De laatste jaren is er veel aandacht voor de problematiek rondom kinderen met overgewicht. In meerdere rapporten van TNO is aangegeven dat het probleem van overgewicht onder kinderen zich steeds verder uitbreidt. Ook blijkt dat veel kinderen de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) niet halen. In 2009 bijvoorbeeld voldeed slechts 22% van de jeugdigen van 4- 17 jaar aan de NNGB (Hildebrandt, V.H., 2010). Een belangrijke doelgroep bij beweegstimulering vormt de groep van inactieve kinderen die veel tijd achter de computer en tv doorbrengen (Hildebrandt, V.H., 2010). De Twinkel Tegels zijn ontwikkeld omdat door het gebruik van interactieve beweeggames een innovatief beweegaanbod gerealiseerd kan worden, dat mogelijk ook kinderen die graag gamen aanspreekt. In dit rapport worden de resultaten van het onderzoek naar de Twinkel Tegels beschreven. In dit onderzoek is gekeken naar 3 verschillende onderzoeksvragen: - Wat is het energieverbruik van basisschoolkinderen van 6 t/m 12 jaar tijdens het spelen met de Twinkel Tegels? - Hoe wordt het spelen met de Twinkel Tegels door de kinderen van 6 t/m 12 jaar ervaren? - Welke kinderen maken zelfstandig gebruik van de Twinkel Tegels buiten schooltijden? Uit dit onderzoek kan geconcludeerd worden dat de spellen Vliegen Vangen en Alarmfase Rood, indien deze gedurende 20 minuten gespeeld worden, een bijdrage kunnen leveren aan het behalen van de NNGB. Deze norm vraag namelijk minimaal 3x per week 20 minuten intensieve lichaamsbeweging en met een gemiddelde MET-waarde van 12,4 respectievelijk 12,6 kan gesteld worden dat de spellen Vliegen Vangen en Alarmfase Rood zeer intensieve lichaamsbeweging vereisen. De Twinkel Tegels spreken zowel jongens als meisjes aan en een meerderheid van de kinderen gaf aan de spellen Vliegen Vangen en Alarmfase Rood leuk te vinden en vaker te willen spelen. Uit dit onderzoek komt naar voren dat het bedieningsgemak van de Twinkel Tegels nog te wensen over laat. Met name de door de kinderen ervaren lange opstarttijd van de spellen en onduidelijkheid over het starten van een spel zijn aandachtspunten. Met betrekking tot het gebruik van de Twinkel Tegels kan geconcludeerd worden dat de Twinkel Tegels op de huidige locatie vooral gebruikt worden direct na school of in de pauze en dat de speltijd betrekkelijk kort is. Uitleg over het starten van een spel bij de locatie van de Twinkel Tegels en observaties gedurende een langere periode moeten uitsluitsel geven of het gebruik daarmee van langere duur is (per keer) en langdurig interessant voor de diverse doelgroepen. Verder onderzoek is nodig om inzicht te krijgen in de lange termijn effecten van de Twinkel Tegels voor wat betreft gebruiksduur en aantrekkelijkheid voor specifieke doelgroepen.
In dit onderzoek is gekeken naar de invloed die persuasieve technologie kan hebben op het energieverbruik van individuele huishoudens. Meer specifiek zijn de effecten van drie energie monitoring systemen getest op het energiebewustzijn en het energiebesparend gedrag van de eindgebruikers. Tevens is in kaart gebracht welke onderdelen van de producten leiden tot tevredenheid, energiebewustzijn en energiebesparing. Gedurende een jaar zijn de effecten van drie energie monitoring systemen getest door kwalitatief en kwantitatief onderzoek uit te voeren. Het gehele jaar werd bovendien het stroom- en gasverbruik geregistreerd om na te kunnen gaan of eindgebruikers hun gedrag veranderden. Uit een voormeting bleek dat eindgebruikers zich niet bewust leken te zijn van hun energieverbruik en van het verbruik van verschillende apparaten. De meeste eindgebruikers wilden graag energie besparen, maar wisten nog niet hoe dit bereikt kon worden. Verreweg de meerderheid gaf aan vanuit economische overwegingen energie te willen besparen. Een relatief klein deel van de eindgebruikers gaf aan energie te willen besparen vanuit milieu overwegingen. Uit tussentijdse metingen bleek dat het lastig was om eindgebruikers te motiveren om een EMS actief te gaan gebruiken. Uit de eindmeting bleek dat twee energie monitoring systemen effectiever waren dan het derde systeem. Eindgebruikers waren met deze twee systemen relatief tevreden, gaven aan zich meer bewust te zijn van hun verbruik, maar gaven eveneens aan dat dit niet automatisch resulteerde in een toename van waargenomen mogelijkheden om hun energieverbruik te veranderen. Redenen hiervoor waren divers: van technische problemen en een gebrek aan concrete tips op basis van de eigen situatie, tot de opvatting te veel te moeten inleveren aan comfort wanneer er nog meer bespaard zou worden. Van de drie geteste systemen, zorgden er twee voor een groter energiebewustzijn. Het ene systeem leek goed te werken doordat het uitgebreide en gedetailleerde mogelijkheden bood om inzicht in het verbruik te krijgen (uitgebreide feedbackmogelijkheden) en het andere leek goed te werken omdat het een beroep deed op ‘samenwerken’ en ‘gegevens vergelijken met anderen’ (sociale invloed). Verschillende doelgroepen zouden hierdoor aangetrokken kunnen worden. Vanwege de geringe omvang van de steekproef (aan deze testfase hebben 40 huishoudens deelgenomen) dient hier meer onderzoek naar gedaan te worden. Gebaseerd op alle gebruikerservaringen kunnen we concluderen dat de geteste energy monitoring systemen verbeterpotentieel hebben. De geteste systemen vergroten op dit moment weliswaar het bewustzijn van het energieverbruik, maar veranderen energieverbruikers nog niet voldoende in energiemanagers.
Er is volgens mij alle reden zuinig te zijn op de nog resterende Nederlandse en Europese raffinagecapaciteit. “Daarnaast is het wijs het verbruik te beperken, recycling aan te jagen en de raffinagecapaciteit binnen Europa en Nederland voor de kritische materialen te ontwikkelen of vergroten. Dat vraagt helaas veel duurzame energie, veelal baseload, terwijl ook het milieu aandacht behoeft. Het alternatief, onze afhankelijkheid te laten voortduren, zal op termijn minder aantrekkelijk blijken.”
LINK