De toekomst van de zeevaart ziet er volgens Martien Visser zonnig uit. “We hebben weliswaar de ambitie minder afhankelijk te worden van landen van buiten Europa, maar in de praktijk komt daar niets van terecht. We willen zelfs geen datacenters. Extra belangrijk dus te werken aan een CO2-vrije internationale scheepvaart”, stelt hij.
LINK
Dit onderzoeksrapport richt zich op de bevordering van economische zelfstandigheid bij vrouwen in Amsterdam Nieuw-West, met specifieke aandacht voor de rol van het ontwikkelingscentrum Vrouw en Vaart. Het rapport onderzoekt de factoren die bijdragen aan of belemmeren de arbeidsmarktpositie van vrouwen, met een focus op vrouwen met een migratieachtergrond. Door middel van storytelling-workshops werden ervaringen van 19 (voormalige) deelnemers verzameld. De resultaten benadrukken dat Vrouw en Vaart niet alleen praktische vaardigheden en educatieve programma's biedt, zoals taallessen en beroepsopleidingen, maar ook een veilige sociale gemeenschap creëert die zelfvertrouwen en persoonlijke ontwikkeling bevordert. Het rapport identificeert belemmeringen zoals taalproblemen, sociale isolatie en traditionele rolpatronen, en belicht helpende factoren, waaronder sociale steun, toegang tot kinderopvang en empowerment.De studie concludeert dat Vrouw en Vaart een significante bijdrage levert aan de persoonlijke en economische ontwikkeling van vrouwen, en biedt aanbevelingen voor het versterken van de impact, zoals verdere investering in taalprogramma's, flexibele activiteitenschema's en samenwerking met lokale werkgevers. Verdere studies zijn nodig om de langetermijnimpact op de arbeidsmarktpositie te evalueren. Dit onderzoek onderstreept het belang van sociale maatschappelijke organisaties bij het bevorderen van gelijkheid en economische inclusie.
LINK
In Nederland draaien 600.000 industriemotoren in transport, scheepvaart en z.g. Non Road Mobile Machinery (m.n. land- en bosbouw machines en stationaire motoren). Zij verbruiken jaarlijks ongeveer 5 miljard liter diesel, 20%% van het totale dieselverbruik. Ook deze sectoren dienen hun CO2 uitstoot en stikstofuitstoot te reduceren. Kijkend naar mogelijke oplossingen is elektrificatie niet geschikt vanwege het hoge specifiek gevraagde vermogen + kosten. Waterstof is te duur en voor mobiele toepassingen te bewerkelijk. Gesteund door technologie-neutraal klimaatbeleid vanuit de EU (32% hernieuwbare brandstoffen in 2030, waar elektrificatie niet mogelijk is), definieert de sector een voorkeur voor hernieuwbare methanol als marsroute richting emissiereductie. RAAK-MKB project Schoon Schip levert eind 2023 een werkend prototype methanol-conversiekit en manual voor een kleine industriemotor op. Mede door dit succes, groeide het consortium en ontstond een nieuwe vraag: Hoe kan de sector van industriemotoren lokale emissies van het huidige motorenpark van Stage III motoren naar Stage V niveau- en de Well-to-Wheel CO2-uitstoot verlagen met gebruik van hernieuwbare methanol als brandstof? De huidige stand van de techniek laat zien dat in grote (scheepvaart) motoren (<10.000Kw) dual-fuel en uitlaatgasnabehandeling vorm krijgt, voor kleinere industriemotoren is deze techniek nog nauwelijks beschikbaar. De HAN beantwoordt deze marktvraag in 4 werkpakketten om effectieve conversie van een stageIII motor naar StageV emissies te realiseren. Ze maakt hier een vertaalslag van de wetenschap en kennis bij grote zeevaartmotoren, naar (kleinere) industriemotoren. Dit gebeurt door te onderzoeken binnen welke kaders (economisch, emissies, prestaties en levensduur) een prototype motor te ontwikkelen klaar voor lange duurtesten. Brandt Schoon combineert opgedane motorenkennis met kennis uit de academische wereld om tot een betrouwbare toepassing van methanol in de binnenvaart te komen. Het gaat er om tot een werkende praktijkoplossing te komen voor het gebruik van hernieuwbare methanol in het bestaande park van 600.000 industriemotoren.
Hoewel de zeevaart al zeer veilig is dankzij techniek, wetgeving en trainingen, gebeuren er nog steeds ongelukken door menselijke fouten. Het trainen van technische vaardigheden gebeurt vaak met simulatoren, maar de training van niet-technische vaardigheden (soft skills) staat nog in de kinderschoenen. Dit leidt ertoe dat zeevarenden deze vaardigheden vaak in de praktijk moeten leren, wat tot incidenten kan leiden. Een innovatieve oplossing hiervoor is het gebruik van Virtual Reality (VR), waar onze praktijkpartners SkillFull en creatives Enversed veel ervaring mee hebben VR wordt op het moment voornamelijk toegepast om individuele vaardigheden in gevaarlijke situaties te kunnen oefenen, zoals de veilige besturing van machines. In 2023/2024 hebben Hogeschool Rotterdam en SkillFull een VR-stress game ontwikkeld voor studenten van de opleiding Maritiem Officier. Deze game traint studenten in samenwerking door hen complexe praktijksituaties te laten oplossen. De ervaringen met de VR-game zijn positief. Dit project richt zich op het ontwerpen en verder ontwikkelen van VR-games voor soft skills training in de maritieme sector, met Boskalis als praktijkpartner. Er zijn ook twee praktijkpartners aangesloten vanuit de creatieve industrie: SkillFull en Enversed. De gesimuleerde VR-omgeving wordt gebruikt om zowel rustige als zeer stressvolle situaties te ontwerpen. Het ontwerp van de VR-game omvat twee typen interventies: (1) Simulatiescenario’s reproduceren de praktijksituaties met verschillende verkeers- en weersomstandigheden en (2) VR-interventies, die de game zelf aanpassen om het leerproces te versterken, zoals het weergeven van stressniveaus, het beperken van zicht, en het bieden van perspectief. Het doel van dit project is om de effectiviteit van VR-games als trainingsinstrument voor soft skills in de maritieme sector te onderzoeken. Door VR-games te ontwikkelen samen met praktijkpartners en studenten, kan de combinatie tussen creatieve professionals en innovatieve technologie optimaal benut worden om samenwerken onder complexe omstandigheden op een veilige manier te verbeteren.