Voortschrijdende specialisatie, in combinatie met de toenemende complexiteit van zorgvragen, leidt mede ertoe dat een integrale aanpak vangezondheidsproblemen alleen gerealiseerd kan worden wanneer alle bij de behandeling betrokken zorgverleners onderling goed afstemmen en samenwerken. Onvoldoende communicatie en samenwerking tussen zorgverleners behoren tot de belangrijke oorzaken van medischemissers en incidenten. Zorgverleners zijn zich daarvan bewust maar de praktijkblijft weerbarstig. Lector dr. Stephan Ramaekers gaat in zijn rede in op de factoren en mechanismen die een goede besluitvorming, in samenspraak met depatiënt en in teamverband, verhinderenn hoe die hindernissen kunnen wordenweggenomen. Aan de hand daarvan zal worden belicht waar onderzoeken praktijkinnovatie in dit lectoraatop zijn gericht.
Zorg, Service & Welzijn van Friesland College opereert in een complexe wereld. De bevolking vergrijst, de zorgvraag neemt toe en de beroepsbevolking krimpt. De technologische ontwikkelingen in de zorg gaan razendsnel. Mensen blijven langer thuis wonen, houden meer zelf de regie over wat ze nodig hebben en er ontstaan nieuwe vormen van welzijn en zorg, bijvoorbeeld kleinschalig wonen voor ouderen. In de maatschappij als geheel spelen ook grote vraagstukken waar (aankomende) professionals bij de uitoefening van hun beroep mee te maken krijgen. Dit vraagt om wendbare professionals ofwel professionals met de capaciteit om verbetergericht te leren en werken. Dit thema: professionals die zich blijvend ontwikkelen, heeft ook de aandacht van het Practoraat Leven Lang Ontwikkelen van Friesland College. Het beroepsonderwijs, waar deze professionals worden opgeleid, staat daarmee midden in de samenleving.
In het boek Schools that learn (2012, p. 76) van Peter Senge staat een mooi citaat: ‘A boy of five, on the first day of kindergarten, asked his teacher, ‘When am I going to learn how to read? She said, a bit absently (for there was a lot going on), ‘Oh, that won’t happen until next year, in first grade.’ He didn’t say anything, but an hour or so later, she noticed that he had slipped away when no one was looking. He walked out of the room and continued home (which fortunately was only a few blocks away). He went up to his startled mother and said, ‘ I’ll go back next year…when they’re ready to teach me to read.’ Deze vijfjarige leerling heeft duidelijk niet de leeromgeving waar hij behoefte aan heeft. Hij wil graag leren lezen maar ‘de school is daar nog niet klaar voor’. Het aansluiten bij de leerbehoeften van de lerende is binnen alle onderwijstypes en op alle onderwijsniveaus van belang. Een leeromgeving zou altijd een krachtige leeromgeving moeten zijn. Zelfsturing is één van de kenmerken daarvan. In dit artikel wordt ingegaan op een krachtige leeromgeving voor gezondheidsprofessionals in opleiding van de Faculteit voor Gezondheid, Voeding & Sport van De Haagse Hogeschool. Op basis van literatuur wordt beschreven aan welke criteria een dergelijke leeromgeving moet voldoen. Vervolgens worden resultaten beschreven van een onderzoek onder studenten en docenten van de Faculteit voor Gezondheid, Voeding & Sport van De Haagse Hogeschool. Doel van dit onderzoek was om in kaart te brengen hoe studenten en docenten praktijkgericht, zelfgestuurd en interdisciplinair leren ervaren, wat deze manier van leren precies van student en docent vraagt en wat dit oplevert met betrekking tot competentie-ontwikkeling van studenten. De volgende vragen stonden centraal: • Hoe ervaren studenten en docenten dergelijke leeractiviteiten? • Wat vraagt een krachtige leeromgeving van de student en docent? • Wat levert de krachtige leeromgeving volgens hen op?
