Wat onderzoeken onze lectoren en onderzoekers? Wat is het verband tussen onderzoek en onderwijs? Het kenniscentrum Gebiedsontwikkeling NoorderRuimte organiseert ook dit jaar een aantal lunchlezingen en presentaties door lectoren, onderzoekers en promovendi over actuele onderwerpen. Doel is kennis en informatie delen en van gedachte wisselen met onze eigen docenten. Uitnodiging met een korte uitleg over het onderzoek van Jantine Bouma.
DOCUMENT
Samen wonen, samen leven is het resultaat van een unieke samenwerking tussen BeBright, Rabobank, Hogeschool Utrecht en het Kenniscentrum Sociale Innovatie. Met steun van alle partijen en het ministerie VWS is onderzocht welke praktische inzichten naar voren komen na onderzoek van een selectie van succesvolle woonzorggemeenschappen. Wat kunnen geïnteresseerde partijen zich ter harte nemen wanneer zij een vitale, inclusieve en vooral duurzame woonzorggemeenschap willen initiëren? Voor ontwikkelaars, zorginstellingen, woningcorporaties, gemeentes, vrijwilligersorganisaties, burgers, bewoners en andere geïnteresseerden biedt dit boek een schat aan inzicht en wenken voor versnelling en opschalen. Voor iedereen die een zorgzame samenleving dichterbij wil brengen.
DOCUMENT
We need look no further than the use of email communication, mobile phones and cars to understand that technology has wide-ranging social consequences. What is more, designers are plainly not always aware of the social consequences of technology, despite practicing user-centred design. Email, for instance, was developed as an efficient mode of communication between two actors. As we all know, the introduction of email has fundamentally changed traditional business and office practices. These side effects were not identified until long after email was introduced. During recent years, designers have grown increasingly interested in these social aspects. Modern information technology, in particular, creates extensive possibilities to influence social behaviour. Persuasive technology has been developed to increase, e.g., environmental friendliness. Once a designer aims at defined social changes, the consequences of technology for practices become a responsibility, too. The present research is aimed at providing tools and methods to anticipate social consequences at an earlier stage of the design process. These consequences of technologies in social environments will be called social impacts. In order to be a meaningful concept for designers the characteristics of a particular technology that are responsible for social impacts must be identified. Social consequences of technologies have not been observed very thoroughly from a user-centred design point of view. Therefore, this thesis is aimed, not only at gaining knowledge about social impact, but also translating these insights into workable instruments for designers. This leads to the following research questions:1. What relations can be identified between social impacts and characteristics oftechnologies?2. How can a designer anticipate social impact?3. How can social impact be managed in design environments?
DOCUMENT
Onderzoek toont aan dat muziek en de kunsten het proces van gezond ouder worden in positieve zin beïnvloeden. Wat betekent werken in deze praktijk voor musici? Deze vraag wordt vanuit diverse invalshoeken onderzocht. en diversiteit aan onderzoeksprojecten maakt deel uit van deze onderzoekslijn:- Het leren bespelen van een instrument op oudere leeftijd - Het werken met ouderen in creatieve muziekworkshops - Workshops voor ouderen met dementie- Onderzoek naar de muzikale carrières van oudere beroepsmusici- Onderzoek naar de relatie tussen de ziekte van Parkinson en muziek
DOCUMENT
Wat moeten de buren nou met die buurvrouw die schichtig achter de voordeur verdwijnt als zij wordt aangesproken op haar geschreeuw ’s nachts? Utrechts onderzoek moet uitwijzen of de ervaringenmet gemengd wonen handvatten kunnen bieden voor de omgang tussen ‘gewone’ en ‘andere’ buren. De voortekenen zijn positief. De overheid wil mensen met een verstandelijke beperking of met psychiatrische problematiek die in instellingen verblijven voortaan in stadswijken huisvesten. Ook wil ze de groeiende dak- en thuisloosheid terugdringen. Maar waar laat ze al die kwetsbare mensen? In wijken met veel sociale woningbouw? Daar is de druk op de leefbaarheidsproblemen toch al te groot (Leidelmeijer e.a. 2020).
