In dit project is onderzocht of een sociale robot ingezet kon worden om meertalige kleuters voor te lezen. Het voorlezen gebeurde op school in de taal die kinderen thuis spreken. Uit onderzoek blijkt namelijk dat het goed is voor meertalige kinderen als zij hun thuistaal op school mogen spreken. De school hoeft dus geen volledig Nederlandstalige omgeving te zijn; het helpt juist als thuistalen ook gebruikt mogen worden. Zo kunnen meertalige kinderen die het Nederlands nog aan het leren zijn beter de kennis ophalen die ze al in hun thuistaal hebben opgedaan, en ook makkelijker nieuwe lesstof begrijpen. Ook helpt het om kinderen zich thuis te laten voelen in de klas.
In dit onderzoek werd gebruik gemaakt van een sociale robot om meertalige kleuters voor te lezen. Hierbij werd gemeten of dit kinderen hielp om woorden te leren en de verhalen te begrijpen. Uit het onderzoek bleek dat kinderen het voorlezen met de robot vaak erg leuk vonden. De robot was alleen niet beter in het aanleren van nieuwe woorden en verhaalbegrip stimuleren dan een controleconditie. Dit kwam waarschijnlijk doordat de robot nog niet goed interactief voor kan lezen. Als mensen voorlezen, stellen ze vragen of gaan ze in gesprek over het boek. Juist die gesprekken zijn waardevol voor kinderen en dragen bij aan de taalontwikkeling. In het project is geprobeerd om de robot interactiever te maken, maar dit bleek nog een grote uitdaging. Daarnaast bleek het ook belangrijk te zijn dat de robot als onderdeel van een grotere meertalige aanpak in wordt gezet: het is goed als thuistalen met technologie een plek krijgen in het onderwijs, maar het is vooral belangrijk dat de leerkracht meertaligheid positief benadert en ruimte biedt aan thuistalen.
Het doel van het project is het ontwerpen en evalueren van een voorleesrobot die meertalige kleuters in het basisonderwijs in hun thuistaal kan ondersteunen en ingezet kan worden voor programmeeronderwijs voor oudere kinderen. Het gebruik van thuistalen in het onderwijs is belangrijk voor de (taal)ontwikkeling van meertalige kinderen, maar blijkt vaak lastig voor leerkrachten als zij deze talen niet spreken. Een robot kan eenvoudig geprogrammeerd worden om in allerlei talen voor te lezen, waardoor leerkrachten de robot kunnen inzetten om meertalige kinderen in hun thuistaal extra ondersteuning te bieden. Robots zijn bij uitstek een geschikte vorm van technologie voor voorlezen, vanwege hun fysieke en sociale aanwezigheid en de mogelijkheid tot het maken van spraakondersteunende gebaren.
De robot wordt in dit project op verschillende manieren ingezet: enerzijds als co-voorlezer naast de leerkracht, waarbij de leerkracht in het Nederlands voorleest en de robot in de thuistaal van kinderen, en anderzijds als zelfstandige pre-teachingactiviteit, waarbij de robot kinderen in de thuistaal voorleest voorafgaand aan klassikale Nederlandstalige voorleesactiviteiten. De verwachting is dat de voorleesactiviteiten met de robot het woord- en verhaalbegrip en de betrokkenheid van meertalige kinderen tijdens klassikale Nederlandstalige activiteiten ondersteunen en dat de robot het welbevinden van meertalige kinderen bevordert door hun thuistaal in het onderwijs te erkennen en gebruiken.
Binnen dit project is het uitgangspunt om te zorgen voor een robotprogramma dat eenvoudig uit te breiden is naar andere verhalen én talen. Er wordt daarom ingezet op eenvoudig te programmeren software, waarbij kinderen uit groep 7 en 8 van het basisonderwijs de robot kunnen programmeren. Naast het hoofddoel van het ondersteunen van meertalige kinderen, is het secundaire doel om kinderen uit groep 7 en 8 programmeeronderwijs te bieden dat aansluit bij hun belevingswereld en hen kan helpen basisvaardigheden in het programmeren onder de knie te krijgen.