This survey is about recognizing patterns in the way Small and Medium Enterprises (SMEs) organize their procurement activities. The scope of the survey is limited to the key commodities of the SME.A key commodity is defined as the purchased product or service group which is essential for realizing the value proposition for the customers of the SME.Prior outcome of our research indicated the existence of four procurement oriented patterns in SMEs. 4 Procurement Oriented Patterns where part of the study: Pattern 1 Focal company: ICT turn-key designerValue proposition of the focal company: ICT Design and assembly of offices on a high quality level at a reasonable price. Operational excellence: standardization in commodities, low transaction costs internally and externallyPurchased key commodity: Standard ICT software and hardwarePattern 2 Focal company: Horse shoes manufacturerValue proposition of the focal company: Standard horse shoes assortment at reasonable prices in a competitive environmentPurchased key commodity: Standard quality iron, reliable deliveryPattern 3 Focal company: IT innovation driven companyValue proposition of the focal company: Developing innovative software made applicable for practical usage in devices at a reasonable pricePurchased key commodity: Delivering applicable solutions on the bases of regular soft- and hardware, to enable the companies’ innovative software function in practicePattern 4 Focal company: designer and manufacturer of trailersValue proposition of the focal company: Designing and manufacturing trailers tailor made for specific requirements of customersPurchased key commodity: Designing and manufacturing axles which align to the specific trailer wishes of the customer of the focal companyFINDINGS Pattern recognitionAbout 50 % of the respondents recognized the four presented patterns from own experience and/or read literature. Respondents also suggested pattern variants. It is concluded that this Delphi study strengthens the view that these patterns exist in SMEs. Further research may include further empirical testing of these patterns and their variants. Perceived strengths or weaknesses. Respondents mentioned a wide variety of strengths and weaknesses of the patterns. No clear conclusions can be drawn from this data. Adequacy of the pattern descriptions. One of the outcomes of this Delphi study is an improved conceptual framework for describing procurement activity patterns. This framework can be used for collecting SME data in future research, for example by modifying the existing survey questions which are used in the WIM research program to describe SME procurement activities. The improved model includes more variables and values than the initial model. Thus future research may lead to more detailed patterns descriptions. Missing patterns and pattern variantsApart from the suggested pattern variants, respondents do not miss patterns which are quite different from the four patterns suggested by the research team. Methodological remarksThe Delphi study method did not allow for fast feedback on panel member contributions and fast group think processes. For the future it is advised to consider other methods in similar cases, for example the World Cafe method.
Inleiding:De leefwereld van jongeren speelde zich al voor een groot deel online af, maar sinds de coronavirus uitbraak lijkt dit alleen maar te zijn toegenomen. Hierdoor lopen met name jongeren in kwetsbare situaties risico’s op het ontwikkelen van online risicogedrag of verslavingen en het verliezen van de aansluiting met de samenleving. Jongerenwerkers zijn sociaal werk professionals die jongeren in kwetsbare situaties (10-23 jaar) begeleiden bij het volwassen worden in de samenleving zowel offline als online. Vanuit de leefwereld van jongeren dragen zij bij aan het versterken van de persoonlijke ontwikkeling en participatie, en het verminderen van risicogedrag, problemen en uitval van jongeren2. Sinds de coronavirus uitbraak is jongerenwerk in de online leefwereld van jongeren in een stroomversnelling gekomen omdat een nog groter deel van de leefwereld van jongeren zich online afspeelde.Er is echter nog weinig bekend over de ontwikkelingsbehoeften van jongeren in hun online leefwereld en hoe jongerenwerkers door in te spelen op deze ontwikkelingsbehoeftes bij kunnen dragen aan de ontwikkeling van jongeren.Samen met Lectoraat Youth Spot – Jongeren- werk (HvA) hebben 28 jongerenwerkers van 14 jongerenwerkaanbieders van mei tot november 2020 behoeften verzameld van 175 jongeren3 en 140 betrokken stakeholders4 van het jongerenwerk.Jongerenwerkers vroegen jongeren screenshots te maken van momenten waarin jongeren behoefte hadden aan jongerenwerk in hun online leefwereld en gingen met jongeren over deze behoeften in gesprek. Jongerenwerkers vroegen de stakeholders van het jongerenwerk wat hun behoeften waren aan jongerenwerk in de online leefwereld van jongeren.De bevindingen zijn gevalideerd door 55 jongerenwerkers in een Delphi-studie en 12 inhoudelijk deskundigen in een focusgroep.Hieronder beschrijven we achtereenvolgens de ontwikkelingsbehoeften van jongeren en drie methodieken van jongerenwerk in de online leefwereld van jongeren.
