Research into automatic text simplification aims to promote access to information for all members of society. To facilitate generalizability, simplification research often abstracts away from specific use cases, and targets a prototypical reader and an underspecified content creator. In this paper, we consider a real-world use case – simplification technology for use in Dutch municipalities – and identify the needs of the content creators and the target audiences in this scenario. The stakeholders envision a system that (a) assists the human writer without taking over the task; (b) provides diverse outputs, tailored for specific target audiences; and (c) explains the suggestions that it outputs. These requirements call for technology that is characterized by modularity, explainability, and variability. We argue that these are important research directions that require further exploration
MULTIFILE
This text has become a performance of (affirmative) entrepreneurship. This is done by a set of writing (and methodological) techniques: autoethnography, the triptych of mimesis, poiesis, kinesis and a life journey that forms the base of the chapter. As such, this text challenges some well-known shortcomings of entrepreneurship research such as being enacted by a distant observer/writer, decontextualized accounts of entrepreneurship and disregard of creativity and playfulness. The main contribution of the chapter is methodological, in its broadest sense (Steyaert, 2011): I propose autoethnography as “more than method” for engaging with processes of (affirmative) Entrepreneuring that speak to the increased attention for narrativity and playfulness in entrepreneurship (see for example Hjorth, 2017: Hjorth and Steyaert, 2004: Gartner, 2007; Johannisson, 2011). The autoethnographic story offers an engaging and relevant account of the practice of entrepreneurship and provides rich emic insight into the socio-materiality of lived experience. It also highlights the temporality of entrepreneurship – both in terms of chronos (continuous flow of time) and Kairos (taking advantage of the “right moment”) (Johannisson, 2011). And as I continue performing affirmations, I am curious how you are Entrepreneuring your life – tell me. This is a draft chapter/article. The final version is available in Research Handbook on Entrepreneurial Behavior, Practice and Process edited by William B. Gartner and Bruce T. Teague, published in 2020, Edward Elgar Publishing Ltd https://doi.org/10.4337/9781788114523
DOCUMENT
Op 1 januari 2007 is officieel bij de faculteit Economie en Management (FEM) van Hogeschool Utrecht het kenniscentrum InnBus van start gegaan. InnBus kan gezien worden als een faculteitsbreed kenniscentrum1 waarbinnen alle lectoraten worden ondergebracht. De naam InnBus staat daarbij voor Innovatie en Business. Bij de inrichting van dit kenniscentrum naar domeinen voor de lectoraten is op een specifieke wijze aansluiting gezocht bij bestaande, algemeen geaccepteerde indelingen naar de Business-deelvakgebieden: Finance; Accountancy; Organisatie & Strategie; Informatiekunde; Marketing. Door hergroepering, splitsing en het uitlichten van International Business is een centrum in ontwikkeling ontstaan, waarbinnen in de nabije toekomst zes lectoraten functioneren. De achterliggende gedachte is het positioneren van de faculteit Economie en Management als kennisonderneming met taken op het gebied van kennisontwikkeling en kennisspreiding, gericht op de versterking van het innoverende vermogen van bedrijven en instellingen in de regio. De daarbij geformuleerde randvoorwaarden luiden: Te ontwikkelen kennis ontstaat vanuit aangetoonde maatschappelijke behoeften; De nieuwe kennis is gericht op professionalisering van de beroepspraktijk; De kennisontwikkeling voldoet aan methodische vereisten. Kort samengevat: binnen het faculteitsbrede kenniscentrum wordt bedrijfeconomisch relevant toegepast onderzoek gedaan, gericht op bedrijven en instellingen in de regio. De keuze voor de regio heeft tot gevolg dat er een zekere voorkeur voor branches of sectoren ontstaat. Kennisspreiding binnen de FEM-organisatie ontstaat door zowel docenten als studenten bij de uitvoering van dit onderzoek te betrekken en op onderzoek gebaseerde curricula verder te ontwikkelen. Sinds 1 januari 2007 heb ik de eervolle taak om samen met mijn medewerkers het proces van kennisontwikkeling en kennisspreiding gestalte te geven binnen het vakgebied van de kenniskring Lectoraat Marketing, Marktonderzoek en Innovatie. In deze openbare les wil ik aangeven wat dit voor ons inhoudt door allereerst aandacht te besteden aan de begrippen innovatie en innoveren en daarna de koppeling te leggen met het vakgebied Marketing en Marktonderzoek.
