In dit artikel wordt het door Twigg et al. (2011) uitgevoerde onderzoek kritisch bekeken. In dit onderzoek is gekeken naar de relatie tussen de verpleegkundige bezetting en verbetering van verpleegkundig sensitieve uitkomsten. De onderzoekers constateren een positieve causale relatie maar onderbouwen dat niet door de gepresenteerde resultaten. Daarnaast wordt er geen aandacht geschonken aan andere contextuele factoren (zoals multidisciplinaire samenwerking) die van invloed zijn op de uitkomsten. Geconcludeerd kan worden dat de relatie tussen de verpleegkundige bezetting minder duidelijk is dan de onderzoekers concluderen.
LINK
Op basis van bijna 400 uur observatie in twee Nederlandse ziekenhuizen schetst dit rapport een gedetailleerd en indringend beeld van de leefwereld van de spoedeisende hulp. Agressie, zo bleek, is geen objectief gegeven, maar ontstaat in interactie met mensen en dingen. Gedrag wat de een ervaart als een persoonlijke bedreiging is voor de ander een begrijpelijke uiting van pijn. En wat voor de een teken is van professionele kalmte is voor de ander een gebrek aan empathie. In veel agressieincidenten blijkt het niet eenvoudig om ‘daders’ en ‘slachtoffers’ van elkaar te onderscheiden.
Ziekenhuizen behoren tot wat Mintzberg professionele bureaucratieën noemt. Ze worden geconfronteerd met problemen op het gebied van kwaliteit, patiëntvriendelijkheid, veiligheid en efficiency. Een belangrijke vraag is of ze voor het bereiken van deze doelen de juiste structuur bezitten. In zijn boek Structure in fives (1983) presenteert Mintzberg een ontwerptheorie waarmee deze vraag beantwoord zou kunnen worden. Structuurparameters spelen hierin een belangrijke rol. In het samen met Glouberman geschreven artikel (2001) past hij zijn ontwerptheorie toe op het ziekenhuis. In dat artikel wordt de vraag beantwoord: aan welke knoppen moet de ontwerper draaien om de problemen van ziekenhuizen op te lossen? In deze bijdrage vergelijk ik de opvattingen van Mintzberg met recente opvattingen over een patiëntgerichte en procesgestuurde organisatie van het ziekenhuis. Ik kom tot de conclusie dat wat hierin voorgesteld wordt, overeenkomt met 1) wat volgens Minztberg niet kan (het kantelen van de ziekenhuisorganisatie van een functionele naar een marktgerichte structuur) en 2) wat volgens Minztberg niet mag (het standaardiseren van output en processen). Dat is praktisch belangrijk, immers, volgens Mintzberg krijgen we nooit de zo gewenste multidisciplinaire, patiëntgerichte en proces- gestuurde ziekenhuisorganisatie. In deze bijdrage beperk ik mij nadrukkelijk tot het ziekenhuis als vraagstuk van structuurontwerp. Ik kan, binnen dit bestek, niet ingaan veranderingskundige vraagstukken op meso- en met vraagstukken van institutioneel herontwerp op macroniveau. Deze bijdrage is onderdeel van een vergelijkend onderzoek van de sterke en zwakke punten van verschillende organisatieontwerpbenaderingen (zie Achterbergh, Vriens, 2009; Christis, 2005, 2009 en 2011).
Diabetes Mellitus is een van de meest voorkomende chronische ziektes wereldwijd. Een ernstige en kostbare complicatie is het ontstaan van voetwonden, gerelateerd aan neuropathie, ischemie en infectie. Voetwonden leiden vaak tot ziekenhuisopnames, amputaties en verminderde kwaliteit van leven. In dit project ontwikkelen we een applicatie om ervoor te zorgen dat doormiddel van zelfmonitoring, er geen behandelvertragingen ontstaan doordat risico’s tijdig worden gesignaleerd, vanuit zorg op afstand. RondOm Podotherapeuten, een grote eerstelijns zorgorganisatie in Nederland, heeft de ‘Diabetes Voetenceck app’ ontwikkeld welke is gericht op zelfmonitoring door patiënten en screenen van de voeten door podotherapeuten op afstand. Deze wordt gebruikt als onderdeel van hun praktijkvoering. Patiënten worden geholpen hun voeten te bekijken door vragen in de app. Het resultaat van de vragen kan ertoe leiden dat de patiënt gevraagd wordt een foto in te sturen via de app. De applicatie voorziet in kansen, in termen van het betrekken van patiënten, het voorkomen van gezondheidsproblemen en verbeteren van algemeen welzijn van mensen met diabetes. In April is een eerste versie van de applicatie gelanceerd, momenteel maken er zo’n 500 patiënten gebruik van, met in totaal 8000 e-screenings. Veel uitdagingen blijven open zoals het continu blijven gebruiken van de app voor zowel patiënten als professionals en de algemene gebruikerservaring van de app, daarnaast liggen er ook kansen voor nieuwe functionaliteiten. Het doel van het project: Het gebruik van de huidige applicatie begrijpen en onderzoeken, zodat we deze beter kunnen maken in termen van gebruikerservaring en kwaliteit. Ten tweede, willen we nieuwe kansen die de applicatie biedt verkennen en mogelijke nieuwe technologie toepassen die samen werken met en bijdrage aan de huidige interventie. Dit project wordt gevoerd door Fontys Paramedische Hogeschool, RondOm Podotherapeuten, Technische Universiteit Eindhoven en Stofloos, zij hebben de expertise in huis om dit tot een goed einde te brengen.