleiding: zij provoceert een voortdurend nieuwe kijk op de essentie van leren en daarmee ook op het leraarschap. Opvallend is dat ICT in onderwijs penetreert nog voordat er enig model of theorievorming over haar bijdrage gevormd is; dat is pragmatisch en opportunistisch. Sterker nog: als we achteraf kijken naar hervormingen van onderwijsopvattingen, dan worden ze vaak aangedreven door technologische innovaties op dat moment: de entree van de boekdruk, telecommunicatie, computersystemen en virtuele realiteit. Binnenkort zullen we ingrijpende invloeden zien vanuit de biotechnologie, genetische modificatie, nanotechnologie etcetera. De huidige stap van laptop naar het veelkunnende mobieltje is er slechts één van de lange rij ICT-hulpmiddelen die er nog aan gaan komen. Als we de trend van ICT in onderwijs doortrekken, dan valt te verwachten dat 'mobiel leren' vooral zal leiden tot 'ubiquitous learning': overal- en voortdurend leren. Het begrip 'learning by heart' krijgt opnieuw betekenis: niet alleen het 'van buiten' leren, maar het opbouwen van een relatie met het onderwerp dat je bestudeert. De persoon van de docent wordt nog belangrijker dan hij nu al is. Mobiele communicatie gaat haar eerste vruchten afwerpen bij het 'voortdurend leren' van de docent. Het mobieltje en de on-line PDA gaan hierin een cruciale rol spelen. De Fontys lerarenopleidingen nemen met enthousiasme deze voortrekkersrol op zich. Het lectoraat Educatieve Functies van ICT begeleidt docenten en promovendi hierbij.
Het gaat al enkele jaren wereldwijd steeds slechter met bijen en vlinders. Nederland is hierop geen uitzondering. Door versnippering, habitatverlies, het gebruik van pesticiden en het toepassen van monoculturen worden deze groepen steeds verder in het nauw gedreven. Met name bijen zijn van groot belang voor de bestuiving van onze gewassen. Een toenemend deel van de samenleving begint meer bewust te worden van het feit dat er ingegrepen moet worden. Op het symposium “Limburgers bijeen voor bijen” is door verschillende organisaties besloten om samen te gaan werken ten behoeve van bijenpopulaties in Limburg en omstreken. Een van de meewerkende organisaties is attractiepark Toverland, te Sevenum. Toverland heeft een van haar themagebieden, de bloemrijk ingerichte Magische Vallei, beschikbaar gesteld voor een inventarisatie van de diversiteit aan bijen en vlinders. Door het park eens per week te bezoeken, waarbij alle bloeiende beplanting afgezocht werd op de aanwezigheid van bijen, het gebruik van malaisevallen, het lopen van een vlinderroute en het bijhouden van losse vlinderwaarnemingen, is geprobeerd de huidige natuurwaarden inzichtelijk te maken.
MULTIFILE