DOCUMENT
Het schoolplein biedt ieder kind op de basisschool de kans tot motorische- en sociale ontwikkeling. Maar het is niet meer vanzelfsprekend dat er een breed scala van spel- en sportactiviteiten op het schoolplein te zien is. 'Kinderen kennen geen spelletjes meer', 'kinderen van tegenwoordig zijn motorisch minder vaardig', 'kinderen bewegen maar weinig op het schoolplein' zijn veel gehoorde geluiden van leerkrachten over het bewegen van kinderen op het schoolplein. Centraal in dit artikel staan manieren waarop basisschoolkinderen meer gestimuleerd kunnen worden tot bewegen op het schoolplein. De praktische voorbeelden zijn hierbij gericht op het touwtjespringen.
MULTIFILE
Reading and writing is modelled in CSP using actions containing the sym- bols ? and !. These reading and writing actions are synchronous and there is a one- to-one relationship between occurrences of pairs of these actions. It is cumbersome to ease the restriction of synchronous execution of the read and write actions. For this reason we introduce the half-asynchronous parallel operator that acts on actions con- taining the symbols ¿ and ¡ and study the impact on a Vertex Removing Synchronised Product.
DOCUMENT
De zogenoemde “21th century skills” worden, aldus het Ministerie van Onderwijs, steeds belangrijker. Het zijn eigenschappen die we terugvinden in de eindtermen van vrijwel alle hbo-opleidingen en die – in de woorden van Donald Schön – de kern zijn van een “reflective practitioner” : een vakvrouw of –man, die zichzelf in complexe situaties kan sturen en daardoor productief blijft. Eerder onderzoek van het lectoraat Pedagogiek van de Beroepsvorming heeft aangetoond dat een leeromgeving gericht op zelfsturing aan drie condities moet voldoen: er moet sprake zijn van praktijkgestuurd onderwijs, studenten moeten de kans krijgen een dialoog aan te gaan over de zin en betekenis van hun ervaringen in het praktijkgestuurde onderwijs en studenten moeten medezeggenschap hebben over hun eigen leerproces. Met name het realiseren van een dialoog blijkt echter heel moeilijk te zijn. Zowel docenten als studenten (en ook de onderwijsmanagers) zijn gewend aan onderwijs waarin zin en betekenis nauwelijks ter discussie staat. Het gevolg is dat ze vooral gericht zijn op reproductief en niet op betekenis-gericht leren. Zelfsturing vereist evenwel deze laatste vorm van leren. Zelfsturing vereist een dialoog over de zin en betekenis van ervaringen die de student “raken”. Dergelijke ervaringen roepen veelal emoties op die in eerste instantie niet begrepen worden. Zin en betekenis zijn “geen dingen in een doosje”; ze worden gaandeweg duidelijk in een gesprek waarin de docent verklaart noch verheldert, maar samen met de student op zoek gaat naar de juiste woorden. Dat zijn woorden waarvan de student voelt dat ze haar in staat stellen iets uit te drukken dat voorheen nog niet onder woorden gebracht kon worden. In dit boek wordt vanuit verschillende perspectieven en op basis van empirisch onderzoek ingegaan op de vraag in hoeverre het hbo er in slaagt een dergelijke dialoog met haar studenten te realiseren. Tevens wordt stilgestaan bij methoden om zo’n dialoog te realiseren.
DOCUMENT
In maart 2019 begon Susan Ketner als lector Integrale aanpak kindermishandeling aan de Hanzehogeschool Groningen. Het afgelopen jaar schreef Ketner onderzoeksvoorstellen, vergrootte ze haar netwerk, gaf gastlessen en lezingen en verdiepte haar kennis over onveiligheid in gezinnen. In deze blog vertelt de lector over de effecten van de coronacrisis voor kwetsbare gezinnen.
LINK
Reading and writing is modelled in CSP using actions containing the symbols ? and !. These reading actions and writing actions are synchronous, and there is a one-to-one relationship between occurrences of pairs of these actions. In the CPA conference 2016, we introduced the half-synchronous alphabetised parallel operator X ⇓ Y , which disconnects the writing to and reading from a channel in time. We introduce in this paper an extension of X ⇓ Y , where the definition of X ⇓ Y is relaxed; the reading processes are divided into sets which are set-wise asynchronous, but intra-set-wise synchronous, giving full flexibility to the asynchronous writes and reads. Furthermore, we allow multiple writers to the same channel and we study the impact on a Vertex Removing Synchronised Product. The advantages we accomplish are that the extension of X ⇓ Y gives more flexibility by indexing the reading actions and allowing multiple write actions to the same channel. Furthermore, the extension of X ⇓Y reduces the end-to-end processing time of the processor or coprocessor in a distributed computing system. We show the effects of these advantages in a case study describing a Controlled Emergency Stop for a processor-coprocessor combination.
DOCUMENT
-
DOCUMENT