DOCUMENT
In Nederland is er een groeiende behoefte aan collectieve huisvesting voor ouderen om de kloof tussen 'ageing in place' en institutionele zorgvoorzieningen te overbruggen. Participatie van ouderen in de concept- en ontwerpfase is belangrijk om het marktaanbod af te stemmen op de behoeften van (toekomstige) bewoners. Sociale ondernemers vinden het echter een uitdaging om ouderen te betrekken. Dit hoofdstuk verkent verschillende manieren waarop ouderen betrokken kunnen worden bij het ontwikkelen van nieuwe wooninitiatieven. De ladder van burgerparticipatie wordt hier gebruikt om verschillende rollen te verkennen die (toekomstige) bewoners zouden kunnen spelen met verschillende niveaus van invloed, van niet-participatie tot burgerkracht. Overwegingen voor betekenisvolle participatie worden besproken. Verder wordt een Nederlandse casestudy gepresenteerd waarin vastgoed werd getransformeerd op basis van de betrokkenheid van ouderen, die illustreert hoe door het gebruik van een innovatieve methode partnerschappen kunnen worden gevormd tussen (toekomstige) bewoners en besluitvormers. Dit hoofdstuk concludeert dat naast de huisvesting zelf, ook de gebouwde omgeving en de buitenomgeving in beschouwing moeten worden genomen om de leefomstandigheden van ouderen te verbeteren.
DOCUMENT
Voor jongvolwassen met een licht verstandelijke beperking (LVB) is het leven niet altijd makkelijk, zeker niet als ze in een stad wonen. Wooncommunity’s zouden weleens een goed sociaal vangnet voor hen kunnen zijn.
MULTIFILE
Dit jaar presenteert het lectoraat Maatschappelijk Vastgoed voor het eerst de Barometer Zorgvastgoed met als thema (inter)nationale context. Deze internationale context is van belang omdat de trackrecord voor het investeren in zorgvastgoed in Nederland nog erg beperkt is. Door te reflecteren aan de hand van de internationale context kunnen we wellicht in Nederland leren van ervaringen van anderen. In de Barometer Maatschappelijk Vastgoed 2014 was al te zien dat er veel aandacht is voor zorgvastgoed (Veuger et al., 2014: 129-235). De Barometer Zorgvastgoed is hier dan ook een gevolg van en heeft een drietal relevante en actuele invalshoeken: ontwikkelingen in zorgvastgoed, waardering en financiering van zorgvastgoed en assetmanagement zorgvastgoed. Het belang van de internationalisering van de zorgvastgoed wordt onderschreven door de bijdragen in internationale context en bijdrage van internationale auteurs. Hoewel de ervaringen voor het investeren in zorgvastgoed in Nederland nu nog erg beperkt zijn, gebeurd er in de internationale context veel. Sinds 2012 zijn Nederlandse zorgorganisaties zelf verantwoordelijk voor hun eigen vastgoed. Daarom staat het investeren in zorglocaties in Nederland nog in de kinderschoenen. Maar in de ons omringende landen als het Verenigd Koninkrijk (UK), België en Duitsland is zorgvastgoed anders georganiseerd. Buitenlandse investeerders zien veel pluspunten als ze naar de Nederlandse zorgvastgoedmarkt kijken. Pluspunten zijn dat de Nederlandse instellingen tegen de economische trend in de solvabiliteit en het eigen vermogen groeien. Voor financiering van zorgvastgoed heeft de zorgsector maar een beperkte keuze van een aantal Nederlandse banken die ook met enige regelmaat consortia vormen bij forse investeringen. Private investeerders en institutionele beleggers hebben wel meer belangstelling voor zorgvastgoed maar zijn relatief nog onbekend met investeringen in zorgvastgoed in Nederland. Zorginstellingen nemen steeds vaker het initiatief om een creditrating aan te vragen, op zoek naar vreemd vermogen.
DOCUMENT
Met een top-down initiatief bottom-up burgerparticipatie organiseren, kan dat? En wat is hierin de macht van sociaal werkers? Hogeschoolonderzoekers Huub Purmer en Paula Smith bekeken het in de Haarlemse Wijkfabriek.
LINK
Sinds een aantal jaren is het beleid in Nederland dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig wonen. Vooral geclusterde woonvormen met zelfstandige wooneenheden en een ontmoetingsruimte zijn populair. Het initiatief hiertoe wordt veelal genomen door een woningcorporatie of projectontwikkelaar, maar ook steeds vaker door groepen ouderen. Zij willen zelfstandig maar geclusterd wonen om een gemeenschap te vormen, samen activiteiten te ondernemen en naar elkaar om te kijken. Maar in hoeverre voldoet dit samenwonen aan hun verwachtingen?
LINK