Het zorglandschap in Nederland verandert voortdurend. Voor een zorgorganisatie is het belangrijk om de ontwikkelingen goed te blijven volgen en nieuwe producten en diensten te ontwikkelen die voldoen aan de behoeften van de cliënt en van de medewerker. Zorgorganisatie Sevagram heeft een duidelijke visie op innoveren. De organisatie kent zelfs een eigen Innovatieplatform, dat medewerkers ondersteunt bij het bedenken en ontwikkelen van nieuwe producten en diensten. Lector Zorgtechnologie Ramon Daniëls van Zuyd Hogeschool en programmamanager Innovatie Tim van de Geijn gaan vanuit hun betrokkenheid bij het Innovatieplatform in op de visie van Sevagram op innoveren. Een ding wordt al snel duidelijk: ‘Voor innovatie hebben we geen Willie Wortels in een laboratorium nodig, je moet het vooral samen doen.’
DOCUMENT
Het zorglandschap In Nederland is momenteel sterk aan het veranderen en dat heeft grote gevolgen voor het vastgoed en voor de locatie waar de zorg in de toekomst zal worden verleend. Zo moeten de zorginstellingen hun vastgoed verrekenen in hun bedrijfsvoering, wat voor die tijd niet het geval was. Tegelijkertijd krijgen de huisartsen steeds meer functies toebedeeld, wat er toe leidt dat zij steeds meer gezamenlijk vanuit centrale praktijken zullen moeten gaan werken, waar ook specialistische kennis en apparatuur aanwezig is.Om de concurrentiepositie van ziekenhuizen te verbeteren worden steeds meer onderdelen van de ziekenhuiszorg verplaatst naar de eerstelijnszorg. Dit vraagt om een nauwere samenwerking tussen het ziekenhuis en de eerstelijnszorg (huisartsen).
DOCUMENT
Openbare les Dr. Saskia A.M. Wijsbroek & Prof.Dr. Micha de Winter. Veel verhandelingen over jeugdhulp of jeugdzorg beginnen met de constatering dat het met de meeste kinderen en jongeren in Nederland over het algemeen goed gaat. In allerlei internationale vergelijkingen komt de Nederlandse jeugd er gemiddeld gezien goed af, of het nu gaat om hun gezondheid, welbevinden, onderwijskansen of kwaliteit van leven (Bot e.a. 2013; De Looze e.a. 2014; UNICEF Office of Research 2013). Onmiddellijk na deze constatering volgt dan meestal de schaduwzijde: lang niet alle kinderen en jongeren delen in deze feestvreugde. Zo komt 10 tot 15% van de jeugdigen1 tussen 0 en 18 jaar in aanraking met jeugdhulp, jeugdbescherming of jeugdreclassering, groeit bijna 10% op in gezinnen die leven onder de armoedegrens, en neemt het aantal kinderen en jongeren dat verslaafd is aan genotsmiddelen of lijdt aan overgewicht al jaren toe (CBS 2017a, 2017b; Clarijs 2017; De Looze e.a. 2014). Afhankelijk van de bedoelingen die de auteurs van zulk soort teksten hebben, leiden ze vaak tot heel uiteenlopende conclusies. Wie graag wil onderstrepen dat het Nederlandse jeugdbeleid deugt, zal vreugdevol vaststellen dat het goed gaat met de jeugd. Wie echter vindt dat er van alles misgaat in datzelfde jeugdbeleid, en dat bijvoorbeeld de recente bezuinigingen op de professionele jeugdzorg veel te ver zijn gegaan, zal vooral de nadruk willen leggen op de groep die problemen ondervindt. In het nieuwe lectoraat Jeugd, ingesteld door de provincie Utrecht en Hogeschool Utrecht (HU), vervangen we deze ogenschijnlijke tegenstelling (gaat het nu goed of slecht met de Nederlandse jeugd?) door een benadering die kwaliteit van leven van álle kinderen en jongeren centraal stelt. Immers, in een samenleving waarin mensen steeds dichter op elkaar leven en in steeds meer opzichten afhankelijk van elkaar zijn, is de verdeling van levenskwaliteit een zaak van algemeen, gedeeld belang aan het worden
DOCUMENT
“Nederland staat op een kantelpunt. Veel mensen zijn de laatste jaren in beweging gekomen. Uit verzet. Uit frustratie. Uit motivatie. Uit onmacht. Uit inspiratie. Creatieve jongeren breken uit de verstarde systemen. Dit is de opstand van uiteindelijk miljoenen zzp’ers, een beweging van onderop vanuit passie en inspiratie. Met een explosie van lokale initiatieven tot gevolg op gebied van energie en klimaat, voedsel, zorg, sociale zekerheid en bouw”. Dit schrijft Jan Rotmans, hoogleraar transitiekunde in zijn boek In het oog van de orkaan. Daarin beschrijft hij de kanteling of systeemverandering zoals die op dit moment in verschillende sectoren plaatsvindt, die volgens hem leidt tot een verschuiving van de macht van de overheid naar de burger. De centrale, bureaucratisch en hiërarchisch geordende samenleving zal volgens hem worden vervangen door lokale, decentrale, horizontaal geordende netwerken. "De burger neemt het heft in handen." (Rotmans, 2012)
DOCUMENT
In de onderzoekslijn Zorg in Balans van het lectoraat Participatie, Zorg en Ondersteuning (Kenniscentrum Sociale Innovatie) staat het verbeteren van de samenwerking tussen formele en informele zorgverleners centraal. Er werden de afgelopen jaren samen met het werkveld competentieprofielen ontwikkeld waarin beschreven werd welke professionele competenties van belang zijn waar het gaat om samenwerken met informele zorgverleners in specifieke situaties. Er is op basis van de bestaande profielen nagedacht over wat er nodig is om in generieke zin, dus los van een specifieke situatie, aandoening of beperking, bekwaam te zijn in de samenwerking met informele zorgverleners. Dit document start met de basishouding waarna we inzoomen op het samenspel met de direct naasten, het bredere netwerk en het zorglandschap. Er wordt steeds gestart met competenties die zowel voor de verpleegkundige als de sociaal werker relevant zijn. Vervolgens worden de beroep specifieke competenties beschreven.