Het aanleren en verbeteren van bewegingen is essentieel voor mensen in de revalidatie. Mensen met een verworven neurologische aandoening (bijvoorbeeld volwassenen na een beroerte), moeten bewegingen vaak opnieuw leren en verbeteren om weer zelfstandig te kunnen functioneren. Dit motorisch leren is een complex en multifactorieel proces. Zorgprofessionals zoals fysio- en ergotherapeuten willen graag een meer inzicht hebben in deze complexiteit zodat zij interventies (nog) meer op maat kunnen aanbieden. Dit maatwerk is nodig voor het duurzaam aanleren en verbeteren van bewegingen. Op het moment is onvoldoende duidelijk welke factoren (mogelijk) van invloed zijn. Docenten, studenten en praktijkbegeleiders (zoals Paramedisch Centrum Zuid) van de zorgopleidingen van Zuyd Hogeschool hebben samen met onderzoekers sterk behoefte aan een beter en vollediger overzicht van deze potentieel beïnvloedende factoren, dat zij in dit project samen met experts vanuit verschillende onderzoekdisciplines (Radboud Universiteit, VU Amsterdam, Universiteit Hasselt, Brunel University) willen ontwikkelen. Doelstelling van dit project is een inventarisatie van factoren die het leren van bewegingen bij mensen na beroerte in de praktijk kunnen beïnvloeden. Hiervoor zal een expertpanel een overzicht van factoren samenstellen op basis van theorie en onderzoeksresultaten. Vervolgens worden de geïdentificeerde factoren door zorgprofessionals (binnen het Kennisnetwerk CVA Nederland) beoordeeld op herkenbaarheid (praktische relevantie) en haalbaarheid (praktisch meetbaar) voor de dagelijkse praktijk. Het resultaat van dit project is een overzicht van factoren die (in theorie en praktijk) het aanleren en verbeteren van bewegingen na een beroerte kunnen beïnvloeden. Deze inventarisatie is een eerste stap om de haalbaarheid van een dynamisch model voor motorisch leren na een beroerte voor de praktijk te verkennen. Zowel zorgprofessionals als ook de betrokkenen kennisinstellingen zullen dan ook belangrijke gebruikers van het resultaat zijn.
Agressie is een groot probleem in de zorg. Onderzoek van TNO wees uit dat de helft van het personeel in de verpleging te maken heeft met agressie. Het is een belangrijke oorzaak van verzuim onder zorgprofessionals. Door professionals in de zorg wordt een situatie waarin een cliënt agressief gedrag vertoont als stressvol ervaren. De zorgverlener schrikt van het gedrag van de cliënt, kan te maken krijgen met zijn eigen, soms heftige, emoties en dit zit het effectief en persoonsgericht handelen op dat moment in de weg. Zorginstellingen zijn op zoek naar methoden waarmee ze hun professionals beter kunnen voorbereiden (trainen) op omgaan met agressief gedrag. Zorgopleidingen bereiden hun studenten weliswaar voor op dit soort situaties door ze te beschrijven, filmpjes te laten zien of soms te oefenen met trainingsacteurs, maar studenten geven aan dat deze ervaringen niet realistisch zijn, en daarom niet de gewenste beleving en emotie opwekken, hetgeen wel essentieel is in het leerproces. Virtual Reality biedt de mogelijkheid om een fictieve situatie te beleven alsof je er echt bij bent en kan daarom een goed hulpmiddel zijn om (aankomend) professionals te leren om te gaan met stressvolle situaties, zoals een agressieve cliënt. Binnen Fontys is een eerste prototype van een VR toepassing ontwikkeld waarin de gebruiker in de rol van een zorgverlener te maken krijgt met een cliënt die verbaal agressief geweld vertoont. Het doel van dit project is het ruwe VR-prototype te ontwikkelen tot een versie die gebruikt kan worden voor evaluatiedoeleinden, uit te voeren met studenten van Fontys zorgopleidingen en startende zorgprofessionals van GGzE.
Hoe kunnen eerstelijns fysiotherapie-organisaties kwaliteit leveren én financieel gezond blijven? In dit project onderzoeken we welke factoren een rol spelen bij het streven naar zogenaamde ‘healthcare value’ voor fysiotherapie-organisaties.