Het lectoraat wil de rol en de bijdrage van technologie aan zorg in onze ouder wordende samenleving onderzoeken vanuit een persoonsgerichte visie. Met de titel Technologie, onze zorg geef ik uitdrukking aan mijn relationele mensbeeld binnen de zorgpraktijk. Hierin wordt houdbare zorg gecreëerd door een combinatie van zelfzorg, mantelzorg, zorg door vrijwilligers én professionele zorg. Persoonsgerichtheid is essentieel om recht te doen aan eenieder die hierin is betrokken. Technologie biedt kansen om in deze ‘samenzorg’ een bemiddelende rol te spelen. Voorbeelden zijn surveillance-, zelfredzaamheidsondersteunende-, belevingsgerichte-, informatie- en communicatietechnologie. De implementatie van deze vormen van technologie vraagt om een aanpak op verschillende niveaus: Micro-niveau: het betekent voor het primaire proces, daar waar zorgvraag en zorgaanbod elkaar ontmoeten, dat we denken en handelen vanuit wederzijds respect en gedeelde besluitvorming; Meso-niveau: via regionale samenwerking tussen zorg-, onderwijs- en onderzoeksorganisatie en bedrijfsleven kunnen we ván en mét elkaar leren; Macro-niveau: overheidsbeleid kan randvoorwaarden scheppen om een persoonsgerichte benadering van technologie in samenzorg te stimuleren.
MULTIFILE
In dit afscheidscollege kijk ik terug op de afgelopen vier jaren en schets ik een beeld van de mogelijkheden voor de toekomst. De ondertitel van het afscheidscollege luidt: Van het lectoraat ‘Disseminatie van Farmaceutische Innovaties’ naar het lectoraat ‘Innovatie van Zorgprocessen in de Farmacie’. Het betoog begint met een overzicht van de ontwikkelingen in de (farmaceutische) zorg sinds de start van ons lectoraat (Hoofdstuk 2, Van waar komen we?). Daarna vat ik samen wat we zelf hebben gepresteerd (Hoofdstuk 3, Wat hebben we bereikt?). In hoofdstuk 4 werp ik een blik op de toekomst (Waar gaan we heen?). En ik kan het niet laten ook nog een paar gedachten te formuleren over hoe we die toekomst vorm kunnen geven (Hoofdstuk 5: Hoe gaan we erheen?). Een samenvatting staat in hoofdstuk 6 en ik eindig met een kort dankwoord in hoofdstuk 7.
Smart glasses have the potential to transform healthcare, but their acceptance and use are under pressure due to concerns about social interaction around smart glasses, such as privacy, intended use, and the social isolation of the user. However, the value is seen in healthcare, where they could potentially help manage demographic changes and growing staff shortages. This dissertation poses questions about the acceptance and appropriation of smart glasses in healthcare, including social and ethical implications. Under the premise that humans and technology mutually influence each other, a theoretical framework has been constructed to investigate the complexity of both acceptance and social interaction around smart glasses. In this dissertation, theoretical perspectives from technology acceptance and social cognitive theory are combined with the mediation perspective from philosophy of technology to better understand the appropriation of smart glasses. Through multiple studies, including analyses of YouTube comments, focus groups, a developed and validated questionnaire, and interviews with healthcare professionals, a detailed portrayal of the potential and challenges associated with the appropriation of smart glasses is provided. The results show that although there may initially be concerns and resistance, the perception of smart glasses can change positively after prolonged use. This dissertation emphasizes the importance of studying the appropriation of technology at different stages of diffusion and from different perspectives, to get a richer and more comprehensive picture of how innovations like smart glasses can best be integrated into healthcare.