DOCUMENT
Mensen zorgen voor elkaar. En dat is altijd zo geweest. Zorg voor zieke familieleden is iets wat vanzelfsprekend behoort tot het privédomein van mensen. In de vorige eeuw is de zorg echter wel geprofessionaliseerd. Verpleging werd niet langer meer als naastenliefde gezien, maar als een beroep. In de huidige samenleving maken zorgvragers, mantelzorgers en professionals gezamenlijk deel uit van het zorglandschap. De nadruk wordt gelegd op zelfredzaamheid en zorg-verantwoordelijkheid van zorgvragers en mantelzorgers. Het lijkt alsof de overhead zich gedeeltelijk terug wil trekken uit de rol die ze in de vorige eeuw naar zich toe heeft getrokken.
DOCUMENT
Uitgave, onder verantwoordelijkheid van het Lectoraat New Business & ICT, met bijdragen van onder andere lector Hugo Velthuijsen (onder andere voorwoord) en Franz Josef Gellert. Tekst van Bureau Brouwers. Dit boekje biedt een overzicht van de projecten die het lectoraat New Business & ICT gedurende de eerste vijf jaar van zijn bestaan heeft uitgevoerd. Het geeft een beeld van de ruime kennis en ervaring die door praktijkgericht onderzoek en samenwerking met de beroepspraktijk is opgebouwd. Het boekje is ook een inspiratiebron voor het bedenken van nieuwe toepassingen van e-health.
DOCUMENT
Toen ik in 2007 als docent Methoden en Technieken van Onderzoek bij de Hanzehogeschool werd aangesteld, speelde onderzoek een bescheiden rol in het onderwijs. In de afgelopen jaren is er echter veel veranderd en heeft het onderzoek binnen het hoger beroepsonderwijs een enorme boost gekregen. Dit is een gevolg van het advies van de commissie Veerman aan de Tweede Kamer, waarin zij aangeeft dat de kwaliteit van het hoger onderwijs versterkt moet worden door meer in praktijkgericht onderzoek te investeren. Binnen de Hanzehogeschool is......
DOCUMENT
Sociaal-maatschappelijke veranderingen en sturing door de overheid zorgen voor een veranderend zorglandschap. De vermaatschappelijking van zorg stelt dat bij de ondersteuning van personen in een kwetsbare positie meer moet worden ingezet op het werken met netwerken (Van Deurzen, 2014). De overheid verwacht dat naast mantelzorg, professionele en vrijwillige zorg, ook beroep wordt gedaan op personen die een secundaire rol opnemen en dat professionals deze activeren (Van Deurzen, 2014). Onderzoek toont aan dat deze personen uit het secundaire netwerk nog niet veel in beeld komen als ondersteuningsbron (Maes & Colla, 2013). Hierbij aansluitend stellen Steyaert en Kwekkeboom (2012) dat over de zorg ‘aan de zoom van de mantel’ nog weinig bekend is. Toch spelen zij een belangrijke aanvullende rol in de ondersteuning van de centrale persoon en de spilzorger (De Koker, De Stercke, De Vos & De Witte, 2016). Wanneer de persoon met een ondersteuningsnood een niet aangeboren hersenletsel (NAH) heeft, is deze onbekendheid nog groter en is deze onzichtbaarheid ook van toepassing op de centrale persoon. Bijkomend toont onderzoek aan dat spilzorgers van personen met NAH significant minder sociale steun ervaren dan spilzorgers van andere doelgroepen (Bronselaer, Vandezande, Vanden Boer & Demeyer, 2016). Om zicht te krijgen op de mogelijke rol en/ of positie van professionals bij het zichtbaar maken en/ of faciliteren van secundaire netwerken bij personen met NAH, is het aangewezen om onderzoek te verrichten naar de verwachtingen, noden en motivaties van het secundaire netwerk rond volwassenen met NAH.
DOCUMENT
Het zorglandschap In Nederland is momenteel sterk aan het veranderen en dat heeft grote gevolgen voor het vastgoed en voor de locatie waar de zorg in de toekomst zal worden verleend. Zo moeten de zorginstellingen hun vastgoed verrekenen in hun bedrijfsvoering, wat voor die tijd niet het geval was. Tegelijkertijd krijgen de huisartsen steeds meer functies toebedeeld, wat er toe leidt dat zij steeds meer gezamenlijk vanuit centrale praktijken zullen moeten gaan werken, waar ook specialistische kennis en apparatuur aanwezig is.Om de concurrentiepositie van ziekenhuizen te verbeteren worden steeds meer onderdelen van de ziekenhuiszorg verplaatst naar de eerstelijnszorg. Dit vraagt om een nauwere samenwerking tussen het ziekenhuis en de eerstelijnszorg (huisartsen).
DOCUMENT