Little is known about which self-management behaviors have the highest potential to influence exacerbation impact in COPD patients. We aimed to reach expert consensus on the most relevant set of self-management behaviors that can be targeted and influenced to maximize reduction of exacerbation impact. A 2-round Delphi study was performed using online surveys to rate the relevance and feasibility of predetermined self-management behaviors identified by literature and expert opinion. Descriptive statistics and qualitative analyses were used.
Het project Early STATUS (Early Strategic Alerts for Turnaround of Small businesses) wil een instrument voor het vroegtijdig signaleren van stagnatie bij MKB bedrijven en een adviesmethode om de koers van deze bedrijven te wijzigen onderzoeken en testen. De vraagarticulatie bestond uit 26 interviews en 8 focusgroepen, in het kader van een KIEM subsidieproject. Uit het vooronderzoek komt naar voren dat het kleinere MKB, bedrijven met 10 tot 50 werknemers, kwetsbaar is voor verval: de waan van de dag regeert en er is weinig capaciteit om de bakens te verzetten. Dit is een structureel probleem en komt door de coronacrisis nijpender naar voren. Opvallend is dat accountants en bedrijfsadviseurs moeite hebben problemen tijdig te signaleren en te adresseren. In de wetenschappelijke literatuur is er weinig aandacht voor dit fenomeen. De vraagarticulatie heeft geleid naar de volgende behoefte: “een praktisch instrumentarium te gebruiken door mkb-ondernemers en hun adviseurs om strategische problemen vroegtijdig te signaleren en alle betrokkenen aan te zetten tot ingrijpen.” Het instrumentarium wordt ontwikkeld door een consortium dat bestaat uit 3 lectoren, 4 onderzoekers en 5 studenten van Hogeschool Rotterdam, aangevuld met een externe onderzoeker. Praktijkpartners zijn 2 accountantskantoren, 6 MKB adviesbureaus en accountancybrancheorganisatie SRA. De Universiteit van Leiden, Erasmus Universiteit Rotterdam en Montpellier Business School leveren academische experts. De hoofdvraag van het onderzoek luidt: “in welke mate draagt een vroegsignaleringsinstrument dat wordt uitgezet via een accountantskantoor bij ondernemers en medewerkers en daaropvolgend een adviesmethode die wordt toegepast door mkb-adviseurs en accountants bij aan het vroeg signaleren en verder voorkomen van verval bij mkb-ondernemingen met 10-50 medewerkers?” Het instrumentarium wordt door het onderzoekconsortium ontwikkeld en vervolgens getest door accountants en mkb-adviseurs bij hun cliënten: maakt het vroegsignaleringsinstrument een eventuele strategische crisis voldoende tijdig duidelijk en stimuleert de adviesmethode de betrokkenen voldoende om daadwerkelijk in te grijpen?
