Kijkend naar de ontwikkelingen in de medische en farmaceutische zorg, concludeer ik dat het belang van innovaties niet altijd in overeenstemming is met de snelheid waarmee die innovaties hun plek krijgen in het standaardhandelingsarsenaal van zorgverleners. Veranderingen in de zorg gaan vaak langzaam en doorbraken worden slecht herkend. De vraag is hoe dit komt. Er blijken vele factoren van invloed op het mogelijke succes van een innovatie. Van groot belang is het inzicht dat innoveren meer is dan iets bedenken en dan maar aannemen dat het wel zal worden opgepikt door de (potentiële) doelgroep. Het aan de man brengen (‘dissemineren’) van de innovatie is mede bepalend voor een succesvolle implementatie. In de farmaceutische zorg is voor deze overbruggingsfunctie een belangrijke rol weggelegd voor de farmakundige. Mijn lectoraat, dat is gekoppeld aan de opleiding Farmakunde, zal zich bezighouden met het onderzoek naar het proces om farmaceutische innovaties te dissemineren. In deze openbare les licht ik de context en consequenties van dit onderzoeksthema nader toe. Ik begin met een uitleg van de farmakundige en diens toegevoegde waarde in het werkveld (hoofdstuk 1), en vervolg met een korte beschrijving van recente veranderingen binnen de zorg (hoofdstuk 2). In het begeleiden van die veranderingen ligt een belangrijke meerwaarde van de farmakundige, en de missie van dit lectoraat. Daarna (hoofdstuk 3) beschouwen we het innoveren in de (farmaceutische) gezondheidszorg in meer detail. Hoofdstuk 4 geeft diverse handvatten voor het kiezen van de juiste interventies om de afstand tussen de innovator en de toekomstige gebruiker te overbruggen en zodoende de toegang voor de gebruiker tot de innovatie te verbeteren. De keuze van de onderzoekslijnen van mijn lectoraat, zoals in hoofdstuk 5 beschreven, is daarvan afgeleid
DOCUMENT
In de huidige samenleving wordt van jongeren meer en meer verwacht dat zij eigen verantwoordelijkheid nemen bij financiële beslissingen. Hiervoor hebben zij de juiste kennis, houding en vaardigheden nodig. De voorliggende rapportage zal aantonen dat het financiële inzicht van jongeren te wensen overlaat. Jongeren blijken vaak niet goed te weten hoe zij in het dagelijks leven met geld moeten omgaan. Zij maken daardoor schulden, die ze niet kunnen afbetalen. Om schulden bij jongeren te voorkomen is in 2007 het project Jongeren en schulden gestart. Eerst gebeurde dat vanuit het pilotproject ‘Punt’, waar studenten van Hogeschool Utrecht voor een aantal doelgroepen schuldpreventie-activiteiten ontplooiden. Sinds 2008 wordt het project vanuit het lectoraat Participatie en Maatschappelijke Ontwikkeling van de hogeschool gecoördineerd. Dit maakt het mogelijk de schuldpreventie-activiteiten op meer systematische wijze te onderzoeken en hun effectiviteit te beoordelen.
DOCUMENT
Bij ouderen die zelfstandig thuis wonen kunnen mogelijk medicatieproblemen ontstaan. In dit project staat een e-health toepassing (app) centraal waarmee signalen voor mogelijke medicatieproblemen kunnen worden opgevangen. Hiermee kunnen apotheker en huisarts beter selecteren voor welke doelgroep een jaarlijkse medicatiebeoordeling (MBO) zinvol en effectief kan zijn.
Bij ouderen die zelfstandig thuis wonen kunnen mogelijk medicatieproblemen ontstaan. In dit project staat een e-health toepassing (app) centraal waarmee signalen voor mogelijke medicatieproblemen kunnen worden opgevangen. Hiermee kunnen apotheker en huisarts beter selecteren voor welke doelgroep een jaarlijkse medicatiebeoordeling (MBO) zinvol en effectief kan zijn.Doel Met behulp van dit project kunnen we nagaan of het zinvol en uitvoerbaar is om oudere patiënten die mogelijk baat hebben bij een MBO te selecteren d.m.v. het opvangen van signalen met een app bij deze mensen thuis. Resultaten Het resultaat van dit project bestaat uit 3 onderdelen: Een app, aangepast vanuit bestaand e-Health platform MedGUIDE, waarmee bij ouderen thuis relevante signalen kunnen worden opgevangen Instructiemateriaal voor het inzetten van de app in de apotheek en bij ouderen thuis Informatie over de haalbaarheid en effectiviteit van het inzetten van de app in de praktijk. Looptijd 09 januari 2020 - 01 september 2022 Aanpak D.m.v. literatuuronderzoek, interviews en focusgroepen met de gebruikers van de app (oudere patiënten mantelzorgers en apothekers) in kaart brengen aan welke voorwaarden de app moet voldoen. Het ontwikkelen/aanpassen van de app en bijbehorend instructiemateriaal. Het pilot-testen van de app in twee apotheken. Vanuit de Multidisciplinaire Richtlijn Polyfarmacie bij Ouderen (2012) zijn criteria geformuleerd voor de selectie van patiënten die in aanmerking komen voor een MBO. In de praktijk blijkt het inzetten van deze criteria niet haalbaar en niet effectief. Er zijn echter ook geen concrete criteria bekend die dit wel zijn. Daarom wordt gevraagd aan huisartsen en apothekers om hier zelf een inschatting van te maken binnen de eigen patiëntenpopulatie. Een zelfrapportagemodule via een app bij ouderen thuis kan hierbij helpen. Het beleid van de overheid is gericht op het inzetten van o.a. meer e-Health oplossingen om de zorg betaalbaar te houden. Hier sluit project E-SOM goed bij aan.
Hoogbegaafde leerlingen hebben bijzondere talenten ten aanzien van 21-eeuwse vaardigheden als creatief en kritisch denken, zelfregulerend leren en probleemoplossend werken. Het wordt algemeen aangenomen dat hoogbegaafde leerlingen dan ook een bijdrage kunnen leveren aan onze (toekomstige) maatschappij, omdat zij – dankzij hun capaciteiten – kunnen voorzien in de toenemende vraag om flexibele, innovatieve werknemers met een brede blik en aanpassingsvermogen. Om dit ontwikkelpotentieel te benutten, moeten leerlingen echter wel worden uitgedaagd. Dit vraagt, naast cognitieve uitdaging, om aandacht voor de persoonsvorming zodat wordt voorkomen dat leerlingen (onbewust) gaan onderpresteren, faalangst of gedragsproblemen gaan ontwikkelen – omdat zij niet worden begrepen. In dit project worden twee innovatieve, digitale tools ontwikkeld om tegemoet te komen aan de behoeften van deze leerlingen en uitgezet onder startende, zittende en ervaren leerkrachten om zo de in potentie aanwezige 21-eeuwse vaardigheden te stimuleren. Het betreft: 1) een interactieve matrix die kan worden gebruikt om tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van hoogbegaafde leerlingen ten aanzien van de persoonsvorming, en 2) een digitale QuickScan die middels een automatische zelfrapportage aangeeft waar de ontwikkelkansen van leerkrachten liggen. In de aanvraag staat het concretiseren en digitaal ontwikkelen van deze producten voorgesteld (maart 2018 – maart 2019), welke via drie rondes van meetups door olievlekwerving worden verspreid in het werkveld. Deze tools kunnen worden ingezet door leerkrachten om leeromgevingen zo in te richten binnen het basisonderwijs, zodat hoogbegaafde leerlingen de genoemde 21-eeuwse vaardigheden (verder) ontwikkelen.