MULTIFILE
Handelingsperspectief voor zorgprofessionals t.b.v. materiaalreductie in de wondzorg aan huis De Gezondheidsraad constateert dat er in de zorg regelmatig sprake is van overmatig gebruik van medische hulpmiddelen en materialen en nauwelijks aandacht is voor reductie in materiaalgebruik. In dat kader wordt nadrukkelijk de materiaalverspilling voor complexe wondverzorging in de thuiszorg genoemd. Reductie van overmatig gebruik van wondzorgmaterialen in de thuiszorg komt echter zeer moeizaam van de grond. Zorgprofessionals in de thuiszorg (waaronder wondverpleegkundigen en wondspecialisten) ervaren hierin een grote afhankelijkheid van andere partijen in de zorgketen. Onderling samenhangende financiële stromen, informatiestromen en goederenstromen in de zorgketen zijn daarbij van grote invloed op de mate van verspilling. Zorgprofessionals voelen zich in dit complexe speelveld handelingsverlegen om een bijdrage te leveren aan materiaalreductie in wond zorgpaden. Zij ervaren het gevoel geen verschil te kunnen maken. De volgende vraagstelling staat in RAAK-project ‘Maak het mogelijk: beter met minder’ centraal: “Welke aanpassingen in het systeem rondom complexe wond zorgpaden, maakt het voor een zorgprofessional mogelijk om duurzaam te handelen om milieu impact van materiaalgebruik te verminderen?” Door de ketencontext te begrijpen en (waar mogelijk) het systeem van data, geld en goederenstromen te veranderen, beogen we zorgprofessionals wel handelingsperspectief te geven. Doel is de zorgprofessional te faciliteren om beter afwegingen te kunnen maken om verspilling van wondzorgmaterialen te voorkomen. Zo kan tevens worden bijgedragen aan kostenbesparingen en indirect aan een grotere beschikbaarheid van zorgpersoneel voor andere zorgvragers. Alle stakeholders uit de keten zijn in het project vertegenwoordigd. De hogescholen Windesheim en HAN willen met diverse thuiszorgorganisaties, ziekenhuizen, apothekers, groothandelsbedrijven, producenten, zorgverzekeraars en kennisinstellingen de rol van de zorgprofessional versterken. Het consortium beoogt ontwikkeling van kennis en kunde en inzet van slimme interventies om materiaalreductie in de wondzorg aan huis een stap dichterbij te brengen.
Waar in het (zorg)proces zijn, vanuit de gedachte refuse/ rethink/ reduce uit het 10R model, mogelijkheden om de uitgaande materiaalstroom van het zorgproces thuis te verminderen? Waar in ons land een beweging naar zorgverlening in de thuissituatie om verschillende redenen steeds sneller en groter wordt, is de roep om duurzaam omgaan met grondstoffen tevens groter en belangrijker dan ooit. Circulariteit is een kernbegrip in het omvormingsproces. Indien echter de R-ladder wordt beschouwd, blijkt dat tot nog toe veelal op het onderste deel van de ladder wordt ingezet. Dit project zet in op de hoogste treden. De vraagstelling sluit hiermee nauw aan bij de doelen van de transitieagenda kunststoffen uit het grondstoffen akkoord. Een vooronderzoek met direct betrokken partijen bevestigt de aanname dat er een wereld te winnen is op het terrein van verspilling. Instellingen en cliënten zien zeker het belang, maar zien (voor zichzelf) geen of weinig oplossingen om de huidige situatie te veranderen. Samenwerking van stakeholders in de keten is zeer beperkt. In dit project worden een aantal partijen samengebracht uit de keten en verschillende vormen van extramurale zorg onderzocht. Het samenbrengen van de partijen om gezamenlijk te kijken naar de bestaande situatie van de materiaal-, informatie en financiële stromen rondom het gebruik van materialen in de zorgverlening thuis en om vanuit daar te kunnen omdenken (refuse, rethink en reduce) en daarmee het verlenen van zorg in de thuissituatie te verduurzamen, is het unieke en innovatieve karakter van dit project. Het biedt kansen om nieuwe mogelijkheden in verduurzamen te ontdekken.