Publicatie van Victor van den Bersselaar als reactie op 'De vrije wil bestaat niet' van Victor Lamme. De auteurs plaatst kritische kanttekeningen bij het pleidooi van Lamme, die in 'De vrije wil bestaat niet' pleit voor neurologisch onderzoek naar sociale interventies. Volgens de auteur betwist Lamme op neurologische gronden het bestaan van en vrije wil, maar veronachtzaamt daarbij het verschil tussen vrije wil en vrijheid. Daarmee zet hij de vrijheid van het individu om sociale interventies te omarmen, maar ook te weigeren, op het spel. Lamme pleit voor een neurologisch gefundeerde utilitaristische benadering van de training en correctie van menselijk gedrag. Volgens Van den Bersselaar benadrukt zijn visie op de communicatieve functie van het taalcentrum in de hersenen impliciet de relevantie van het publieke debat over gedragsregels en van persoonlijke vrijheid. Wanneer Lamme dat nader zou uitwerken en daarvoor aansluiting zou zoeken bij de bestaansethiek (deugd- en zorgethiek), zou zijn pleidooi aanzienlijk versterkt worden.
DOCUMENT
Humans use metaphors in thinking. Most metaphors are visual. In processing information stimuli the mind depends partly on visual codes. Information is processed and stored through two channels: one for non-verbal information and another for verbal information. The two different areas of information in the brain are interconnected. The information is stored in patterns that form an inner representation of how individuals perceive their reality and their self. The active processing of new information, remembering and the self-image are related phenomena, that influence each other, sometimes leading to biased interpretation or even reconstruction of contents in each of these areas. Imagination, expectations and anticipations of the future and memories are the more active manifestations of this process. In this process mimesis plays an important role. Mimesis is the imitation of reality in play, story-telling or creating images of how things should look like in the future. Through mimesis people can anticipate on roles in social life, or appropriate experiences from someone else and relate them to one’s own life story. When this happens the information is related to the self through processes of association and becomes ‘Erfahrung’.
DOCUMENT
De zorgen om het risico van het COVID19-virus voor de volksgezondheid nopen tot hernieuwde aandacht voor zorg. Elke dag komt in het journaal wel een arts of de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport of een deskundige van het RIVM aan het woord. In de media kan iedereen de – vaak schrijnende – verhalen van verpleegkundigen, verzorgenden en professionals uit het sociaal werk lezen. Wij (werkzaam in kenniscentra van hogescholen waar verpleegkundigen, paramedici en sociale professionals worden opgeleid) juichen het toe dat er meer aandacht is voor zorg. We willen echter een aantal kanttekeningen plaatsen bij de manier waarop deze aandacht wordt ingevuld. We doen dit vanuit een zorgethisch perspectief, geïnspireerd door het werk van María Puig de la Bellacasa.
DOCUMENT
Dit boek richt zich op de vraag welke perspectieven mantelzorgers hebben op de zorg die zij verlenen en op de relaties die zij onderhouden met zorgvragers en beroepskrachten. Om een antwoord te geven op deze vraag is literatuurstudie verricht en zijn diepte-interviews gehouden met mantelzorgers. Uit dit onderzoek blijkt dat mantelzorg betekenis geeft aan de relatie met de zorgvrager. Die relatie lijkt te gaan over loyaliteit, wederkerigheid en over geven en ontvangen in een familie. Opvallend is het spanningsveld bij de mantelzorgers. Aan de ene kant hebben mantelzorgers een grote bereidheid om mantelzorg te bieden vanuit loyaliteit met de zorgvrager. Aan de andere kant willen mantelzorgers invulling geven aan hun leven buiten die zorg. Het onderzoek geeft tevens handvatten aan beroepskrachten om relationeel en vraaggericht te werken met als vertrekpunt de ervaringen van de betrokkenen in de zorgsituatie. In dit boek zijn mantelzorgers zelf aan het woord. Zij vertellen over hoe zij zorg verlenen, wat voor hen voornaam is en waar zij mooie en moeilijke momenten ervaren.
DOCUMENT
Hoe ziet het leven van jonge moeders er uit en voor welke opgaven staan zij? Op welke manier zijn mensen in hun omgeving hen tot steun. Deze vragen stonden centraal in het promotie-onderzoek naar de leefwereld van jonge moeders.
DOCUMENT
In het beroepsprofiel van de maatschappelijk werker worden drie aspecten van professionaliteit onderscheiden: normatief, technisch- instrumenteel en persoonlijk. In dit artikel pleit Ed de Jonge voor een vierde vorm: collectieve professionaliteit. Collectieve professionalisering kan een waardevolle bijdrage leveren aan de verdere versterking van sociaal werk.
DOCUMENT
Vanuit het lectoraat Dairy wil de lector ‘Herd Management en Smart Dairy Farming’ door middel van het gebruik van moderne (sensor)technieken en beslissingsondersteunende managementsystemen het veemanagement op het primaire melk-veebedrijf verbeteren, om zo een beter rendement te behalen. Zowel financieel als op het gebied van duurzaamheid, diergezondheidszorg en dierenwelzijn. Daarbij sluit het naadloos aan op het werkgebied van de lector ‘Duurzame Melkveehouderij’, die zich richt op ontwikkeling en overdracht van kennis op het gebied van verduurzaming van de melkveehouderij. Daarbij staat de praktische uitrol van de afspraken in de Duurzame Zuivelketen centraal. Oftewel: hoe kunnen we, in een internationaal concurrerende markt, een rendabele en duurzame melkveehouderij creëren die maatschappelijk geaccepteerd wordt?
