Dit artikel beschrijft hoe woonkwaliteit 'gegroeid' is van woonkwaliteit naar woonomgevingskwaliteit naar kwaliteit van relaties met buren. Die laatste dimensie van woonkwaliteit betekent een nieuwe agenda voor opbouwwerk en woningcorporaties, en vraagt om nieuwe instrumenten. Daarvan worden er een aantal beschreven, zoals de woonladder en straatetiquettes.
DOCUMENT
De Heuvel is nooit af. Dit ligt niet aan het feit dat er "pas" vijf jaar aan de stedelijke vernieuwing gewerkt wordt en we nog even moeten doorzetten om de klus te klaren. Er is en er zal een permanente opgave zijn om een goed woon- en leefklimaat te verzekeren. Niets gaat vanzelf, voor alles moet een inspanning geleverd worden. Bid en werk, ora et labora, zou ik hier in deze kerk willen zeggen. In mijn inleiding wil ik vooral op de toekomstige opgave ingaan en een handreiking doen met welke benadering de toekomstige vraag tegemoet kan worden getreden. Er zijn meer wijken zoals de Heuvel in Nederland. Natuurlijk zijn ze niet allemaal precies hetzelfde maar veel vroeg naoorlogse woonwijken staan op de lijst van stedelijke vernieuwing. Dit feit drukt uit dat er plannen zijn, dat er geïnvesteerd wordt en er ambities zijn om de wijk te verbeteren. Heuvel staat op een lijst van 56 wijken van het Ministerie van VROM. Dit is mooi, want dan is er aandacht van de rijksoverheid, zijn er wat middelen als ISV en IPSV en heb je als Breda het gevoel dat je er niet alleen voor staat. Maar het resultaat staat of valt hier natuurlijk niet mee. Beslissend is of je op lokaal niveau en op wijkniveau voldoende positieve energie weet te mobiliseren om de wijk en het woon- en leefklimaat op peil te houden, dan wel te verbeteren. De sleutel ligt in de wijk zelf, de sleutel ligt niet boven de Moerdijkbrug in Den Haag.
DOCUMENT