Evidence based practise (EBP) is de laatste jaren een veel besproken onderwerp in de paramedische beroepsgroepen. Het belang van het evidence based handelen in het dagelijkse methodisch handelen wordt steeds meer onderstreept. Het verwerven van evidence based vaardigheden bij studenten logopedie krijgt dan ook steeds meer een prominentere rol in het competentiegericht opleidingscurriculum. In dit artikel wordt beschreven wat onder EBP wordt verstaan en hoe de implementatie van het evidence based practise denken en handelen in het buitenschoolse leren van de opleiding logopedie Hogeschool Zuyd systematisch wordt aangepakt.
DOCUMENT
Voor u ligt het derde boekje dat wij uitgeven naar aanleiding van de lezingenreeks ‘Kracht van Sport’. Het betreft de vijfde maal dat wij de reeks organiseren. De reeks startte in 2012 met het onderwerp; ‘Olympische Spelen in Nederland: Droom of Nachtmerrie?’, in 2013 gevolgd door ‘Kracht van Sport’ (boekje), in 2014 ‘Kracht van Sport: over de grens’, in 2015 ‘Kracht van Sport: de verbinding’ (boekje), en afgelopen voorjaar (2016) ‘Kracht van Aangepaste Sport’. Tijdens deze lezingenreeks komen verschillende doelgroepen binnen de aangepaste sport naar voren, deze onderwerpen zijn vastgesteld samen met vertegenwoordigers uit de revalidatie, geneeskunde en sport. De onderwerpen die aan bod komen zijn sporten met: niet-aangeboren hersenletsel, een gedragsstoornis, een lichamelijke beperking, een verstandelijke beperking, een visuele beperking en een auditieve beperking.
DOCUMENT
Mensen met een niet-aangeboren hersenletsel of een chronische neurologische aandoening moeten vaak dagelijkse activiteiten opnieuw leren, zoals lopen of opstaan vanuit een stoel. Fysiotherapeuten spelen een belangrijke rol bij het (opnieuw) leren van deze activiteiten en andere vaardigheden. Voor hen ligt de uitdaging om therapie voor de patiënt zo effectief en efficiënt mogelijk vorm te geven. Hierbij kunnen fysiotherapeuten gebruikmaken van verschillende leerstrategieën, zoals expliciet en impliciet motorisch leren.
DOCUMENT
BACKGROUND: Integrated care is essential for improving the management and health outcomes for people with Parkinson's disease (PD); reliable and objective measures of care integration are few.OBJECTIVE: The aim of this study was to test the psychometric properties of the Rainbow Model of Integrated Care Measurement Tool (RMIC-MT, provider version) for healthcare professionals involved in PD care.METHODS: A cross-sectional survey was administered online to an international network representing 95 neurology centers across 41 countries and 588 healthcare providers. Exploratory factor analysis with principal axis extraction method was used to assess construct validity. Confirmatory factor analysis was used to evaluate model fit of the RMIC-MT provider version. Cronbach's alpha was used to assess the internal consistency reliability.RESULTS: Overall, 371 care providers (62% response rate) participated in this study. No item had psychometric sensitivity problems. Nine factors (professional coordination, cultural competence, triple aims outcome, system coordination, clinical coordination, technical competence, community-centeredness, person-centeredness, and organizational coordination) with 42 items were determined by exploratory factor analysis. Cronbach's alpha ranged from 0.76 (clinical coordination) to 0.94 (system coordination) and showed significant correlation among all items in the scale (>0.4), indicating good internal consistency reliability. The confirmatory factor analysis model passed most goodness-of-fit tests, thereby confirming the factor structure of nine categories with a total of 40 items.CONCLUSIONS: The results provide evidence for the construct validity and other psychometric properties of the provider version of the RMIC-MT to measure integrated care in PD. © 2023 The Authors. Movement Disorders published by Wiley Periodicals LLC on behalf of International Parkinson and Movement Disorder Society.
DOCUMENT
In dit afscheidscollege kijk ik terug op de afgelopen vier jaren en schets ik een beeld van de mogelijkheden voor de toekomst. De ondertitel van het afscheidscollege luidt: Van het lectoraat ‘Disseminatie van Farmaceutische Innovaties’ naar het lectoraat ‘Innovatie van Zorgprocessen in de Farmacie’. Het betoog begint met een overzicht van de ontwikkelingen in de (farmaceutische) zorg sinds de start van ons lectoraat (Hoofdstuk 2, Van waar komen we?). Daarna vat ik samen wat we zelf hebben gepresteerd (Hoofdstuk 3, Wat hebben we bereikt?). In hoofdstuk 4 werp ik een blik op de toekomst (Waar gaan we heen?). En ik kan het niet laten ook nog een paar gedachten te formuleren over hoe we die toekomst vorm kunnen geven (Hoofdstuk 5: Hoe gaan we erheen?). Een samenvatting staat in hoofdstuk 6 en ik eindig met een kort dankwoord in hoofdstuk 7.
DOCUMENT
Logopedisten en klinisch linguïsten onderzoeken de taalontwikkeling van jonge kinderen met een vermoedelijke of al vastgestelde taalontwikkelingsstoornis. Ze onderzoeken ook de taalvaardigheid van personen met afasie. Naast gestandaardiseerde tests worden samples spontane taal geanalyseerd. Hiervoor worden uitingen ontlokt aan de patiënten via vaste protocollen. De sessies worden opgenomen, getranscribeerd en vervolgens grammaticaal geanalyseerd. Bij de grammaticale analyse wordt bepaald welke soorten constructies en fouten voorkomen en in welke mate, en dit wordt vergeleken met een norm. Taal- en spraaktechnologie (TST) kan er in prin-cipe aan bijdragen om het proces van transcriptie en grammaticale analyse efficiënter te maken en mogelijk zelfs om de kwaliteit van de assessments te verhogen. In dit artikel richten we ons op de mogelijkheden van TST voor de analyse van kindertaal.
LINK
De wereld is in een rap tempo aan het vergrijzen. Tegelijkertijd volgt de ene technologische innovatie snel op de andere. Nederland vergrijst snel: op dit moment zijn er ruim 3 miljoen 65-plussers in Nederland. De verwachting is dat dit aantal zal oplopen naar ruim 4 miljoen in 2030. Van de 65-plussers is circa 1 miljoen alleenstaand op een bevolking van 17 miljoen. In deze deskstudie staat centraal wat de bereidheid van ouderen is om technologie in te zetten ten behoeve van sociale binding/activiteit en voor mobiliteit. Hierbij staan alleenstaande , zelfstandig wonende 65-plussers centraal
MULTIFILE
Talloze studies tonen aan dat een fysiek actieve leefstijl bloeddruk, cholesterol en gewicht verlaagt, botten en spieren versterkt en het risico van hart- en vaatziekten, darmkanker en diabetes type II vermindert. Bewegen kan dus worden gezien als een medicijn wat voor iedereen toegankelijk is.
DOCUMENT
Dit Profiel Informele Zorg is een handreiking voor sociale professionals die werken met mensen die leven met een niet-aangeboren hersenletsel en hun naasten. Onder NAH verstaan we de mensen die ergens in hun leven een beschadiging aan hun hersenen hebben opgelopen zoals door een hersentumor, een ongeluk, een beroerte, een zuurstoftekort of door een vergiftiging. Ook progressieve ziekten zoals Dementie of Parkinson worden onder hersenletsel gerekend. Er zijn in Nederland 500.000 mensen die met hersenletsel leven.
DOCUMENT