Niet alle pasgeborenen hebben een goede start, bijvoorbeeld omdat hun ouders in een moeilijke situatie zitten. Een prenataal huisbezoek (PHB) is bedoeld om te inventariseren wat zij nodig hebben en hen waar nodig te helpen. In dit onderzoek zagen we dat de partijen in Delft het kleinschalige weten te benutten. Professionals kennen elkaar, hebben onderling vertrouwen opgebouwd en kunnen gemakkelijk contact zoeken om af te stemmen. Tussen praktijk en beleid bestaan eveneens korte lijntjes. De aansturing vanuit de gemeente biedt professionals ruimte om te zoeken wat het beste werkt voor aanstaande ouders en activiteiten op elkaar af te stemmen. Ouders kunnen van de kleinschaligheid profiteren, bijvoorbeeld omdat de JGZ-verpleegkundigen zowel prenatale huisbezoeken doen, als de mogelijkheid hebben om vervolghulp te bieden waardoor continuïteit in de zorg en ondersteuning kan worden gerealiseerd. Ouders hebben dan te maken met een vertrouwd gezicht. Juist in deze omgeving van kleinschaligheid is het mogelijk om prenatale zorg en ondersteuning voor ouders steeds verder te ontwikkelen en de samenhang erin te verbeteren. Partijen waren hier al enkele jaren mee bezig, dit onderzoek heeft hieraan verder een bijdrage willen leveren en we hopen dat partijen hier na het onderzoek ook weer mee verder gaan.
MULTIFILE
Het geeft een actueel overzicht van de spreiding, activiteiten, bezoeken, medewerkers, inkomsten en uitgaven van 48 poppodia. Daarnaast is informatie opgenomen over spreiding, muziekoptredens en bezoek van 44 popfestivals.
DOCUMENT
Enige tijd geleden presenteerde de commissie Lemstra haar rapport over het Maasstad ziekenhuis Rotterdam, waar de klebsiella bacterie heerste. Opvallend uit het rapport is de dominante rol die de lijstjes met de 'beste ziekenhuizen' van Elsevier en het Algemeen Dagblad vervullen binnen de strategie van dit ziekenhuis (en waarschijnlijk bij vele andere). In dit artikel wordt aandacht besteed aan de verschillen, de overeenkomsten en de conclusies die aan deze rankings worden verbonden. De performance bubble wordt doorgeprikt: het beste ziekenhuis bestaat niet. Ten eerste wordt duidelijk dat er geen eenduidige definitie van kwaliteit wordt gehanteerd, de onderzoeken richten zich op verschillende kenmerken van kwaliteit. Daarnaast worden gegevens aangeleverd door de (bestuurders van) ziekenhuizen zelf, wat strategisch gedrag opwekt en de betrouwbaarheid van de gegevens in negatieve zin beïnvloedt. Ten derde blijken er fouten te zitten in de toegekende scores. Kortom, de gegevens zijn deels onbetrouwbaar, de meetmethodes zijn aanvechtbaar en de eindoordelen zijn arbitrair. ABSTRACT Some time ago the Commission Lemstra presented its report on the Maasstad Hospital Rotterdam, where the klebsiella bacterium prevailed. What stands out, in the report is the dominant role that the lists (best hospitals) of Elsevier and the Algemeen Dagblad play in the strategy of this hospital (and probably many others). This article focuses on the differences and similarities between, and the conclusions drawn from these rankings. The performance bubble is punctured: the best hospital does not exist. Firstly, it is clear that there is no single definition of quality employed; the research is based on varying characteristics. Additionally, data are supplied by the hospitals or hospital directors themselves, which generates strategic behavior and the reliability of the data is negatively affected. Thirdly, errors appear in the assigned scores. In short, the data are partly unreliable, the measurement methods are questionable and the final judgments are arbitrary.
DOCUMENT
Patiënten zijn vaak zenuwachtig, gespannen en onzeker voor een ziekenhuisbezoek; en soms zijn ze zelfs ronduit angstig. Zorgen over de diagnose en/of de behandeling van hun ziekte kunnen daaraan ten grondslag liggen. Een goed gebouw kan hen daarbij helpen, bijvoorbeeld met een doordachte route, indeling en inrichting.Het doel van dit proefschrift was om een beter inzicht te krijgen in een holistische beleving en het welbevinden van patiënten in ziekenhuizen. Het onderzoek is gericht op specifieke aspecten van het gehele traject dat een patiënt aflegt, vanaf de aankomst tot en met de diagnose en de behandeling in een ziekenhuis. Daaruit bleek bijvoorbeeld dat patiënten soms lastig de weg kunnen vinden naar een polikliniek en dat natuurbeelden tijdens een CT-scan stress konden verminderen. Ook bleek dat sommige patiënten het prettig vonden om ter afleiding (de mogelijkheid tot) contact te hebben met andere patiënten, terwijl anderen dit juist vermoeiend vonden en de behoefte hadden aan afzondering tijdens een behandeling.De resultaten van dit proefschrift laten zien dat de ziekenhuisomgeving een grote impact heeft op het psychosociale en zelfs fysieke welbevinden van patiënten. Bij het ontwerpen van een ziekenhuisgebouw blijkt het van groot belang om te luisteren naar de ervaringen en behoeften van patiënten. Door het (her)ontwerp van de omgeving af te stemmen op de individuele kenmerken, behoeften en voorkeuren van patiënten kan hun welbevinden worden verbeterd. Anders gezegd, diversiteit en flexibiliteit zijn gevraagd!