Innovaties in de productie van compost t.b.v. de champignonteelt zijn nodig om tegen zo laag mogelijke kosten optimale oogstopbrengsten te garanderen. Compost voor de champignonteelt wordt gemaakt van een mengsel van paarden-, kippenmest en kalk en bevat o.a. veel micro-organismen (bacteriën, gisten en schimmels) die invloed hebben op de kwaliteit van de compost en dus op de latere champignonopbrengsten. Micro-organismen breken biologisch materiaal af en zijn cruciaal voor het composteringsproces. In een eerder project (RAAK-pro) is in samenwerking met de compostproducent CNC grondstoffen BV onderzoek gedaan naar de identiteit en hoeveelheid micro-organismen in de compost. Door hun aanwezigheid te kwantificeren m.b.v. specifieke analyses kan mogelijk een uitspraak gedaan worden over de kwaliteit van de compost. Daarnaast kunnen m.b.v. deze analyses in de toekomst mogelijk voorspellingen gedaan worden over de champignon opbrengst die een batch compost kan geven.
Tijdens het Top-Up project zijn de analyses voor het kwantificeren van specifieke micro-organismen in compost verder geoptimaliseerd zodat ze nu op de laboratoria van CNC uitgevoerd kunnen worden. Tevens is er gewerkt aan een methode om de hoeveelheid beschikbare suikerbronnen in de compost te meten. Gedurende het composteringsproces breken micro-organismen zogenaamde lignines in stro af. Door deze afbraak komen suikers vrij, welke gebruikt kunnen worden voor groei van de champignonschimmel. De hoeveelheid aanwezige suikers kan een indicatie geven voor de kwaliteit van de compost en de te verwachten oogstopbrengst. De suiker analyses zijn succesvol opgezet bij het HAN BioCentre. Om de analyse bij CNC routinematig te implementeren is er recent een vervolgproject gestart om de totale tijd van de analyse te verkorten.
Dankzij de Top-Up subsidie kan CNC grondstoffen op korte termijn routinematig micro-organismen en suikers in compost gaan kwantificeren. Hierdoor zal het composteringsproces geoptimaliseerd en gecontroleerd kunnen worden, wat naar verwachting zal leiden tot een hogere champignonoogst bij de telers.
Recent is het vierjarige RAAK project naar de kwaliteitsverbetering van compost voor de champignonteelt afgesloten. Om beter inzicht te krijgen in de compostkwaliteit die aangeleverd wordt bij de telers zijn in het project assay ’s ontwikkeld die kunnen bepalen hoe goed de compost met het mycelium van de champignon doorgroeid is. De compostproducent weet op deze manier dat het goed doorgroeide compost heeft geleverd en dat eventuele oogstvariaties bij de telers een andere oorzaak moeten hebben.
In de compost zijn vele micro-organismen (bacteriën en schimmels) aanwezig waarvan het vermoeden is dat ook zij invloed hebben op de kwaliteit van de compost. Om deze reden is in het project tevens onderzoek gedaan naar de samenstelling van de populatie micro-organismen in de verschillende fases van de compostbereiding. Een verandering in de samenstelling, ofwel de verminderde of vermeerderde aanwezigheid van specifieke groepen van micro-organismen, kan mogelijk ook worden gekoppeld aan de oogstresultaten. Op basis van de in het project opgedane kennis zijn Q-PCR assays ontwikkeld om de hoofdrolspelers voor een goede kwaliteit compost te volgen. Voor de uitvoering van dergelijke assays is het van belang dat er uit compostmonsters een uitstekende kwaliteit DNA wordt verkregen. Binnen het project is dit uiteindelijk gelukt, echter de methode is tot nog toe alleen uitgevoerd en gevalideerd tijdens kleinschalige experimenten bij het HAN BioCentre. Gezien de gevoeligheid van de DNA extractie is het van belang dat deze verder wordt geoptimaliseerd en gevalideerd zodat een robuuste methode geïmplementeerd kan worden op het laboratorium van CNC grondstoffen waarbij eigen laboratoriumpersoneel m.b.v. duidelijke protocollen en instructies in staat is om betrouwbare resultaten te halen. De DNA samples zullen gebruikt worden voor Q-PCR analyses maar ook voor nieuwe apparatuur van Austradiagnostics waarmee CNC in compost specifieke pathogenen en andere micro-organismen van interesse kan detecteren.
Tevens kan een inzicht in de hoeveelheid beschikbare en ontsloten suikerbronnen (glucose en xylose) in de compost een indicatie geven voor de kwaliteit en de te verwachten oogstopbrengst. Het is van belang om deze bepalingen routinematig uit te kunnen voeren m.b.v. een robuuste methode. Deze analyses zullen eerst opgezet worden bij het HAN BioCentre waarna ze geïmplementeerd kunnen worden op het laboratorium van CNC grondstoffen. CNC beschikt over een beperkt ingericht laboratorium en personeel met een minder gespecialiseerde achtergrond om de analyses uit te voeren.
De Top-Up subsidie is nodig om de uiteindelijke implementatie van de hierboven beschreven analyses bij CNC te realiseren waardoor aanlevering van een uitstekende kwaliteit compost bij de vele champignontelers beter gegarandeerd kan worden en de champignonoogst daardoor minder aan variaties onderhevig is en zelfs verhoogd kan worden.