Op 22 januari is in Eemnes een We-Energy Game workshop gegeven. Hieruit is ook een verslag opgemaakt waarbij de resultaten werden teruggekoppeld aan de opdrachtgever.
Hoe kun je de dialoog aangaan over duurzame energie? Hoe ga je om met weerstanden van omwonenden? En hoe sluit je daarbij aan bij de beleving van mensen? Om antwoord te kunnen geven op deze complexe vragen, hebben Hogeschool Utrecht en Hanzehogeschool Groningen de afgelopen twee jaar onderzoek gedaan naar de manier waarop burgers lokale energietoepassingen bespreken. In deze publicatie: onderzoek Let's talk energy door de ogen van vijf onderzoekers en partners.
Over het Energieakkoord. In het energieakkoord voor duurzame groei is afgesproken dat in 2020 14 procent van de opwek hernieuwbaar moet zijn en in 2023 16 procent. De doelstelling is een uitdagende opgave waarbij de eerste vraag is: "Hoeveel hernieuwbare energie wordt er op dit moment opgewekt in Nederland?" Deze website geeft antwoord op de vraag voor de actueel opgewekte windenergie, zonne-energie en biogas.
LINK
Alle auto's, windmolens en o.a. houten kozijnen hebben één ding gemeen. Ze moeten gecoat worden om het materiaal te beschermen. Alleen al in Nederland wordt ruim 1 miljard euro omzet gerealiseerd met coatings. Er is dringend behoefte aan verduurzaming en innovatie. Aan het einde van de levensduur wordt de coating meestal verbrand, dit leidt tot meer CO2 omdat coatings veelal van fossiele grondstoffen zijn gemaakt. Het maken van een biobased coating is daarom essentieel. Echter, één belangrijk ingrediënt mist, de aromaat. Het zijn de aromaten die de coating glanzend, krasvast en uv-bestendig maken. De coatingindustrie heeft geprobeerd het fossiele ingrediënt ftaalzuuranhydride (PA) in de hars te vervangen, maar er is tot op heden geen goede oplossing gevonden. Relement ontwikkelde als eerste bedrijf wereldwijd een bio-aromaat, te weten biobased 3-methylftaalzuuranhydride (bio-MPA). Een showmodel van een coating gebaseerd op bio-MPA ontbreekt en dat is precies wat samen met Fontys Hogeschool onderzocht gaat worden in dit KIEM Go-Chem project. Het doel van het project Alchemist is om een biobased alkyd coating showmodel te realiseren gebaseerd op bio-MPA i.p.v. fossiel PA. De eigenschappen van de coating worden getest en vergeleken met een alkyd coating gebaseerd op fossiel PA. Er worden betere eigenschappen verwacht door het vervangen van PA door MPA.
Coatings zijn overal: denk aan o.a. auto’s, windmolens en houten kozijnen. Alleen al in Nederland wordt ruim 1 miljard euro omzet gerealiseerd met coatings. Er is echter een probleem: aan het einde van de levensduur wordt de coating meestal verbrand, omdat recycling erg moeilijk is. Het maken van een biobased coating is daarom essentieel om de CO2-voetprint te verlagen. Echter, één belangrijk ingrediënt mist, de aromaat. Het zijn de aromaten die de coating belangrijke eigenschappen geven zoals glans en krasvastheid. Relement ontwikkelde als eerste bedrijf wereldwijd een bio-aromaat, te weten biobased 3-methylftaalzuuranhydride (bio MPA) wat een vervanger kan zijn voor het fossiel ftaalzuuranhydride (PA). Het doel van dit Kiem GoChem project Alchimist is om het effect van bio MPA t.o.v. fossiel PA op de performance van een alkydcoating beter te begrijpen.
Composieten zijn onmisbare materialen voor toepassingen waar een laag gewicht in combinatie met hoge sterkte en vormgevingsvrijheid vereist is. Ze nemen een sleutelpositie in binnen de energietransitie omdat grote rotorbladen van windmolens alleen hiermee te realiseren zijn. Traditioneel worden composieten gemaakt met thermoharde harsen. Dit is voor de transitie naar de circulaire economie een opgave omdat thermoharders moeilijk recyclebaar zijn. Het Lectoraat Kunststoftechnologie van Windesheim heeft hiervoor een hergebruik-methode als oplossing ontwikkeld. Hiermee wordt End-of-Life (EoL) thermoharde composiet als versterkingselementen ingebed in thermoharde hars om nieuwe composietproducten te vervaardigen. Als vervanging van traditionele thermoharde harsen zijn recent recyclebare harsen op de markt gekomen voor het maken van rotorbladen. Dit zijn injecteerbare thermoplast-monomeren en recyclebare epoxy-harsen. Deze recyclebare harsen worden gebracht als dé oplossingen voor het recycle-probleem van composieten. Hiermee is echter het EoL-probleem van reeds vervaardigde composieten, gemaakt met moeilijk recyclebare thermoharders de komende decennia nog niet opgelost. Maar het zijn voor de transitie naar een circulaire economie wel veelbelovende en nodige ontwikkelingen. De vraag vanuit de industrie is of deze recyclebare harsen ook inzetbaar zijn in de hergebruik-methode, in plaats van de traditionele thermoharde harsen, teneinde een nog betere circulariteit te krijgen. Dit levert de praktijkvraag: In welke mate kunnen nieuwe recyclebare harsen worden toegepast bij het hergebruik van composietmateriaal om zo de doelen voor een circulaire economie voor 2050 te halen? In dit project wordt onderzocht of de hergebruik-methode met nieuwe recyclebare harsen industrieel toepasbaar is, wat de ontwerp-eigenschappen zijn van hiermee geproduceerde producten en wat de milieu-impact is als deze harsen worden gebruikt in de hergebruik-methode. Met de resultaten uit het project wordt voor het MKB duidelijk welke mogelijkheden er zijn om recyclebare harsen in te zetten in de hergebruik-methode om nieuwe, circulaire composietproducten te maken van EoL composietstromen die in de nabije toekomst vrijkomen.