MULTIFILE
Kwartiermakers werken aan maatschappelijke betrokkenheid. Zij spannen zich in om mensen met bijvoorbeeld een verstandelijke beperking in beeld te brengen, hun verlangens te achterhalen, te verwoorden en te behartigen, niet eenmalig maar steeds opnieuw. Kwartiermakers werken aan het toegankelijk maken en zo nodig aanpassen van maatschappelijke instellingen ten behoeve van mensen die niet zomaar passen. Kwartiermakers werken aan de hand van de vraag van een individuele cliënt, maar het werken aan ruimte voor anders-zijn is ook als collectieve strategie op te vatten - ter humanisering van de samenleving.
DOCUMENT
"In den beginne is de relatie", opent de nieuwe lector Mantelzorg, dr. Deirdre Beneken genaamd Kolmer, dit boekje. En daarmee geeft ze in één zin aan waar het lectoraat Mantelzorg om draait. Het lectoraat Mantelzorg is tot stand gekomen op initiatief van de gemeente Den Haag in samenwerking met De Haagse Hogeschool. De gemeente Den Haag is al jaren actief - met diverse partners in de stad - gericht op het verbeteren van de ondersteuning van mantelzorgers. Den Haag staat bekend als een stad met vele contrasten: arm-rijk, zand-veen, Hagenaer-Hagenees, autochtoon-allochtoon. Eén ding is echter helder: ondanks deze contrasten zijn wij mensen en worden wij in meerdere of mindere mate geconfronteerd met de kwetsbaarheden van het leven. Soms leiden die tot een afhankelijkheidsrelatie van een ander: een mantelzorger of een beroepskracht. De zorgverlening heeft zich inhoudelijk sterk ontwikkeld. De Haagse Hogeschool kent diverse opleidingen waarin het verlenen van zorg centraal staat. In de Academie voor Gezondheid en de Academie voor Sociale Professies is vakbekwaamheid een kernwoord. Maar er is een risico dat de balans in het uitoefenen van het vak doorslaat naar het “volgens protocol” uitvoeren van het vak. Dit is voor de zorgpraktijk niet wenselijk. In die praktijk ontmoeten onze zorgprofessionals de zorgvrager en diens naasten, de mantelzorgers. In Den Haag zijn naar schatting 79.000 mantelzorgers boven de 16 jaar. Hiervan zijn ongeveer 12.000 mantelzorgers zwaar- tot overbelast. Dat is vijftien procent. En dat is veel. Dat betekent dat één op de zeven mensen die hun naaste verzorgen zwaar- tot overbelast is. Veel mantelzorgers hebben naast de zorg ook vaak nog hun werk, gezin sociale leven en andere activiteiten. Voor mantelzorgers is het vanzelfsprekend dat zij zorg verlenen. Zij zullen niet snel klagen. Maar het feit blijft dat de combinatie van zorg met gezin en werk zwaar is. Daarom is het belangrijk dat deze mantelzorgers af en toe tijd voor zichzelf kunnen nemen en de zorg tijdelijke aan anderen kunnen overlaten. De gemeente Den Haag vindt het belangrijk hier iets aan te doen. In het Haags Mantelzorgakkoord 2011-2014 “Mantelzorg : samen zorgen” is het vergroten van de toegankelijkheid van respijtzorg een belangrijk thema. De gemeente Den Haag is één van de twaalf partners van dit Mantelzorgakkoord. In het Collegeakkoord 2010-2014 “Aan de slag” wordt eveneens aandacht besteed aan deze problematiek en worden middelen hiervoor gereserveerd. Dankzij mantelzorgers kunnen zorgsystemen overeind blijven. Mantelzorgers vormen een belangrijke taak in de samenleving. Mantelzorgtaken kunnen niet volledig vervangen worden door de professionele zorg, dit betekent dat mantelzorgers onbetaalbaar zijn. Het is belangrijk dat er een goede afstemming plaatsvindt tussen zorgvrager, mantelzorger en professional, de zogenoemde zorgtriade. (voorwoord van Rob Brons, voormalig voorzitter van het College van Bestuur van De Haagse Hogeschool en Karsten Klein, wethouder Jeugd, Welzijn en Sport gemeente Den Haag)
DOCUMENT
In de rapportage die voor u ligt wordt verslag gedaan van een project dat zich ten doel stelt om sociale professionals die werkzaam zijn in de hulpverlening aan adolescente moeders, meer handvatten te bieden voor morele reflectie. Twee constateringen vorm-den de aanleiding voor dit project. 1. De werkpraktijk van sciale professionals zou meer ruimte kunnen bieden voor morele reflectie 2. Adolescent moederschap in een onderwerp dat met veel morele oordelen omgeven is
DOCUMENT