In Rotterdam hebben ze al enige tijd ervaring met verplicht vrijwilligerswerk door langdurige bijstandsgerechtigden. De Wmo-werkplaats Rotterdam deed er onderzoek naar en signaleerde zowel individuele successen als maatschappelijke bezwaren.
LINK
Buur & co is een wijkgerichte interventie in Gorredijk, gemeente Opsterland, waarbij wijkbewoners via begeleide bijeenkomsten klussen voor elkaar kunnen doen op het gebied van welzijn. Tevens biedt het een platform om initiatieven te ontplooien ter bevordering van de interactie in de wijk. Deze interventie is van 2013 tot november 2015 gevolgd vanuit de Wmo-werkplaats Noord. Middels interviews, literatuuronderzoek, focusgroepen en het bijwonen van Buur & co bijeenkomsten is de interventie geëvalueerd en worden er aanbevelingen gegeven. Hieronder volgen enkele belangrijke bevindingen en aanbevelingen. Qua functioneren van de groep blijkt dat de deelnemers aan Buur & co over het algemeen tevreden zijn. Er vloeien een breed scala aan activiteiten voort uit de interventie en het enthousiasme van de leden is groot. Professionele achtervang is van belang voor de continuïteit van de groep en de verbinding met het netwerk van zorg- en welzijnsinstellingen in de Gemeente Opsterland. Tevens is het wervingsbeleid op twee sporen efficiënt gebleken. De interventie past goed in het totaalaanbod van zorg en welzijn bij gemeente Opsterland en is eveneens vanuit theoretisch oogpunt passend. Een goed functionerende Buur & co groep kan een positieve invloed hebben op het welzijn van de leden en vergroot de sociale cohesie in de wijk. Hiervoor is het belangrijk om ruimte te bieden aan initiatieven van de leden en om de doelen klein – en dus haalbaar – te houden. De Wmo-wet indachtig is het van belang om extra aandacht te besteden aan de inclusie van mensen met een psychiatrische achtergrond en/of LVB. Hieraan gerelateerd kunnen de lijnen tussen de Buur & co groep en cliënt-begeleiders korter gemaakt worden. Ook kan de verbinding tussen de Buur & co groep en de gemeente versterkt worden, door het gebiedsteam te betrekken bij een Buur & co bijeenkomst.
In de periode 2014-2015 organiseerde de Amsterdamse Wmo-werkplaats een aantal netwerkbijeenkomsten onder de naam: ‘Leren in Gezelschap’. Alle bijeenkomsten gingen over thema’s rond ervaringsdeskundigheid en/of herstel en herstelondersteuning en vonden plaats bij diverse Amsterdamse partners die op dit vlak expertise hebben opgebouwd. Met verschillende betrokkenen waaronder professionals, ervaringsdeskundigen, cliënten, docenten, onderzoekers en studenten, werd bij iedere bijeenkomst een prangende kwestie opgepakt en uitgewerkt. De schrijvers willen met dit verslag andere geïnteresseerden uitnodigen om op deze wijze verder samen vorm te geven aan het lerend netwerk en deze thema’s verder uit te diepen.
In het kader van de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) experimenteren welzijn- en zorgprofessionals op grote schaal met nieuwe methodieken om hulpvragen van burgers goed op te pakken en op te lossen (dagbesteding, vervoer, huishoudelijke zorg, etc.). Die ondersteuning moet goedkoper worden met behoud van levenskwaliteit van burgers. Gemeenten kunnen met professionals en burgers zelf een passende aanpak kiezen. Social workers, wijkverpleegkundigen en ergotherapeuten in de gemeenten Maastricht en Peel & Maas ervaren een grote variatie in aanpakken en merken dat er veel onduidelijkheid bestaat over welke aanpak het meest geschikt is. Ze willen niet alleen de onderlinge samenwerking verbeteren, maar ook de samenwerking met burgers. Deze professionals zijn concreet op zoek naar praktische hulpmiddelen om (1) de ondersteuningsvraag van burgers goed in kaart te brengen, (2) samen met burgers geschikte oplossingen te vinden en uit te voeren, en (3) de uitkomsten van dit traject goed en eenvoudig te monitoren. Hiervoor hebben de professionals en betrokken gemeenten ondersteuning gevraagd aan de Wmo-werkplaats van Zuyd Hogeschool, het Huis voor de Zorg en het Expertisecentrum voor Innovatieve Zorg en Technologie, waarvan Zuyd de penvoerder is. Ze worden daarbij ondersteund door Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Universiteit Maastricht, Movisie en diverse Limburgse welzijn- en zorgorganisaties. In leergemeenschappen in iedere gemeente gaan professionals, burgers, docent-onderzoekers en studenten samen aan de slag om de lokaal reeds ingezette hulpmiddelen en methodieken verder aan te scherpen en te verbeteren. Dit gebeurt middels actie-onderzoek waarin stapsgewijs verbeteringen in de aanpak worden uitgeprobeerd, geëvalueerd en doorgevoerd. Op systematische wijze worden kennis en ervaringen tussen de twee leergemeenschappen uitgewisseld zodat er optimaal van elkaar geleerd kan worden. Dit leidt uiteindelijk tot een concreet en gedragen ondersteuningspakket voor professionals en burgers dat zowel voor de beroepspraktijk als een breed scala aan opleidingen ter beschikking komt.