Het onderzoeksproject 'Vastgoed van de toekomst' is opgezet door Fontys Hogescholen in samenwerking met 25 (regionale) partners. Doel van het project is om publieke en private professionals te ondersteunen bij hun faciliterende en beherende rol in relatie tot vastgoed-in-transitie en de verkregen kennis op te werken tot meer algemeen werkende interventies, zoals herverkaveling en programmatische transformaties. Leegstand domineert het debat en de beeldvorming over de vastgoedmarkt in Nederland. Vrijwel dagelijks berichten media over de ernst en toename van incourante en inefficiënt gebruikte kantoren, winkels en bedrijventerreinen, de daaraan gekoppelde waardedaling van het vastgoed en de ruimtelijke, economische en sociale gevolgen van leegstand voor zowel de betrokken vastgoedpartijen als de samenleving als geheel. De eigenaar is aan zet. Leegstand is vooral een probleem voor de eigenaar en de ondernemer. De overheid heeft zeker een rol, maar zakelijkheid is nodig waar je wel en niet aanspreekbaar voor bent. Duidelijk is wel dat gemeenten onderling veel beter bestaande en nieuwe plannen moeten afstemmen. Leegstand is mede het gevolg van de ‘ieder voor zich’-aanpak en -visie. Leegstand biedt zeker kansen voor starters, als broedplaats en als creatieve hub, maar het is bovenal ook gewoon erg voor de eigenaar en de omgeving. Ik weet nog heel goed dat tijdens de werkbijeenkomst in Bergeijk werd benadrukt dat leegstand ervoor zorgt dat de oudedagsvoorziening van kleinschalige pandeigenaren verdampt. Dit is dramatisch voor een kleine eigenaar. De sociaal-economische kant van leegstand wordt onderbelicht. Het lijkt soms bijna alsof eigenaren bewust gebouwen leeg laten staan. Dat is natuurlijk onzin, want het kost bakken met geld.
Provincies maken flinke stappen in hun retailbeleid. Ze voelen nu de urgentie dat menig centrum compacter en vitaler moet worden en oplossingen juist buiten de retailsector liggen. Dat concuderen Cees-Jan Pen, lector De Ondernemende Regio bij Fontys Hogescholen en Dennis Melenhorst, secretaris SER Overijssel in een ingezonden stuk op de website van Binnenlands Bestuur.
LINK
Elk dorp en elke stad heeft een kloppend hart nodig. Een plaats om te ontmoeten, te ontspannen en om geld uit te geven. Het is het visitekaartje, maar ook een belangrijke werkgever. Die economische functie staat de laatste jaren onder druk. Winkelketens gaan failliet, panden staan leeg, straten worden getekend door verloedering en leegstand. Wat heeft de binnenstad nodig om te bloeien? Dat stond centraal in het onderzoeksproject De Ondernemende Binnenstad. In deze publicatie staat de vraag centraal welke meerwaarde een op samenwerking van publieke en private stakeholders gerichte centrumorganisatie kan opleveren. Aan de hand van vijf deelthema's - de factor mens , organisatiekracht, onderscheidingskracht, betaalbaarheid en vitaliteit - wordt verkend hoe deze samenwerking eruit zou kunnen zien en welke eisen moeten worden gesteld aan centrummanagers en andere professionals die werkzaam zijn in een 'Ondernemende Binnenstad’.