Onderzoek uitgevoerd door Wageningen Environmental Research in opdracht van en gefinancierd door Van Hall Larenstein, met als doel om voor zes polders in Friesland te bepalen hoe de uit- en afspoeling van nutriënten uit landbouwpercelen is verdeeld over diepe en ondiepe uitspoelpaden. De ondiepe paden geven een benadering van de hoeveelheid nutriënten die de perceelsranden doorstromen, via oppervlakkige afstroom en via interflow door de ondiepe bodem/wortelzone. De diepe paden verlopen grotendeels via het grondwater en omzeilen daarbij de perceelsranden op hun route naar het oppervlaktewater. Deze studie borduurt voort op een eerdere studie naar de bronnen en herkomst van nutriënten in deze zes polders (Van Boekel et al. 2016), met het verschil dat we de uit- en afspoeling nu onderverdelen naar diepe en ondiepe paden, en kijken hoe deze paden variëren in de ruimte (per perceel) en in de tijd (per weerjaar en per zomer en winter). Ook is bepaald welke percelen binnen de polders zich lenen voor een ander perceelrandenbeheer, en is hun totale perceelsrandlengte berekend.
MULTIFILE
De gevolgen van de extreem droge zomer van 2018 zijn nu, zelfs na een natte winter, nog terug te vinden in het grondwaterpeil met alle gevolgen voor landbouw, natuur en woningen. Misschien dat de droge zomer van 2018 een kantelpunt kan zijn in het denken over de wijze waarop in Nederland de beekdalen zijn ingericht. Een meer natuurlijke inrichting van beekdalen met een sterk bufferend vermogen kan vele problemen voorkomen. De slag naar duurzaamheid moet worden gemaakt: het inrichten van beekdalsystemen voor de lange termijn. Bij Hogeschool Van Hall Larenstein vond er onlangs een symposium over plaats.
MULTIFILE