De Nederlandse overheid wil in 2050 een volledig circulaire economie. Met haar sterke rol als inkoper gaat ze diverse sectoren dwingen om producten circulair aan te bieden. Kantoormeubilair is gedefinieerd als één van de eerste sectoren waarin geëxperimenteerd wordt met circulair inkopen. Levensduurverlenging door onderhoud en/of revitaliseren van bestaand meubilair staat daarbij centraal. Door het onderzoek uit te voeren als praktische design-casus voor een bureaustoel, geven we inzicht in de uitdagingen van circulair ontwerpen voor product designers.
Gestart is met een rondleiding bij de Circulaire Hub van Ahrend. Vervolgens is gebrainstormd bij D’Andrea & Evers die samen met Wordlenig is voorbereid. Door vanuit verschillende bedrijfsgroottes, verdienmodellen en ontwerp strategieën te denken kwamen verschillende ideeën naar voren.
Per circulaire strategie zijn onder meer de volgende veelbelovende richtingen verkend: Rehink: positieve of negatieve feedback om mensen minder (lang) te laten zitten. Re-use: reparatieplatform waarbij klanten en Ahrend worden gekoppeld om kennis, onderdelen en ervaringen uit te wisselen. Refurbish: makkelijk vervangen van slijtdelen zoals het verminderen van schroeven (wat materiaal bespaart en (de)montage) tijd en het overmoulden van oude zittingen naar nieuwe zittingen. Reduce: een hele basis stoel (alleen hoog laag- en zitdiepte verstelling) tot een stoelenpoule. Repair: een makkelijk vervangbare netweave zitting en een standaard ingebouwde reparatiekit (‘reserveband principe’).
Belangrijke aspecten om de richtingen te laten slagen zijn wet- en regelgeving, de grootte van het bedrijf, acceptatie van gebruikers en natuurlijk de kosten. De te verwachten levensduur lastig laat zich lastig voorspellen omdat het gebruiksgedrag onbekend is per richting. De levensduur juist weer een grote invloed op de uiteindelijke milieu-impact. Samenvattend kan gezegd worden dat een combinatie van de strategieën lange levensduur en refurbishment goed werkt en belangrijk is dat de gebruiker niet wordt vergeten! Rethink heeft ook een grote potentie maar vraagt een gedragsverandering en daar is dus weerstand te verwachten
De Nederlandse overheid wil in 2050 een volledig circulaire economie bereiken. Met haar sterke rol als inkoper gaat ze diverse sectoren dwingen om producten circulair aan te bieden. De visie is om de geleerde lessen ook toe te passen in andere sectoren en zo de circulaire economie te versnellen.
Kantoormeubilair is gedefinieerd als één van de eerste sectoren waarin geëxperimenteerd wordt met circulair inkopen. Levensduurverlenging door onderhoud en/of revitaliseren van bestaand meubilair staat daarbij centraal.
Ahrend zet in op het revitaliseren van bestaand meubilair door het terugnemen en opwaarderen van oud meubilair. Dit meubilair is echter van oorsprong ontworpen voor lineair gebruik. Levensduurverlenging zal succesvoller zijn als daar vooraf in het ontwerp rekening mee is gehouden. Verschillende strategieën zijn samengevat in de circulariteitsladder en variëren van functieverandering tot recycling. Inzicht in de effectiviteit van designstrategieën voor circulair ontwerpen ontbreekt echter.
d’Andrea&Evers is ontwerpbureau en adviseur voor circulair ondernemen. Wordlenig is een ontwerpbureau gericht op marktinnovatie. Beide zien in de ontwerppraktijk gebrek aan kennis hoe circulariteit afhangt van ontwerpkeuzes. Het is daarbij moeilijk om effecten van verschillende designstrategieën onderling te vergelijken.
Met ontwerpend onderzoek gaan we in dit project daarom een kantoorstoel vanuit verschillende circulaire designstrategieën herontwerpen en vervolgens de circulaire verschillen inzichtelijk maken. Daarvoor gebruiken we milieu-impact analysen zoals LCA.
Door het onderzoek uit te voeren als praktische design-casus, geven we inzicht in de uitdagingen van circulair ontwerpen voor product designers. De vraagstukken in deze sector, zijn de vraagstukken waar industrieel ontwerpers in andere sectoren later óók mee geconfronteerd worden. Het kennisverband voor circulair ondernemen, CIRCO, helpt daarom met disseminatie van de resultaten in andere sectoren.
De onderzoeksvraag luidt:
“Wat zijn voor industrieel ontwerpers de mogelijkheden en beperkingen van strategieën voor het circulair ontwerpen van producten en hoe kan het effect van die strategieën op de circulariteit onderling vergeleken worden?“