Meestal is er geen specifieke oorzaak te vinden voor nekpijn. Fysiotherapie richt zich daarom op algemene zaken, zoals spierkracht en beweeglijkheid. We onderzoeken of er effectieve behandelingen zijn voor subgroepen met niet-specifieke nekpijn. Met deze inzichten kunnen we fysiotherapie verbeteren.Doel We willen inzicht krijgen in effectieve behandelingen bij subgroepen patiënten met niet-specifieke nekpijn. Dit leidt uiteindelijk tot kostenvermindering voor de maatschappij en een sneller en beter herstel van de patiënten. Resultaten Dit onderzoek loopt nog. Na afronding vind je hier een samenvatting van alle resultaten. Tot nu toe is duidelijk geworden dat de volgende behandelingen effectief kunnen zijn bij patiënten met niet-specifieke nekpijn: Behandelingen gericht op kracht en uithoudingsvermogen. Behandelingen gericht op coördinatie met gebruik van visuele feedback. Een voorbeeld hiervan is patiënten met een laserlamp een parcours laten uitvoeren op een scherm. De resultaten van het onderzoek worden verwerkt in het bachelor- en masteronderwijs en cursussen binnen het werkveld. Looptijd 01 december 2015 - 01 december 2020 Aanpak Dit onderzoek bestaat uit verschillende delen: We onderzoeken wat er vanuit wetenschappelijk onderzoek al bekend is over de relatie tussen beperking in activiteit en een passende behandeling. We voeren een Delphi-studie uit onder deskundigen naar het behandelen van mensen met niet-specifieke nekpijn. We vragen ze naar een overeenstemming over de relatie tussen beperking in activiteit en een algemene behandeling, zoals het trainen van spierkracht. We onderzoeken of beweegoefeningen en/of manipulaties, als meest onderzochte behandelingen bij mensen met nekpijn, zo zijn beschreven dat we het kunnen hergebruiken. In de laatste studie onderzoeken we of beweegoefeningen en/of manipulaties effectief zijn in het herstellen van de beweeglijkheid. Het gaat hierbij om een subgroep van mensen met nekpijn die ook beperkt zijn in hun beweeglijkheid. Rapporten tot nu toe: The clinical reasoning process in randomized clinical trials with patients with non-specific neck pain is incomplete: A systematic review. Maissan F, Pool J, de Raaij E, Mollema J, Ostelo R, Wittink H. Musculoskelet Sci Pract. 2018 Jun;35:8-17 Clinical reasoning in unimodal interventions in patients with non-specific neck pain in daily physiotherapy practice, a Delphi study. Maissan F, Pool J, Stutterheim E, Wittink H, Ostelo R., Musculoskelet Sci Pract. 2018 Oct;37:8-16
De wijkverpleging staat voor grote uitdagingen. Meer ouderen met gezondheidsproblemen wonen tot hoge leeftijd thuis. Toch is er weinig bekend over welke zorg bijdraagt aan betere uitkomsten, zoals zelfredzaamheid en verminderde acute ziekenhuisopname. Doel Wat zijn de resultaten van wijkverpleging? Naar welke uitkomsten moet je naar kijken als je de kwaliteit van wijkverpleging wilt meten? In dit promotieonderzoek gaan we op zoek naar manieren om de invloed van wijkverpleegkundige zorg te meten. We zoeken zowel in de literatuur als de praktijk Resultaten Uit verkennende literatuurstudies blijkt dat we weinig weten over welke resultaten iets zeggen over de kwaliteit van wijkverpleging in de Nederlandse context. Momenteel kunnen nog geen concrete resultaten van de onderzoeken gedeeld worden, zodra deze zijn afgerond worden de resultaten hier gedeeld. Looptijd 01 oktober 2016 - 01 december 2022 Aanpak Momenteel zijn meerdere onderzoeken in uitvoering en/of bijna afgerond: Literatuurstudie (systematic review) naar de uitkomsten om de effecten van wijkverpleegkundige interventies te meten; Groepsinterview met experts (Delphi-studie) over welke uitkomsten van belang zijn in de wijkverpleging; Een vergelijkende studie met declaratie data van verzekeraars over declaraties naar risicofactoren voor het gebruik van wijkverpleging; Vragenlijst onderzoek (survey) naar hoe verpleegkundigen en verzorgenden in de wijkverpleging uitkomsten meten en hoe zij leren van het inzichtelijk maken van uitkomsten. Daarna doen we kwalitatief onderzoek met focusgroepen naar de behoeften van verpleegkundigen en verzorgenden in de wijkverpleging rondom het werken met uitkomsten.